Arsacal
button
button
button
button


Als je ziek bent... of als je een zieke bezoekt...

Een echte vriend... 80e ziekentriduüm in Zwaag

Overweging Preek - gepubliceerd: dinsdag, 21 mei 2019 - 1174 woorden
Mw. Afra van Kleef en pastoor Samuel Marcantognini
Mw. Afra van Kleef en pastoor Samuel Marcantognini
Als je ziek bent... of als je een zieke bezoekt...
Als je ziek bent... of als je een zieke bezoekt...

Dins­dag 19 mei was ik in Zwaag voor het ziekentriduüm dat daar voor de tach­tigste keer werd gehou­den! Een mooie mijl­paal en een prach­tige ge­schie­de­nis van vele jaren harte­lijke zorg voor vele zieken in de wijde regio door talrijke vrij­wil­li­gers. Ook dit jaar was de kerk gevuld met bed­den en rol­stoelen.

Ik was er geko­men voor de Eucha­ris­tie­vie­ring en om - voor en na de Mis - de zieken te begroeten en een praatje te maken. De Eucha­ris­tie werd gevierd door pastoor Samuel Mar­can­tog­nini, kape­laan Mario Agius in con­ce­le­bra­tie met mij. Ook oud-pastoor Herman Helsloot con­ce­le­breerde. Hij was 37 jaar eer­der in die­zelfde kerk pries­ter gewijd. Diaken René Visser en diaken (nog maar enkele weken...) Maciej Gradzki assis­teer­den. Maciej wordt zater­dag na Pink­ste­ren tot pries­ter gewijd, samen met Eric Fennis. Lector was mw. Afra van Kleef, die al vele jaren een steunpi­laar is in het pa­ro­chie­ge­beu­ren.

Het koor Marcanto o.l.v. de heer Gerard Arendsen zong en M. Habets bespeelde het orgel. De heer Arendsen gaf me de pau­se­lijke onder­schei­ding - nog uit de tijd van paus Pius XII - van zijn overle­den vader. In de kerk waren veel vrij­wil­li­gers bezig om alles voor de zieken in goede banen te lei­den. Voor de Mis had ik al veel zieken aan zien komen; om hen te rij­den en op te vangen voor de kerk en het ver­keer te regelen ston­den ook weer allerlei mensen klaar. Een mooi gebeuren!

In de Mis was het evan­ge­lie van de barm­har­tige Samari­taan (Lc. 10, 25-37), ook de overige teksten waren uit de Mis voor de zieken.

 

Homilie

Broe­ders en zusters,

Proficiat en dank!

Ik ben blij dat ik U hier mag begroeten
en dat U aan dit mooie ziekentriduüm meedoet.
Wat mooi en goed
dat dit hier al 80 jaar plaats­vindt.
Dat is een felici­ta­tie waard,
dus: van harte proficiat
en veel dank aan alle vrij­wil­li­gers
die zich hier­voor inzetten.
Dat is heel kost­baar,
zeker in een tijd als de onze
waarin mensen vaak best
heel druk en indi­vi­dua­lis­tisch zijn.
Lang niet ie­der­een weet
uit zijn eigen cocon te komen
om de mede­mens te zien staan.
Dus, veel dank voor al jullie inzet!

Pijn­lijk snel weg

Ziek zijn en ouder wor­den,
is vaak niet ge­mak­ke­lijk.
Er zijn allerlei dingen die niet zo goed meer gaan,
ge­zond­heids­pro­ble­men,
mensen die weg vallen.
En ook denk ik dat we allemaal we herkennen,
dat niet ie­der­een even goed
met ziekte om kan gaan.
Toen ik nog pastoor was
ver­telde iemand die kanker had
en die een klein rondje buiten liep,
dat hij een goede bekende zag op straat,
dat hij zag dat die persoon hem ook zag
en dat die bekende gauw
een zij­straat in schoot, snel weg.
Pijn­lijk!

Niet weten wat te zeggen

Niet dat ik denk
dat die man die zo gauw wegliep
iets tegen die zieke persoon had,
absoluut niet!
Maar hij wist gewoon niet
wat hij moest zeggen, hoe hij moest rea­geren.
Heel veel mensen weten niet goed
wat ze tegen een zieke moeten zeggen
en zeggen dan maar niks
of ze praten er gauw overheen
of ze proberen snel tot de con­clu­sie te komen
dat het allemaal wel meevalt,
omdat ze het moei­lijke ziek-zijn
gewoon té moei­lijk vin­den!

