Arsacal
button
button
button
button


Er is één vijand die je mag haten!

'Bemint uw vijanden' (zevende zondag A)

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 23 februari 2020 - 912 woorden
koepel van de kathedraal
koepel van de kathedraal

Op de zevende zon­dag door het jaar was ik in de ka­the­draal voor de Eucha­ris­tie­vie­ring. Jezus riep in het Evan­ge­lie van deze dag op om onze vijan­den te beminnen. Maar is er nu echt niet één vijand die je mag haten? Volgende week is de TV Mis vanuit de ka­the­draal.

 

"Bemint uw vijan­den"

Wie is het?

“Bemint uw vijan­den”
We weten na­tuur­lijk allemaal wel
dat Jezus dat heeft gezegd
en als we die woor­den even voorbij horen komen
bij de voor­le­zing van het evan­ge­lie,
gaat het mis­schien ook nog wel.
Maar het wordt compleet anders
als we ons te binnen brengen
wie die vijand in ons eigen leven eigen­lijk is.

De vijand die je moet haten

Zeker, er is maar één vijand,
die wer­ke­lijk onze vijand is
en die mogen we wél haten:
die vijand is het kwaad.
Ie­der­een die hier aanwe­zig is,
krijgt van mij een groot compli­ment
als het kwaad zijn of haar grootste vijand is
en u die vijand haat en afwijst!
Dat haten van het kwaad
wil in feite gewoon zeggen
dat we vast besloten zijn
om het goede te doen
en ver­keerde zaken af te wijzen,
keuzes te maken.

Verlei­de­lijk

Helaas is het niet altijd zo ge­mak­ke­lijk
om die vijand te haten
en we hebben die maar al te vaak
te zeer lief.
Als iemand in de gelegen­heid is bij­voor­beeld
om ongezien geld mee te pakken
dat voor het oprapen ligt
of zich iets anders toe te eigenen,
zullen heel veel mensen bezwijken;
of als iemand een collega pootje kan lichten
om zelf vooruit te komen in zijn carrière,
of als iemand bij het ver­de­len van een erfenis
door niet helemaal eer­lijk te zijn,
iets binnen kan slepen
of als iemand een ander voor­deeltje kan behalen voor zich­zelf
door een ander te bena­de­len, of noem maar op...,
dan zetten vele mensen
hun geweten toch even in de pauzestand.
Dat is na­tuur­lijk niet goed;
hier gaat het om een vijand
die we moeten haten en afwijzen
en die vijand is de heb­zucht en de eer­zucht, het egoïsme.

Onze gevoelens

Maar om­ge­keerd:
als wij­zelf het slacht­of­fer zijn
van een lelijke poets die ons gebakken wordt,
als wij bena­deeld wor­den,
is het mis­schien wel heel be­grij­pe­lijk
dat onze gevoelens tegen­over die persoon
die dat heeft gedaan,
niet al te harte­lijk zijn!
Bedenk maar even wie degene is
of wie degenen zijn
die U in de loop van uw leven
groot kwaad hebben aan­ge­daan,
echt bena­deeld hebben.
Hebt u die persoon of personen voor ogen?
Dan klinken daarvoor dus die woor­den van Jezus:
Bemint uw vijan­den!

Alles over je kant laten gaan?

Moet je dan alles maar over je kant laten gaan?
Nee, de eerste lezing zei het gelukkig al:
“Wijs elkaar terecht”.
We mogen er dus best iets van zeggen
als iemand ons kwaad heeft gedaan,
de eerste lezing formuleerde dat zelfs als een plicht!
Zo kan die ander begrijpen en in zien
wat ver­keerd is gegaan.
Dat is juist iets wat heel vaak niet gebeurt
omdat de meeste mensen het maar las­tig vin­den
iemand met iets vervelends te con­fron­teren
en iets te zeggen
wat als een aanmer­king kan wor­den verstaan.

Zeg het!

Toch staat er in die eerste lezing: zeg het!
Probeer het goed te zeggen,
probeer het goede in de ander te zien
en in je woor­den te laten merken
dat je dat goede ziet en herkent,
maar zeg het,
als het even kan: zwijg niet!
Na­tuur­lijk kan het zijn
dat onze emotie nog zo sterk is
dat we niet in staat zijn
om over het gebeurde
rus­tig en goed te spreken,
dan kan het beter zijn om te wachten.

Beter te spreken dan te zwijgen

Maar in de vrij­heid van de kin­de­ren Gods
is het beter erover te spreken dan erover te zwijgen.
Het is zelfs zo
 - ook al heeft dat wel even over­we­ging en tijd gekost,
al ging dat niet ge­mak­ke­lijk -
dat als we in staat zijn
om erover te spreken,
dan zijn we in feite al bezig
om die vijand niet lan­ger te haten.
Zo’n met een zekere inner­lijke vrij­heid
en een zeker begrip
uit­ge­spro­ken terecht­wij­zing of reactie
op wat ons is aan­ge­daan,
is in feite al een verwer­ke­lij­king
van die opdracht van Jezus:
Bemint uw vijan­den.

Onbeant­woord?

Moei­lijker wordt het als deze liefde­volle terecht­wij­zing,
die in feite een uitgestoken hand is,
niet wordt aanvaard
en wordt beant­woord met woor­den
die de situatie alleen maar erger maken.
Dat gebeurt vaak.
Mis­schien had­den wij onze opmer­king
nog liefde­voller meten formu­le­ren,
mis­schien is die ander er niet aan toe
om toe te geven
en bezit die nog niet de groot­heid
om de minste te kunnen zijn.
Mis­schien komt die er later nog op terug,
mis­schien ook niet,
het beste dat we dan nog kunnen doen is ervoor bid­den,
niet gaan haten.
Vermijd scherpe woor­den.

De liefde als leidraad

Haat in ons hart is verwoestend,
die zaait in deze wereld
alleen maar méér kwaad;
laat de liefde ons lei­den,
zelfs voor degene die zich als onze vijand opstelt.
Dit is cruciaal;
we maken ons leven en onze wereld
er mooier door.
Als we het goede, het mooie en ware
blijven zoeken
kunnen we niet berusten bij haat in ons hart;
dus: bemint uw vijan­den.
Het begint met een hand die we
denk­beel­dig, in ons hart
naar anderen uits­te­ken,
daarna kunnen we dat ook
in de wer­ke­lijk­heid doen.
Laat in uw hart Gods liefde regeren.

Terug