Arsacal
button
button
button
button


Identiteit van katholiek onderwijs in onze samenleving

Lezing op VKLO-dag

Artikel Onderwijs - gepubliceerd: dinsdag, 21 maart 2017 - 2382 woorden
Tijdens de pelgrimstocht door Zwolle
Tijdens de pelgrimstocht door Zwolle

Op 21 maart waren de bis­schop­pe­lijk gedele­geer­den voor het onder­wijs in Zwolle bijeen voor hun ver­ga­de­ring en zij schoven aan­slui­tend aan bij de ont­moe­tings- en in­spi­ra­tie­dag van de Vereni­ging Katho­lie­ke Leraren Oplei­dingen (VKLO), bij welke gelegen­heid ik on­der­staan­de lezing heb gehou­den.

Er waren op deze dag twee lezingen voor­zien. De eerste werd gehou­den door Henk Swart, beleids­ad­vi­seur van de VKLO. Hij sprak “over de Moderne Devotie en over katho­lie­ke iden­ti­teit in heden en toe­komst”. Van de tweede lezing vindt U de tekst hier­on­der. Daarna hiel­den de deel­ne­mers een pelgrims­tocht door de bin­nen­stad van Zwolle, waarbij met name aan­dacht werd besteed aan de sporen die de Moderne Devotie in deze stad heeft nagelaten. Er waren bij allerlei bete­ke­nis­volle haltes zin­volle vragen voor­zien ter bespre­king in kleine groepjes van twee of drie mensen.

Iden­ti­teit van Katho­liek Onder­wijs in onze tijd

Frag­menta­rise­ring

Veel mensen, politici, opiniemakers, ker­ke­lijke lei­ders en gewone bur­gers maken zich zorgen over de toe­komst van onze samen­le­ving. Een van de grotere zorgen betreft de frag­menta­rise­ring van de maat­schap­pij: dat de samen­le­ving uiteen valt in groepen die geen gemeen­schap­pe­lijk cultureel kader, geen gemeen­schap­pe­lijke basis hebben. Dat dit breed als een probleem wordt ervaren, bewijst de opkomst van het populisme, dat met name stoelt en rea­geert op het gevoel van mensen dat zij hun eigen culturele iden­ti­teit aan het verliezen zijn, het gevoel dus dat zij uitgeleverd zijn aan Europa en de Islam waarbij hun eigen­heid te gronde gaat.

Populisme

We hebben de verkie­zingen net achter de rug waarin deze trend beves­tigd is: populisme en een meer uit­ge­spro­ken hou­ding tegen­over de Islam hebben gewonnen, al was de winst van het anti-Europa en anti-Islam­kamp mis­schien lang niet zo groot als som­mi­gen had­den gevreesd. Daarbij moeten we, lijkt me, wel bedenken dat ver­schil­lende poli­tieke partijen zich steeds dui­de­lijker over kwesties van eigen­heid en iden­ti­teit zijn gaan uit­spre­ken, dat is niet meer het monopolie van typisch populis­tische partijen. Vorige week nog hebben we een voor­beeld daar­van gezien: al jaren vertonen Turkse politici zich in Neder­land met het oog op allerlei poli­tieke issues in hun land, rond onze laatste verkie­zingen werd dat dui­de­lijk aange­kaart als proble­ma­tisch. In de lan­den om ons heen - Frank­rijk, de Verenigde Staten, maar ook Italië, Duits­land en andere lan­den - zien we het­zelfde feno­meen, zij het in ver­schil­lende mate. Nu zijn er ver­schil­lende soorten van populisme - ook onze paus Fran­cis­cus is in zekere zin een populist - maar het populisme dat aan de winnende hand is, rea­geert vooral op het gevoel van mensen dat zij hun eigen­heid kwijt raken, dat we overspoeld wor­den en iets kost­baars verliezen: onze iden­ti­teit.

Cultuur en iden­ti­teit

Maar wat is die iden­ti­teit? Daar komen we aan een moei­lijk probleem, waar in onze samen­le­ving nau­we­lijks een gemeen­schap­pe­lijk ant­woord meer op bestaat. Zeker, onze culturele traditie is de chris­te­lijke cultuur, waarop som­mi­ge politici zich inder­daad be­roe­pen. Anderen stellen het liberale gedachten­goed centraal dat vooral uitgaat van de zelf­stan­dig­heid en vrij­heid van het individu; op dit moment is de socialis­tische variant die het col­lec­tief en de zorgzame over­heid centraal stelt, niet zo krach­tig aanwe­zig. En zelfs wanneer denkers of groepen het erover eens zijn dat de chris­te­lijke cultuur onze traditie en ach­ter­grond is, zijn er ver­schil­lende meningen over hoe dit begrip dan ingevuld zou kunnen/moeten wor­den.

