Arsacal
button
button
button
button


Voorzitter Moslimraad, dominee en bisschop bij vluchtelingen

Bezoek aan Haarlemse Koepel

Nieuws - gepubliceerd: vrijdag, 16 oktober 2015 - 572 woorden
geestelijke vertegenwoordigers en Koepeldirecteur en -medewerkers
geestelijke vertegenwoordigers en Koepeldirecteur en -medewerkers

De Koepel in Haar­lem is sinds een maand in gebruik als nood­op­vang voor vluch­te­lingen. Op vrij­dag 16 ok­to­ber bracht ik samen met een ver­te­gen­woor­diger van de Pro­tes­tantse kerk en een ver­te­gen­woor­diger van de Moslim­ge­meen­schap een bezoek aan de vluch­te­lingen die daar ver­blij­ven.

Het bezoek was geor­ga­ni­seerd door de heer Ernst Meyknecht, van de dienst caritas van het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam; deel­ne­mers waren de predi­kant van de Grote of St. Bavo­kerk in Haar­lem, ds. Bernard Luttikhuis, namens de Pro­tes­tantse Kerk uit Haar­lem. Dominee Luttikhuis is tevens voor­zit­ter van de Voedsel­bank Haar­lem. Namens de moslim ge­meen­schap Haar­lem nam de heer Mohamed Bhoelan deel, die voor­zit­ter is van de Islami­tische Raad Haar­lem. Voor de contacten met de vluch­te­lingen was de aanwe­zig­heid van de katho­lie­ke pries­ter Maroun Saliba een grote hulp. Hij is een Arabisch sprekende pries­ter van de katho­lie­ke maroni­tische kerk, afkoms­tig uit Libanon.

Van de directeur en twee mede­wer­kers van De Koepel kregen we een harte­lijk welkom en een inlei­ding op ons bezoek. De laatste weken zijn voor hen keihard werken geweest om alles geor­ga­ni­seerd te krijgen. De sfeer onder de vluch­te­lingen is rede­lijk tot goed, zo ver­tel­den zij, al blijft het altijd moei­lijk om de regie over je leven kwijt te zijn, te moeten wachten en af­han­ke­lijk te zijn. Een groot deel van de vluch­te­lingen is Moslim, zo'n twin­tig procent zijn chris­te­nen, waar­on­der de meeste vluch­te­lingen uit Eritrea. Zo'n twin­tig procent zijn vrouwen, die in een eigen vleugel zijn onder­ge­bracht, die voor de mannen verbo­den terrein is. In Haar­lem is er dan ook geen probleem dat vrouwen las­tig gevallen wor­den, zoals dat elders schijnt te zijn waar geen ge­schei­den opvang moge­lijk is.

Tijdens ons bezoek spraken we een heel aantal vluch­te­lingen, onder wie opeens wel een op­val­lend groot aantal christen zei te zijn... Voor som­mi­ge jonge mannen zijn de maaltij­den wat aan de krappe kant, gelukkig krijgt een aantal van hen 'bijvoe­ding' onder meer door de hulp van een pries­ter, die weke­lijks twin­tig tot der­tig mannen opvangt en hun een maal­tijd biedt. Som­mi­gen gaven ook aan dringend behoefte te hebben aan kle­ding en sigaretten (dat laatste leek me iets min­der nood­za­ke­lijk...). In de Koepel is dage­lijks wel medische zorg aanwe­zig.

De Koepel zit momenteel vol, bijna 400 vluch­te­lingen ver­blij­ven er en wachten op het begin van hun asiel­pro­ce­du­re, wat normaal 2-3 weken duurt, maar nu was uitgelopen tot 12-16 weken door de lange wachttij­den bij het aanmeld­cen­trum in Ter Apel. Intussen wor­den maat­regelen geno­men, zo vernamen we, om ook in Am­ster­dam de vluch­te­lingen te kunnen horen en de pro­ce­dure te versnellen, want in deze eerste fase is er voor de vluch­te­lingen "bed, bad en brood", maar geen finan­ciële onder­steu­ning.

Wat me opviel was dat de directeur en de mede­wer­kers van het COA, de organi­sa­tie die de opvang ver­zorgt, dui­de­lijk hart hebben voor deze mensen en er voor hen het beste van willen maken. Ook de sfeer die we zagen onder de vluch­te­lingen was harte­lijk en tame­lijk opgelucht, waarbij we ook begrip aantroffen voor de moei­lijke omstan­dig­he­den die door de komst van zulke grote aantallen vluch­te­lingen zijn ontstaan.

Met de COA mede­wer­kers is af­ge­spro­ken dat we proberen te or­ga­ni­se­ren dat de vluch­te­lingen in groepen van ongeveer vijf­tig wor­den uit­ge­no­digd voor een rond­lei­ding door de Grote Kerk en moskee en een maal­tijd, zo moge­lijk bij "Sint Antonius kookt"/"Stem in de stad".

Overigens wordt op allerlei plaatsen in ons bisdom Haar­lem-Am­ster­dam actie onder­no­men door pa­ro­chies, PCI's en andere organi­sa­ties om iets te doen voor de vluch­te­lingen.

Terug