Arsacal
button
button
button
button


Zijn we niet te veel verburgerlijkt?

Vervolgde christenen zwaar in de knel

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 7 december 2014 - 936 woorden
Altaarruimte van de Sint Bavo kerk in Heemstede
Altaarruimte van de Sint Bavo kerk in Heemstede

Op de tweede zon­dag van de Advent was ik voor de Eucha­ris­tie­vie­ring in de Heemsteedse Sint Bavo­kerk. Een ver­trouwd gevoel want de kerk is bijna iden­tiek aan de kerk in mijn geboorte­plaats. Tijde­lijk ben ik admini­strator van de pa­ro­chies in het Klaver­blad, zoals het samen­wer­kings­ver­band van Vo­ge­len­zang, Benne­broek en Heem­ste­de met twee pa­ro­chies, wordt genoemd. De pa­ro­chies wachten op de komst van een nieuwe pastoor-admini­strator die begin februari zal aantre­den: vica­ris drs. Gerard Bruggink, rector van De Tilten­berg.

Er werd goed meegezongen en gebe­den door een aar­dig gevulde kerk. Gelukkig voor de pa­ro­chi­anen mocht deze zon­dag de verwar­ming weer aan. De verwar­ming moet in het komend jaar wor­den ver­vangen en het zag er even naar uit dat die niet meer aan mocht en dat is met de winter voor de boeg na­tuur­lijk geen pret­tig vooruit­zicht.

Hier­on­der de homilie die ik bij deze gelegen­heid heb gehou­den.

Homilie

Johannes de Doper is echt een beetje
een onaan­ge­paste figuur:
hij komt uit de woes­tijn,
gekleed in kameelhaar
en hij houdt zich in leven
met sprinkhanen en wilde honing.
Zijn hele ver­schij­ning en zijn optre­den
laten al zien
dat hij afstand neemt
van de maat­schap­pij van zijn dagen,
hij kijkt daar kri­tisch naar.
Dat komt helemaal overeen met zijn bood­schap,
die een oproep tot beke­ring is:
Bekeert U, Kom tot inkeer,
want de Heer komt!
Johannes wordt in het evan­ge­lie vergeleken
met een wegberei­der,
een bode die voor een koning werd uitgezon­den
om de wegen te controleren
waar die met zijn koets overheen moest:
de ergste kuilen moesten wor­den gedicht,
rotsblokken, grote stenen van de weg af,
zodat de koning kon komen.
In gees­te­lij­ke zin wordt dat dus
van ieder van ons gevraagd
in deze advents­tijd.
Waar stuit de koets van koning Christus
bij ons op een rotsblok of kuil,
waardoor Hij niet binnen kan rij­den?
Die rotsblokken en kuilen voelen we
als we de woor­den, de bood­schap van Jezus
in ons hart proberen te laten binnen komen.
Als Jezus zegt: “Vergeeft elkan­der”,
wie heb je moeite om te ver­ge­ven?
Daar ligt een rotsblok op je weg!
Als Jezus zegt: “Oordeelt niet,
opdat je niet ge­oor­deeld worde”,
over wie heb je scherpe oor­de­len?
Daar ligt een valkuil op de route!
Als Jezus zegt dat het voor een rijke moei­lijk is
om het rijk der hemelen binnen te gaan:
zitten we soms vast aan ons geld of ons goed?
Daar ligt een struikelblok op ons parcours.
Als Jezus zegt dat we van het huis van God
geen rovershol moeten maken:
hoe is het met onze eerbied voor God, Zijn gebod en Zijn wil?
Als Jezus de Fari­zeeër berispt
die zo vol is van zich­zelf,
maar de nede­rig­heid en be­schei­den­heid van de tolle­naar prijst,
hoe is dat dan bij ons geweest
hoe be­schei­den en nederig waren we zelf?
Maak de kuilen dicht, haal de stenen weg,
dat is de oproep van Johannes,
die dus zelf vrij dui­de­lijk afstand neemt
van de maat­schap­pij van zijn tijd,
levend in de woes­tijn met een gek dieet
en rare kleren aan.
Ook daar­mee zegt hij ons na­tuur­lijk iets:
als de maat­schap­pij ons re­fe­ren­tie­kader is,
als we vin­den wat ze zeggen op TV,
als we doen wat je kunt lezen in de bla­den of op in­ter­net,
dan zijn die TV, die bla­den en het in­ter­net onze bijbel
en niet het woord van de Heer,
niet de bood­schap van het evan­ge­lie!
Johannes roept ons op
tot inkeer te komen
door afstand te nemen
van wat mén denkt,
van wat mén vindt
en van wat mén doet.
Het is een oproep om zelf te denken,
maar dan wel gelovig na te denken,
geïnspireerd door het woord van de Heer,
door de bood­schap van het evan­ge­lie.
Die oproep van Johannes de Doper
in zijn kameelharen pij
stelt ons de vraag
of we mis­schien verbur­ger­lijkt zijn,
geen zout der aarde zijn,
maar aarde gewor­den en aards.
Inder­daad komt in Neder­land
uit onder­zoeken en enquêtes naar voren
dat de stand­pun­ten en visies
van katho­lie­ken in onze maat­schap­pij
nau­we­lijks verschillen van die van andere mensen,
dus het meest overeen komen
met het alge­meen ge­mid­del­de,
met wat men denkt en vindt.
Waar is dan de gods­diens­tige iden­ti­teit ge­ble­ven?
Zijn we dan niet iets te veel aan­ge­past?

Deze week las ik van twee kin­de­ren
uit een chris­te­lijk dorp in Syrië,
dat door ISIS werd over­val­len.
Die kin­de­ren moesten zich bekeren tot de Islam,
maar ze ant­woord­den tot twee keer toe
dat zij bij Jezus wil­den horen.
Toen werd hun hoofd eraf gehakt.

Het is zomaar een gruwe­lijk detail
van een vre­se­lijke oorlog
die zoveel on­schul­dige mensen treft,
waar­on­der velen van onze mede-chris­te­nen.
We hebben daarbij na­tuur­lijk ook allen
het beeld van pater Frans van der Lugt uit Homs
in ons hoofd.
Van de chris­te­nen daar
wordt moed gevraagd;
daar is het gevaar­lijk om christen te zijn.
Toch aan­vaar­den ze eer­der het lij­den
dan mee te doen en moslim te wor­den.
Dapper!

Twee onder­zoeken uit twee ver­schil­lende hoeken
kwamen deze laatste weken
met het­zelfde re­sul­taat:
het chris­ten­dom is de meest ver­volgde gods­dienst
ter wereld.
In negen­tien lan­den in de wereld
kun je het simpele feit dat je christen bent
met de dood moeten bekopen
of word je erns­tig gedis­cri­mi­neerd.

En wij?
Wat hebben we over voor ons geloof?
Is de kerk voor ons een soort club
waar we bepaalde dingen doen
en onze kennissen ont­moe­ten?
Of is er vuur in ons hart,
een inner­lijke kracht waardoor we keuzes maken,
die soms ook weleens in kunnen gaan
tegen de draad en de weg van onze tijd,
omdat we uit­ein­delijk graag
de weg willen berei­den
voor de Heer die komt...?
Dan moet je soms keuzes maken,
voor de armen, de zwakken, voor God....
Ja, laten we in deze advents­tijd
“tot inkeer komen”,
die obstakels verwij­de­ren,
geen luie-stoel-chris­ten­dom,
maar alles klaarmaken
voor Zijn komst!
Amen

Terug