Eigen taal

Als ik in het westen van ons land over straat loop, zie ik die ver­de­ling van onze samen­le­ving overal om me heen. Ik hoor om me heen allerlei niet-Europese talen spreken; jon­ge­ren met een­zelfde ach­ter­grond trekken met elkaar op en spreken hun eigen taal. Er zijn winkels, kappers, eet­hui­zen en ge­meen­schaps­cen­tra die bezocht wor­den door mensen met een bepaalde culturele en etnische ach­ter­grond en niet door andere. Na­tuur­lijk is dat allemaal niet heel erg, het is te begrijpen dat mensen die zich in een nieuw land geves­tigd hebben, graag contact hou­den met volks­ge­no­ten van het land van her­komst. Binnen de katho­lie­ke kerk zijn er tenslotte ook mi­gran­ten­ge­meen­schappen die aan nieuwe Neder­lan­ders in feite een sociaal kader bie­den waardoor ze geholpen wor­den zich hier thuis te voelen en waardoor ze min­der kans hebben om verloren te lopen. Hun eigen katho­lie­ke ge­meen­schap geeft bovendien een vorm van aan­slui­ting bij de cultuur die we hier kennen.

Afstand tot de cultuur

Bij nieuwe moslim-mi­gran­ten speelt daar­en­te­gen ook een afstand tot een cultuur die zij niet kennen vanuit hun eigen ach­ter­grond, waar­mee zij zich niet iden­ti­fi­ceren en die hun blijkens onder­zoeken (bijv. o.m. onder­zoek van prof. Ruud Koopmans) vaak verwerpe­lijk voor­komt. Vanuit hun eigen culturele ach­ter­grond hebben zij een ander begrip van vrij­heid en van ver­hou­ding tussen gods­dienst en poli­tiek. Hier ligt een be­lang­rijk verschil met de tijd van de zo­ge­naamde “ver­zuiling”, die ener­zijds de moge­lijk­heid kende de eigen levens­be­schou­wing gestalte te geven met gelijkgestem­den, ander­zijds een eigen verant­woor­de­lijk­heid en een eigen doel­stel­ling van de Staat - ge­schei­den van die van de Kerk - aanvaardde en een voldoende gemeen­schap­pe­lijke basis had in cultuur, taal en gods­dienst waarop mensen elkaar kon­den vin­den en zich als behorend tot één volk, één samen­le­ving kon­den ervaren. Dit maakt mijns inziens dui­de­lijk dat onze inzet erop gericht moet zijn de frag­menta­rise­ring van de samen­le­ving te door­bre­ken door struc­tu­reel de dialoog aan te gaan.

Katho­liek onder­wijs en dialoog

In de situatie waarin wij ons nu bevin­den, denk ik dat katho­liek onder­wijs een zeer be­lang­rijke rol te vervullen heeft om die dialoog tot stand te brengen, juist omdat dit onder­wijs gods­diens­tige en alge­meen-men­se­lijke waar­den ver­te­gen­woor­digt en tege­lijk niet binnen­ker­ke­lijk is, maar voor ie­der­een open staat. De waar­den die de katho­lie­ke school ver­te­gen­woor­digt en de levens­be­schou­wing die daarachter zit, zijn de brug om in gesprek te komen met anderen. De vraag of een katho­lie­ke school de eigen iden­ti­teit maar moet opgeven omdat er zoveel niet- katho­lie­ke leer­lin­gen op school zitten en er door de leer­lin­gen en de ouders zo weinig naar die iden­ti­teit wordt gevraagd, zou ik zeker met een krach­tig "nee" willen be­ant­woor­den. De eigen iden­ti­teit is juist de onontbeer­lijke voor­waarde voor een vrucht­ba­re dialoog, op voor­waarde na­tuur­lijk dat die eigen iden­ti­teit niet als dwingend maar als open wordt opgevat. De eigen iden­ti­teit is de basis waarop een vrucht­ba­re dialoog kan wor­den gevoerd. Mis­schien mag ik er in dit ver­band op wijzen dat katho­lie­ke scholen we­reld­wijd heel vaak scholen zijn die bijna uit­slui­tend door niet- katho­lie­ke leer­lin­gen wor­den bezocht. Die scholen hebben mensen opgeleid die nooit katho­liek zijn gewor­den maar die een cultuur en waar­den hebben mee­ge­kre­gen die hen hebben gevormd. Katho­lie­ke scholen hebben hen in staat gesteld om hun eigen opvat­tingen in dialoog te brengen met andere visies, hun blik te verbre­den en respect voor andere opvat­tingen te ont­wik­ke­len. Zo hebben deze scholen bij­ge­dragen aan een vreedzame samen­le­ving; het weg­val­len van deze scholen in som­mi­ge lan­den was dan ook een groot verlies voor de samen­le­ving.