Luis­te­ren

En ander mensen,
soms van wie je het niet verwacht,
nemen de tijd,
luis­te­ren,
proberen niet alles meteen zelf te verklaren
of in te vullen en op te lossen,
maar zijn echt bij een zieke,
die gewoon zich­zelf mag zijn.

Dat is iets moois
en in onze samen­le­ving heel be­lang­rijk,
omdat er toch al vaak
te weinig aan­dacht is voor elkaar.

Niet om 't op te lossen

En van wie een zieke bezoekt
wordt niet verwacht
dat hij alles oplost en de ziekte geneest.
We mogen in iedere mede­mens
het beeld van God herkennen.
Die persoon die we ont­moe­ten
is een kost­baar schepsel van God,
een won­dermooie schep­ping
en we mogen die persoon
als zodanig bewon­de­ren!
Mens, je bent een parel,
een parel in Gods hand!

De weg van Jezus

En die parel die we zijn
is in Gods ogen alleen maar kost­baar­der,
als we ziek zijn of gebrekkig,
niet zoveel meer kunnen.
Want God zelf is mens gewor­den
en heeft ons leven gedeeld
in Jezus Christus
en Die heeft juist de weg van
het zwak en gebrekkig wor­den,
de weg van lij­den, niets meer kunnen
uitgekozen als Zijn eigen weg
en zo heeft Hij ons verlost.
En tij­dens Zijn leven
heeft Jezus vooral veel aan­dacht gehad
voor de mensen die ziek waren,
gebrekkig en uit­ge­sto­ten.
Dus juist de armen en de zwakke en zieke mensen
zijn de kost­baarste parels in Gods ogen!

Mede-ver­los­sers

Maar het valt vaak niet mee om ziek te zijn
en niets te kunnen;
ik wil daarom vandaag ook bij­zon­der bid­den
om mensen met begrip voor zieken,
mensen met aan­dacht en harte­lijke liefde
en om kracht en zegen voor de zieken zelf:
ja, mogen jullie allen de genade krijgen
om de ziekte met Jezus samen te lij­den
en aan te bie­den aan de Vader:
dat daar iets goeds uit mag voort­ko­men
en dat jullie mede-ver­los­sers mogen zijn
met Jezus Christus!

Zij liepen door...

We hoor­den de parabel van de barm­har­tige Samari­taan.
Een lij­dende mens ligt langs de weg.
Hij heeft geen naam gekregen,
ieder mag zijn eigen naam invullen.
En daar gebeurt wat u als zieke ook weleens ervaart:
mensen lopen langs
zon­der aan­dacht te geven;
het zijn mensen van wie je dat juist niet zou ver­wach­ten:
een pries­ter en een leviet.
Een Leviet was iemand uit de stam Levi,
die diende in de tempel, een soort diaken dus.
Dat zijn nota bene mensen
van wie je van­wege hun beroep
zou mogen ver­wach­ten dat zij stil­staan
en aan­dacht geven.
Maar zij lopen door.
En dan komt iemand van wie je het niet zou ver­wach­ten:
een Samari­taan, geen echte Jood,
een ander volk,
ge­woon­lijk vijan­dig tegen­over de Joden.
En die persoon staat stil, heeft medelij­den
en doet alles om de pijn en het lij­den
van die gewonde mens langs de weg
te ver­zachten.

Ziek en er toch voor anderen zijn

Na­tuur­lijk geldt het ook andersom:
als we, terwijl we ziek zijn,
toch aan­dacht aan anderen kunnen geven,
met belang­stel­ling en liefde­volle aan­dacht,
met geloof en gebed,
ja dan kunt U zo’n barn­har­tige Samari­taan zijn,
ook als U op bed ligt
of niet uit de voeten kunt.

Een echte vriend

Ik denk dat het ook uw eigen erva­ring is
dat we pas goed leren
wie onze echte vrien­den zijn
als we in nood zijn.
Een echte vriend:
iemand die niet wegloopt,
die niet alleen over zich­zelf praat,
die er voor je is,
dat wens ik ie­der­een toe.
Toon Hermans dichtte het al:
“Je hebt iemand nodig
stil en oprecht
die als het erop aan komt
voor je bidt of voor je vecht
pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas kun je zeggen:
'k heb een vriend”.

In nood leren we onze vrien­den kennen;
onze echte vrien­den zijn degenen
met wie we ook
de diepere dingen van het leven kunnen delen,
die naast ons blijven staan
als het allemaal niet zo van­zelf gaat...
Dat is een vriend.

Zulke vrien­den wens ik U van harte toe
en ik wens U toe dat u zelf weer
zo’n vriend, zo’n barm­har­tige Samari­taan
voor anderen kunt zijn!

Amen.

Terug