Arsacal
button
button
button
button


Ieder mens heeft een Moeder

’T Gooi en Amersfoort op bedevaart naar Kevelaer

Overweging Preek - gepubliceerd: dinsdag, 31 juli 2018 - 1139 woorden

Maan­dag 30 juli was ik in Kevelaer voor de eerste dag van de twee­daag­se bede­vaart van het Gooi (Naar­den, Bussum, Blaricum, Huizen, Laren, Hilversum) en Amersfoort en wijde omge­ving, naar Kevelaer, waar Maria als Troos­te­res van de bedroef­den wordt vereerd. Een mooie en in­spi­re­rende plaats...

Kevelaer ligt net over de Neder­landse grens in Duits­land en vanouds komen er vele Neder­landse bede­vaarten. De pelgrims van 't Gooi en Amersfoort waren met 220 mensen en brachten een fanfare, een koor en bruidjes mee. De mooi ver­zorgde bede­vaart begon met een intochts­pro­ces­sie, waar­van U hierbij enkele foto's kunt zien. Vaandels en een fraai Maria­beeld wer­den in de stoet mee­ge­dragen. In de basiliek aan­ge­ko­men werd een pelgrimskaars geofferd en de bede­vaart geopend met een kort Lof. Later op de mid­dag vond de kruis­weg plaats in het kruis­weg­park en 's avonds was er de Pontificale H. Mis - waarbij ik on­der­staan­de homilie heb gehou­den - en de licht­pro­ces­sie, af­ge­slo­ten voor de genade­ka­pel waar het een­vou­dige bidprentje te vin­den is waar het in Kevelaer allemaal mee be­gon­nen is.

Het was een mooie dag waarop ik tussen de vie­rin­gen door heel wat mensen uit ons bisdom heb kunnen ont­moe­ten. Pastoor Willems, oud-directeur van deze bede­vaart, was erbij, evenals de hui­dige gees­te­lijk directeur, pastoor Harold Zemann (die 50 werd), pastoor Carlos Fabril (die 55 werd) van 't Gooi, diaken Jurriaan Meijer en de pas­to­raal werkers Fred Kok en Antoinette Botten­berg.

HOMILIE

Thuis komen

Kevelaer is voor velen van ons
een beetje thuis­ko­men;
naar Maria gaan,
die hier als Troos­te­res van de Bedroef­den
wordt vereerd,
is een beetje thuis­ko­men.
Ja, we zijn hier thuis
bij onze moe­der Maria.

Her­in­ne­ringen

En als U - net als ik -
hier een hele ge­schie­de­nis hebt liggen,
omdat U al zo vele keren
naar dit Mariaoord bent geko­men,
dan liggen hier
ook allerlei her­in­ne­ringen
aan ver­schil­lende perio­den
van Uw leven,
her­in­ne­ringen aan mooie dagen
- Hier was ik met mijn man,
met de kin­de­ren toen ze klein waren -
her­in­ne­ringen aan zware e moei­lijke dagen
- hier was ik toen we met ziekte zaten,
toen mijn man geen werk had -
en ga zo maar door...
Ik was hier zelf als se­mi­na­rist,
direct na mijn pries­ter­wij­ding en eerste Mis
en ik ben hier bij­voor­beeld naar toe geko­men
toen ik te horen had gekregen
dat ik bis­schop zou wor­den.

Een band met Maria

En als het voor U de eerste keer is
dat U hier in Kevelaer bent,
dan hoop ik en wens ik U toe
dat u ook een band met deze plaats
mag krijgen,
of eigen­lijk niet zozeer met deze plaats
als wel met Maria,
die hier wordt vereerd.
Dat het hier voor U
een beetje als “thuis” mag voelen.

Een kapelletje...

Het is eigen­lijk maar een klein,
onaanzien­lijk devotieprentje
dat in Kevelaer centraal staat.
Hendrick Busman had het
van twee soldaten gekocht.
Hij was een rondtrekkende handels­rei­zi­ger,
een “marskramer” zoals dat werd genoemd,
hij en zijn vrouw waren gewone mensen.
Zij kregen de opdracht van Boven
door een nachte­lijk visioen en een stem,
om hier een kapelletje te bouwen.
Dat was alles.
Dat kapelletje staat er - en veel meer dan dat -
en de mensen zijn toege­stroomd,
tot op de dag van vandaag,
want we voelen allemaal bijna wel aan
dat het goed is voor een mens
en eigen­lijk nodig
om ergens thuis te zijn,
om een basis te hebben.
En dat je als mens
ook een gees­te­lijk “thuis” nodig hebt.

