Arsacal
button
button
button
button


3e Zondag van de Advent - Jaar B

Sint Bavokathedraal Haarlem - 11 december 2011

Overweging Preek - gepubliceerd: woensdag, 14 december 2011 - 1017 woorden

Vragen, heel veel vragen wor­den er vandaag in het evan­ge­lie aan Johannes de Doper gesteld: Wie zijt gij? Wat zegt gij over uzelf? Wat doopt gij dan...?. Het zijn vragen die met ver­wach­tingen gela­den zijn. En inder­daad, we weten ook uit andere bronnen dan de evan­ge­lies, dat er in die tijd een sterke ver­wach­ting leefde van de komst van de Messias en al die ver­wach­tingen richtten zich op deze Johannes de Doper die zo vol kracht en vuur getuigde en mensen opriep om zich voor te berei­den op de komst van de Heer.

Zo kunnen er allerlei ver­wach­tingen op je af komen, ook op ieder van ons. Soms ver­wach­ten mensen veel van ons, het kan zijn dat bepaalde mensen in Uw omge­ving heel erg op U steunen; ze rekenen helemaal op U. Er zijn ouders die grote ver­wach­tingen koes­te­ren van de toe­komst van hun kin­de­ren; de een of ander wordt veelbelovend genoemd. De ver­wach­tingen die mensen van je hebben, kunnen soms ook als een druk wor­den ervaren, alsof je nooit goed genoeg bent. Ze kunnen je het gevoel geven dat je voort­du­rend aan van alles en nog wat moet be­ant­woor­den.

Zo was het ook bij Johannes. Mensen verwachtten veel van hem, teveel soms. Nog in de Han­de­lin­gen van de apos­te­len wordt er ver­teld dat de apos­te­len mensen tegen kwamen die dachten dat Johannes de Doper - die toen al lang dood was - de echte was, de ware Redder en die in zijn naam waren gedoopt.

De mensen stroom­den dus van alle kanten toe, volksmenigten drom­den rond hem samen, maar Johannes bleef een­vou­dig en rus­tig zich­zelf: het ging niet om hem, hij was het niet, hij was maar een stem, hij kwam om te getuigen van een licht dat hij­zelf niet was, maar Hij die na hem kwam, Die was het, alles wat Johannes zei en deed verwees naar Hem, naar het licht dat komen moest.

U kunt zich mis­schien voor­stel­len dat ik me vandaag - na de mooie dag van de bis­schops­wij­ding gis­te­ren - wel een beetje aan­ge­spro­ken voel door deze prach­tige adventsfiguur. Mensen ver­wach­ten veel van een bis­schop, veel mensen schrijven meteen naar de bis­schop als er iets in de kerk niet in orde is. Maar het gaat niet om mij, ik ben maar een stem, een die­naar, het gaat om het Licht, het gaat om de Heer, ik ben niet waard de riem van Zijn sandalen los te maken. Dat is wat ik dacht toen vele mensen mij gis­te­ren fe­li­ci­teer­den: eigen­lijk komen zij niet voor mij, zij komen omdat ik bis­schop ben gewor­den, dus zij komen uit­ein­delijk voor Christus, de Heer en mijn taak is een dienst.

De hou­ding van Johannes is heel erg mooi en voor ons allen in­spi­re­rend.

Men zegt wel dat wij leven in een narcis­tische cultuur. Narcissus was de figuur uit de Griekse mytho­lo­gie die de liefde van anderen afgewezen had en die verliefd werd op de spiege­ling van zich­zelf in het water toen hij zich voorover bukte om te drinken. Het liep diep tra­gisch met hem af: iedere keer dat Narcissus zijn han­den uitstrekte naar die persoon die hem zo in ver­voe­ring bracht, zijn spiegel­beeld in het wateropper­vlak, begon het water te rimpelen en was er niets meer te zien en hij bleef triest en onbevre­digd achter. Zo kwijnde Narcissus weg en stierf.

Het verhaal van Narcissus wil laten zien wat er gebeurt als het allemaal om jezelf draait, hoe je jezelf voelt, wat jezelf kunt en of je door anderen bewon­derd wordt. Uit­ein­de­lijk blijf je triest en onbevre­digd achter. Maar ben je klein, nederig, of zoals de paus zei toen hij tot paus was gekozen: een een­vou­dige werker in de wijn­gaard van de Heer, dan wordt je leven een dienst, je werken wordt liefde en jezelf: een mede­wer­ker aan het werk van de Heer. En een dienst­baar leven is het allermooiste leven: zo is Gods Zoon naar ons toe­ge­ko­men: een­vou­dig en dienst­baar.

En als je merkt dat veel ver­wach­tingen op je af komen, is het goed om des te meer los te laten dat jij het allemaal moet doen, dat je moet pres­te­ren, aan ver­wach­tingen moet be­ant­woor­den. Het wordt tijd om dat los te laten, we zijn allemaal mede­wer­ker van een groter plan en dat ligt in Gods han­den, het alom­vat­tende plan van Gods Voor­zienig­heid, waar uit­ein­delijk alles toch weer in zal blijken te passen. Na­tuur­lijk we moeten ons­zelf met inzet geven, maar het is goed om alles heel ontspannen te doen. Niet alleen voor ons eigen psy­chi­sch welbevin­den, maar ook om te beleven dat wij het niet zijn die alles moeten red­den. Dat er Één is die dat al heeft gedaan. Wij zijn ont­van­gende mensen, alles is genade, wij krijgen alles toe­ver­trouwd en gegeven. Je kunt jezelf nog geen seconde leven geven. Hoe meer je zelf kunt of denkt te kunnen, hoe be­lang­rijker het is om jezelf te rea­li­se­ren dat alles je gegeven is, ook al onze bekwaam­he­den en talenten en dat ons grootste talent de liefde is.

Deze week zal de com­mis­sie Deetman haar eind­rap­port uit­bren­gen over het seksueel mis­bruik in de kerk, vooral in de 450 internaten die de katho­lie­ke kerk bezat tot aan het einde van de zesti­ger jaren van de vorige eeuw. We zullen het met schaamrood en met diepe spijt ver­ne­men. Na­tuur­lijk kan men zeggen dat seksueel mis­bruik in heel de maat­schap­pij voor­komt en dat internaten een risicofactor zijn; inder­daad: de cijfers zijn helaas schrik­ba­rend hoog in heel onze maat­schap­pij, maar dat is voor ons geen ant­woord. Mis­bruik in de Kerk door iemand die ge­roe­pen is man Gods te zijn is nog  kwalijker dan elders. Niet alleen zijn slacht­of­fers bescha­digd geraakt in hun mens-zijn en in­te­gri­teit, maar ook in hun relatie tot God. Wie zal hun het ver­trouwen terug geven? Op dit moment kan ik alleen zeggen dat ik met de slacht­of­fers meeleef en aan hen denk en om inner­lijke gene­zing voor hen bid; dat hebben we gis­te­ren ook tij­dens de bis­schops­wij­ding gedaan.

Johannes de Doper, hij roept ons vandaag op tot beke­ring en levens­ver­nieu­wing: een oproep aan ons allen, aan ieder van ons en aan de kerk als geheel.


Terug