Explici­te­ren en bereflec­te­ren

Nogal eens een keer hoor ik terug dat leraren en school­be­stuur­ders vin­den dat aan hun scholen niets katho­lieks meer te ont­dek­ken valt. Zeker is dat die katho­lie­ke waar­den best wel iets explicieter mogen en dat ver­die­ping van en aan­dacht voor die eigen iden­ti­teit en waar­den nodig zijn om ze niet weg te laten zakken. Ik ben ervan overtuigd dat het van belang zou zijn wanneer iedere leraar aan een katho­lie­ke school de basis­prin­ci­pes van de katho­lie­ke sociale leer over een recht­vaar­dige en mens­waar­dige opbouw van de samen­le­ving meer expliciet zou leren kennen en be-reflec­te­ren. Tege­lijk merk ik dat bepaalde katho­lie­ke waar­den vaak impliciet nog wel aanwe­zig zijn, als van­zelf­spre­kend wor­den aan­ge­no­men, maar dus weinig wor­den be-reflec­teerd en geëxplici­teerd.

Welke waar­den dan?

Laat me in dit ver­band een aantal waar­den noemen die eigen zijn aan katho­liek onder­wijs en die een brug kunnen slaan naar leer­lin­gen met niet-Neder­landse wor­tels en hen helpen om te integreren.

Oplei­ding of vor­ming?

Vanuit de bur­ger­lijke Over­heid is de nei­ging een school te be­schou­wen als een onder­wijsin­stel­ling waar goed onder­wijs wordt gegeven en die door die­zelfde over­heid wordt ge­con­tro­leerd; daarbij wordt gedacht aan het sla­gingspercentage, het onder­wijs­ni­veau en de organi­sa­tie van het onder­wijs, aan leerdoelen, een kennisbasis, de wijze van les­ge­ven door de leraar, recht op gelijke be­han­de­ling, voor­schriften rond admi­ni­stra­tie en andere meet­ba­re gegevens. Dat gaat zo ver dat de over­heid via de onder­wijs­in­spec­tie niet alleen de kwali­teit van het niveau kan bepalen maar ook of een les inhou­de­lijk goed is of niet (vgl. art. “Koester Onder­wijs­vrij­heid van T. Frankemölle in KN 17 maart 2017, p. 6). Daar­mee wordt feite­lijk een grens over­schre­den en mijns inziens de vrij­heid van onder­wijs aangetast. In deze vrij over­heer­sende bena­dering komt een visie op onder­wijs tot uiting die uitgaat van een “meten is weten”-cultuur, die een school primair ziet als “oplei­ding” en die een bepaalde vorm van kennis opdoen centraal stelt en iden­ti­teit eer­der ziet als een toefje slagroom op een taart, bij som­mi­gen ook nog met de onder­toon: als je gezond wilt leven laat je dat toefje weg.

Mens-zijn

Het wezen van katho­liek onder­wijs impli­ceert daar­en­te­gen een fun­da­men­tele gericht­heid op vor­ming, vor­ming van heel de men­se­lijke persoon, in al zijn dimensies. Daarbij is zeker het niveau van het onder­wijs van groot belang, maar nog be­lang­rijker dan de over­dracht van bepaalde vormen van kennis is dat die kennis geïntegreerd is in een visie op de mens. Het gaat in een katho­lie­ke school uit­ein­delijk niet om de weetjes of de vor­ming van arbeids­krachten, maar om mens-zijn met oog voor de grote waar­den van het leven, voor het ware, het schone, het goede. Dat vraagt om een coherente mens­vi­sie. In een katho­lie­ke school zijn Jezus Christus en het evan­ge­lie uit­ein­delijk de basis voor die mens­vi­sie. Dat komt tot uiting in de lessen gods­dienst- levens­be­schou­wing die in een school in­for­ma­tief van karakter zijn en niet zozeer cateche­tisch van aard, maar die basis komt zeker niet alleen daar tot uiting. Iden­ti­teit is niet een krent in de pap, maar is gist en zuurdesem voor het geheel. Iden­ti­teit is niet een extra kersje op een taart die onder­wijs heet, maar de basis-visie van waaruit we leven en werken. Juist zo’n coherente basis-visie gefun­deerd op evan­ge­lische waar­den, is een goede basis voor dialoog.