Een thuis

Ik denk dat we allemaal wel beseffen
hoe be­lang­rijk een goed thuis is.
Dat weten degenen onder ons
die een fijne, mooie jeugd hebben gehad
met lief­heb­bende ouders,
waaraan ze met dank­baar­heid terug denken;
dat weten ook
- en mis­schien nog beter en scherper -
degenen die dat thuis hebben moeten missen,
waar het allemaal niet zo pret­tig was.
Dat begin je je leven al met een zekere achterstand.
Maar ook een kind uit een gewoon en goed gezin
kan helaas de mist in gaan
- ver­keerde vrien­den, ver­keerde invloe­den,
een stoornis, een trau­ma­tische erva­ring
- noem het maar op -:
het kan ertoe bijdragen
dat iemand wat verloren loopt,
een min­der goede, mooie kant opgaat.
Een we bid­den hier voor hen allen
dat zij een basis, en gees­te­lijk thuis mogen vin­den
bij God en Maria.

Voor ieder mens een thuis...

We mogen allemaal dank­baar zijn
dat we het geloof als een schat, als een rust­punt, een basis
voor ons leven hebben gekregen,
van huis uit of later ontdekt,
maar ergens is de kracht van het geloof
altijd ook iets wat je per­soon­lijk moet gaan ont­dek­ken
en het is een genade, een gave van God;
ouders kunnen praten, het voor­beeld geven, bid­den vooral,
maar iemands hart moet er klaar voor zijn
wil de genade bij hem of haar wor­tel kunnen schieten.

Hier in Kevelaer mogen we eraan denken
dat er voor iedere mens een thuis is,
dat er voor ieder kind een Moeder is,
die met liefde op ons wacht en voor ons zorgt;
dat is Maria.
En net als iedere moe­der
kan zij haar kin­de­ren niet voor alles behoe­den.
Soms waar­schuwt zij
en wijst zij op gevaren,
zoals iedere goede moe­der doet.
Dat doet Maria vooral
in ver­schij­ningen, door inge­vingen
en op andere bovenna­tuur­lijke manieren.

Wat zoek je?

Maar iedere mens heeft een eigen vrije wil.
Die vrije wil is iets moois, iets prach­tigs,
juist mede daardoor zijn we beeld van God,
we zijn geen marionetten van de Heer,
maar bewuste en verant­woor­de­lijke mensen.
Die prach­tige vrij­heid is tege­lijk een gevaar,
want iedere mens staat bloot aan verlei­dingen.
En gaat ie daar dan op in
of zoekt hij of zij hulp en kracht bij God, bij Maria?
Ieder mens wil graag erken­ning,
wil graag bevre­diging,
wil graag wat aanzien,
maar dat is tege­lijk de verlei­ding,
daar kunnen we de mist in gaan,
dan wor­den geld, seks en macht
waar mensen naar op zoek gaan
en dan raken ze de schoon­heid van hun leven kwijt.

Een schone lei

Maria nodigt ons hier uit
om weer kind te wor­den,
om ons thuis te voelen bij haar als moe­der.
Daarom is er in een bede­vaart­plaats als hier
zoveel biecht­gele­gen­heid.
Je mag hier iets afsluiten, opnieuw beginnen,
de hand grijpen die naar je uitgestoken wordt.

Hier mag het!

Hier komen we en hier is het prima
om eer­lijk ons verdriet
onder ogen te zien
en om door haar getroost te wor­den:
Troos­te­res der bedroef­den.
Als U dat weleens heeft ervaren,
weet U wat het is
om een kind van God
en een kind van Maria te zijn,
dan durft U ook de klein­heid
toe te laten in uw hart,
die klein­heid en dat kind-zijn
waar­van Jezus zegt:
Als je niet wordt als kin­de­ren,
kun je het rijk der hemelen niet binnen gaan.
We hebben kracht en hulp, genade nodig.
We hebben een Vader in de hemel
en een hemelse Moeder
hard nodig!
Niemand kan het alleen,
alles wat we hebben en kunnen,
hebben we gekregen.

En daarom is het zo goed
om thuis te komen,
om hier in Kevelaer thuis te zijn,
bij deze Moeder,
de Troos­te­res der bedroef­den.

Ik wens U mooie dagen, hier,
thuis bij Moeder Maria!


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug