Arsacal
button
button
button
button


Liefde is concrete inzet, er zijn voor een ander

Familiedag en einde van de oktobermaand in Heiloo

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 29 oktober 2017 - 1394 woorden
lichtprocessie
lichtprocessie
maaltijd na afloop van de Eucharistieviering
maaltijd na afloop van de Eucharistieviering
met concelebrant en misdienaars
met concelebrant en misdienaars

Zondag 29 ok­to­ber was er Familie­dag in Heiloo met een kin­der­pro­gramma en katho­lie­ke vor­ming voor de ouders. Om 16.00 uur was er een gezins­mis en een licht­pro­cessie, waarna de familie­dag met een gezellige maal­tijd werd af­ge­slo­ten. Het thema van het evan­ge­lie was liefde, maar daar beginnen meteen de problemen...

Onafschei­de­lijk

De Fari­zeeën die Jezus bena­der­den met hun vraag: “Wat is het eerste gebod” waren in feite niet zo liefde­vol in hun be­doe­lin­gen. Anders had­den ze de vraag trouwens niet gesteld, want ze wisten het ant­woord zelf wel, dachten ze. Jezus geeft aan dat je niet God kunt lief­heb­ben als je je naaste niet liefhebt en om­ge­keerd: naasten­liefde zon­der liefde tot God is ook niet echt moge­lijk: dan wordt de liefde beperkt tot de men­se­lijke horizon. Die twee gebo­den horen onafschei­de­lijk bij elkaar. In de preek heb ik voor­beel­den gegeven waarin naar voren komt dat echte liefde betekent: offers brengen, er voor een ander zijn. Jezus is ons daarin voor­ge­gaan.

Geen eutha­na­sie!

Een zwakke, zieke mens roept liefde en barm­har­tig­heid in mensen op en dat maakt deze wereld veel beter. Een mens geeft soms meer bijdrage aan deze wereld door ziek en zwak te zijn, dan hij in zijn hele leven had gedaan! Alleen al daarom ben ik tegen eutha­na­sie. Iedere fase in het leven heeft z'n bete­ke­nis...

Dat iemand er voor je is...

In de ker­ke­lijke recht­bank komen mensen die hun huwe­lijk nie­tig willen laten verklaren. Vaak is de reden dat er geen echte com­mu­ni­ca­tie is geweest, de partners had­den hun eigen drukke leven, maar kon­den er niet voor elkaar zijn toen dat nodig was bij­voor­beeld bij een groot verdriet.

Daar waar je van binnen hebt ervaren dat iemand er voor je was (en daarvoor offers bracht), heb je een erva­ring opgedaan die tot de allermooiste van het leven behoort.
De preek die hier­on­der is weerge­ge­ven heb ik dus niet zo gehou­den, omdat ik toch wat meer wilde aan­slui­ten bij wat daarvoor op de familie­dag aan de orde was geweest, maar die gaat wel een beetje in dezelfde rich­ting.

Humanae vitae

Want eer­der op de mid­dag had de overste van de blauwe zusters, zr. Iuxta, een inlei­ding gegeven over de veel bedis­cus­sieerde en­cy­cliek Humanae Vitae (1968) over het door­ge­ven van het leven. De visie die paus Paulus VI daar geeft dat een mens niet kunst­ma­tig de open­heid voor vrucht­baar­heid­van de seksuele ge­meen­schap teniet moet doen, heeft bete­ke­nis voor heel het mens-zijn en de bele­ving van een relatie. Is het goed als je altijd seks kunt hebben zon­der dat er “iets van komt”? Zuster Iuxta liet zien wat voor gevolgen het heeft voor de relatie tussen man en vrouw als zij geen verant­woor­de­lijk­heid hoeven nemen voor de na­tuur­lijke gevolgen van de huwe­lijks­daad: dat een be­lang­rijke vorm van com­mu­ni­ca­tie dan ge­woon­lijk verdwijnt, is een be­lang­rijk verschil met na­tuur­lijke gezins­plan­ning. Het verwij­de­ren van de relatie van seksua­li­teit met de moge­lijk­heid kin­de­ren te krijgen, maakt de bete­ke­nis van seksua­li­teit anders. Paus Paulus noemde al de gevolgen die we nu allemaal om ons heen kunnen zien.

Na de H. Mis was de licht­pro­ces­sie. Het weer werd toen wat min­der, maar het ging allemaal nog precies.

Homilie

Ie­der­een wil liefde

Broe­ders en zusters,
Vandaag houdt Jezus ons het be­lang­rijk­ste gebod voor,
het gebod van de liefde.
Ie­der­een vindt het bijna logisch
dat je elkaar moet lief­heb­ben.
Als ik aan de kin­de­ren hier zou vragen:
moet je lief zijn of stout,
wat gaan jullie me dan zeggen?
En ook alle grote mensen vin­den bijna
dat je je moet laten lei­den door de liefde,
dat je goed moet zijn en vol liefde.

Als je gepest wordt?

Dat is in theorie wel mooi,
maar in de praktijk niet zo ge­mak­ke­lijk,
want als het concreet wordt,
als je liefde moet hebben voor die of die persoon,
die zo gemeen en akelig is,
die heel vervelend is, die je pijn heeft gedaan,
dan is dat niet zo simpel.
En moet je dan alles maar over je kant laten gaan?
Als je gepest wordt,
moet je dan je mond maar hou­den
en mag je niets terug doen?