Ouders

Het dui­de­lijk accent dat het concept katho­liek onder­wijs legt op de vormende, opvoe­dende waarde van school en onder­wijs, brengt de ouders dui­de­lijk in beeld. Zij zijn van nature de eerste opvoe­ders. De goede samen­wer­king met de ouders en het betrekken van de ouders bij wat in school gebeurt, hoort bij katho­liek onder­wijs. Ook dit aspect van katho­liek onder­wijs draagt bij aan in­te­gra­tie en dialoog.

Feesten

Daar­naast zou ik heel concreet de grote feesten willen noemen, die een chris­te­lijke, ker­ke­lijke ach­ter­grond hebben, die in onze cultuur verankerd zijn en die in het katho­liek onder­wijs de nodige aan­dacht krijgen. Het geloof in een God en de vie­ring van de grote reli­gi­euze feesten zoals Advent en het Kerst­feest, de Vasten­tijd, Goede Vrij­dag en Pasen, Sint Maarten, Drie­ko­nin­gen en Sint Nicolaas helpt leer­lin­gen met een migratie-ach­ter­grond de brug te slaan naar de Neder­landse cultuur. De bele­ving en bespre­king van deze feesten die eigen zijn aan onze culturele ach­ter­grond, zijn ook van belang voor mensen met andere culturele en gods­diens­tige bagage.

Sociale leer

De grote beginselen van de katho­lie­ke sociale leer zijn in de katho­lie­ke visie uitgangs­punt voor de opbouw van een samen­le­ving en uitgangs­punt - zoals ik al even heb genoemd - voor katho­liek onder­wijs. Die beginselen hou­den in dat mensen centraal staan, maar mensen niet indi­vi­dua­lis­tisch begrepen: het gaat om mensen die als sociale wezens geschapen zijn, verbon­den met anderen, geholpen door anderen, open naar anderen, het gaat om alge­meen wel­zijn, om sub­si­dia­ri­teit en soli­da­ri­teit en de par­ti­ci­pa­tie van alle bur­gers. Die kern­be­grippen van de sociale leer kunnen we vandaag niet allemaal uit­werken in deze lezing, maar ik wil ze toch graag even hebben aangestipt.

Iden­ti­teit is bijdrage aan dialoog

Ook dit hoort bij een katho­lie­ke school: er heerst een open sfeer, zon­der zieltjeswinnerij; ie­der­een wordt ge­res­pec­teerd, wat niet in tegen­stel­ling staat tot een dui­de­lijke maar open bele­ving van de eigen iden­ti­teit: ook de school mag zich­zelf zijn en als zij zich­zelf is als katho­lie­ke school, is dát juist een bijdrage aan de dialoog waardoor leer­lin­gen van niet-Neder­landse afkomst kunnen integreren, de cultuur kunnen begrijpen en wellicht ook gaan waar­de­ren.

In Rome

In no­vem­ber waren we in Rome voor de Neder­landse dag in het kader van het Jaar van Barm­har­tig­heid. Met mensen uit het onder­wijs bezochten we de Con­gre­ga­tie voor de katho­lie­ke opvoe­ding, het Vati­caanse de­par­te­ment dat zich bezig houdt met katho­liek onder­wijs. Twee gesprekken von­den er plaats, één met onder meer een aantal school­lei­ders, een tweede in kleine kring met ver­te­gen­woor­digers van Verus en de Neder­landse Katho­lie­ke School­raad. Voor­zit­ter Titus Frankemölle heeft er al over ver­teld in zijn preek bij hon­derd jaar OMO-onder­wijs. Er werd ons door de Vati­caanse instanties op het hart gedrukt om na te denken over en te werken aan in­te­gra­tie en dialoog, met name met de Islam en te bezien wat voor bijdrage wij daar concreet aan kunnen leveren. Deze Romeinse Con­gre­ga­tie heeft daar zelf een eerste aanzet toe gegeven met de publi­ca­tie van het do­cu­ment “Opvoe­den tot in­ter­cul­tu­rele dialoog in de katho­lie­ke school” in 2013; Engelse tekst) .

Ik merk dat die vraag bij bij­voor­beeld Verus en NKSR wordt opgepakt.

Die gesprekken in Rome waren weer een teken dat een katho­lie­ke school ge­ken­merkt wordt door een eigen iden­ti­teit in open­heid voor anderen, waarbij die eigen culturele en gods­diens­tige iden­ti­teit een bijdrage is aan een goede dialoog, het gesprek zoekt en wil verbin­den.

 

                                                                     +Jan Hendriks
                                                                     Bis­schop-referent voor het onder­wijs

Terug