Arsacal
button
button
button
button


Abdissen en Abten Nederlandse en Vlaamse Trappistenkloosters bijeen

lerzing over de autonomie van abdijen

Nieuws - gepubliceerd: woensdag, 13 april 2016 - 449 woorden
Het moderne gastenhuis van de abdij van Zundert
Het moderne gastenhuis van de abdij van Zundert

In de abdij Maria Toevlucht in Zundert waren de Abten, abdissen en enkele mede­broe­ders en - zusters bijeen voor be­zin­ning, studie en uit­wis­se­ling. Op woens­dag 13 april was ik door hen gevraagd vanuit kerk­rechte­lijk per­spec­tief iets te ver­tellen over de autonomie van rechtens zelf­stan­dige kloosters, zoals de abdijen zijn.

Het was een harte­lijke ont­moe­ting waarbij ook een af­ge­vaar­digde van de Franse Trap­pis­ten­ab­dijen aanwe­zig was en de procurator generaal van de orde die in Rome is geves­tigd.

In Neder­land is slechts één Trappistinnen­ab­dij: Koningsoord, in de buurt van Arnhem, waar bin­nen­kort de nieuwe abdis zal wor­den gewijd. In België zijn twee Trappistinnen­ab­dijen (Brecht en Klaarland). Trap­pis­ten­ab­dijen zijn er meer, in Neder­land kennen we de abdij die voor­heen in Diepenveen was en zich sinds kort op Schiermonnikoog heeft geves­tigd, de abdij van Lilbosch in Peij-Echt, de abdij de Koningshoeve bij Tilburg en de gastheer-abdij voor deze kon­fe­ren­tie in Zundert. In Achel is nog een kleine groep die sinds enige tijd afhangt van de abdij van Westmalle. Van de vroe­gere Trap­pis­ten­ab­dij is nog één monnik over, de vroe­gere abt, die bijna hon­derd jaar oud is.

De abdijen ont­van­gen gasten en som­mi­ge abdijen brouwen bier. Tilburg heeft een mooi restaurant bij de abdij en biedt de moge­lijk­heid rondgeleid te wor­den door de brouwerij. In Zundert is de bierproduktie nog niet zo lang gele­den gestart. In ieder geval geldt voor alle kloosters van de Bene­dic­tijnse traditei (waar ook de Trap­pis­ten toe behoren): ora et labora, bid en werk!

Gelukkig zijn er ver­schil­lende abdijen die roe­pingen hebben gekregen en een rede­lijk gezonde leef­tijdsop­bouw hebben. Andere abdijen verkeren in grotere moei­lijk­he­den en van­daar dat het thema van de autonomie werd behandeld. Het doel van de autonomie is eigen­lijk gees­te­lijk: om de eigen geest en tradities en het eigen cha­risma goed te kunnen bewaren is een onaf­han­ke­lijk­heid nood­za­ke­lijk. Die autonomie betreft met name het bestuur, de aanname en vor­ming van nieuwe broe­ders en zusters en de klooster­eco­no­mie. Een be­lang­rijk vereiste om dat te kunnen rea­li­se­ren is een voldoende aantal leden van de klooster­ge­meen­schap om al deze taken goed waar te kunnen nemen. Als de voor­waar­den ont­bre­ken om de autonomie te rea­li­se­ren moeten er maat­regelen wor­den geno­men en dat kan juist door de onaf­han­ke­lijk­heid weleens niet zo ge­mak­ke­lijk zijn, omdat de broe­ders of zusters hechten aan de situatie zoals zij die altijd hebben gekend. Wat dat betreft, zo heb ik de aanwe­zigen ver­teld, is het verschil met som­mi­ge pa­ro­chies niet zo heel groot. Die maat­regelen kunnen ver­schil­lende vormen aan­ne­men, zoals het klooster affiliëren met een ander klooster van waaruit de (hogere) lei­ding wordt over­ge­no­men.

De lezing die ik daar heb gehou­den zal later nog in een of andere vorm wor­den ge­pu­bli­ceerd.

 

Terug