Dat wil ik niet precies zeggen
en op zich wil Jezus dat ook niet zeggen.
Als je gepest wordt,
is het goed als je erover praat
en er voor gezorgd wordt
dat het stopt.
We mogen best weleens dui­de­lijk
zeggen waar het op staat,
want ook andere mensen
moeten af en toe
wel een klein beetje geholpen wor­den
om iets aar­diger, liefde­voller te zijn.

Niet zo poeslief

Jezus deed dat ook!
Af en toe zegt Jezus
flinke stevige woor­den.
Hij is niet altijd poeslief!
Soms zegt hij: jullie zijn adderen­ge­broed,
dat betekent kin­de­ren van gemene, gif­tige slangen;
of: jullie zijn witgekalkte graven:
van buiten zien jullie er mooi wit geschil­derd uit,
maar van binnen is het waardeloos.

Trucje

Dat zegt Jezus vooral
tegen de Fari­zeeën en Schrift­ge­leer­den.
Want dat waren in de tijd van Jezus mensen
die alles wisten over God,
tenminste dat dachten zij­zelf.
Ook in het evan­ge­lie­ver­haal
dat we net hebben gehoord,
komen ze naar Jezus toe
om Hem klem te zetten,
op de proef te stellen.
Ze willen geen ant­woord op hun vraag,
want ze weten dat ant­woord zelf
nog veel beter, denken zij.
Het is een soort gemeen trucje
om te kijken of Jezus geen ver­keerd ant­woord geeft.

Twee soorten liefde

En wat zegt Jezus dan?
Je moet van God hou­den
en van de mensen.
Je kunt niet van God hou­den,
als je ook niet van de mensen houdt,
die twee soorten liefde horen bij elkaar!
Dat kon­den die lelijke Fari­zeeën
in hun zak steken!
Want zij deden alsof zij erg veel van God hiel­den,
maar ze waren niet aar­dig voor mensen,
hier bij­voor­beeld
waren ze naar en gemeen tegen Jezus.
Je moet van God hou­den
en je moet je naasten beminnen,
dat betekent:
van andere mensen hou­den.
Van ie­der­een? Echt ie­der­een?
Ja!

En als het niet zo lekker loopt?

Maar wat is dan liefde?
Want soms heb je het heel moei­lijk
met iemand
en daar kun je dan soms niets aan doen.

Ik leerde vroe­ger:
Liefde is
dat je Jezus, dat je God probeert te zien
in een ander.
Ook al loopt het niet zo lekker
tussen u en die persoon, tussen jou en die ander:
Die mens is ook een kind van God,
ook die mens is geschapen door God,
naar Gods beeld en gelijkenis.
Probeer een klein beetje Jezus te zien in die ander,
probeer God lief te hebben die die ander
het leven heeft gegeven.

Waarom om God lief­heb­ben?

Ik heb vroe­ger een klooster­broe­der gekend
die dat ook altijd had geleerd:
dat hij God moest lief­heb­ben in zijn mede­mens.
De man werd op een gegeven moment
een beetje opstan­dig:
Waarom kan ik die ander niet lief­heb­ben
als mens en mede­mens,
is mijn liefde wel echt
als ik dat niet doe?
waarom moet ik God in die ander lief­heb­ben?

Liefde zon­der God is ein­dig

Maar hier komt precies het moei­lijke punt:
soms hebben mensen ruzie,
soms gaat het heel slecht tussen twee mensen,
bij mensen komt de liefde vaak aan een eind.
Het is op!
Er zijn veel hu­we­lij­ken die stuk lopen,
relaties die kapot gaan,
er zijn veel ruzies in families
en ga zo maar door.
Onze men­se­lijke liefde
houdt een keer op.
Als je niets goeds meer in een ander kunt zien,
dan is er altijd nog dit ene:
die mens is ook een kind van God,
God heeft ook hem of haar gemaakt,
er is dus toch iets goeds in hem of haar,
ik wil God in die ander lief­heb­ben.

Maria, veran­der ons hart!

Deze kapel in Heiloo
is een plaats van Maria
en Maria is een moe­der
die van alle mensen houdt
en die ons helpen wil
om een goed mens te zijn vol liefde.
Zo was er eens een jongen
die veel moei­lijk­he­den had gehad.
Hij had het thuis niet leuk gehad,
was een beetje gaan stelen
en hij ging aan de drugs.
Tenslotte kwam hij in de ge­van­ge­nis
en daar bedacht hij ineens
dat zijn moe­der hem altijd had geleerd
voordat hij ging slapen
tot Maria te bid­den:
“Wees gegroet, Maria”.
En daar in zijn ge­van­ge­niscel
begon hij dat weer te doen,
iedere avond,
eerst een Wees gegroetje,
tenslotte een hele rozen­krans.
Lang­zaam aan ver­an­der­de zijn hart,
het was eerst hard en bitter,
het werd zacht en zoet en liefde­vol.
Er kwam een nieuw begin...

Laten we allemaal Maria bid­den
om een hart vol liefde,
een hart dat lijkt op het hart van Maria zelf.
Amen

Terug