Arsacal
button
button
button
button


Het begint met een lichtpuntje...

Dagmis van Kerstmis in Heiloo

Overweging Preek - gepubliceerd: woensdag, 25 december 2019 - 887 woorden

Voor de dag­mis van kerst­mis was ik in de grote bede­vaart­ka­pel in Heiloo. Na de nacht­mis daar in een volle kapel met rector Jeroen de Wit, werd de dag­mis gevierd met een Mozart­mis van het koor.

Nu was de kapel niet meer vol, maar toch nog goed bezet en het valt me op dat er ook meer jon­ge­ren komen. Na afloop was er in het Oesdom een kerst­bij­een­komst waarbij de zusters rond gingen met kerststol en pannettone.

 

Homilie

Nood...

Het wordt zo vaak gezegd:
Nood leert bid­den
(hier in Heiloo zou­den we ook kunnen zeggen:
Onze Lieve Vrouw ter Nood leert bid­den).
En het is wel zo
dat de arme mensen
waar ook in de wereld
meestal gelo­vi­ger zijn dan rijke mensen.
Wie alles heeft en niets meer nodig heeft,
denkt min­der reden te hebben
om in God te geloven en te bid­den.
Het zijn dan ook aller­eerst de her­ders,
een­vou­dige, arme mensen
die de stal en het Kind bezoeken.
En mis­schien is het ergens ook met ons
wel zo gegaan:
dat we het best kon­den bid­den
en het meest gebe­den hebben
in tij­den van nood,
toen we onze eigen armzalig­heid voel­den.

Het grootste feest?

Van harte wens ik U allen nogmaals
een zalig en gezegend kerst­feest toe.
We vieren de geboorte van een weerloos Kind,
dat niet kan spreken,
dat in arme­lijke omstan­dig­he­den is geboren,
in de stal van Beth­le­hem.
Won­der­lijk genoeg
is het juist dit feest
dat we­reld­wijd
het meest tot de ver­beel­ding spreekt.
Toch is Pasen voor ons chris­te­nen
het grootste feest:
dan vieren we de verlos­sing
en de ver­rij­ze­nis van onze Heer.
Terwijl het Paas­feest altijd is gevierd
vanaf de eerste chris­te­nen,
kwam Kerst­mis er bijna 400 jaar later pas bij.
Het is ook maar een klein begin,
dat Kind in de stal.
Toch zitten de kerken in de kerst­nacht
voller dan met Pasen
en zijn de kerst­lied­jes
aan ie­der­een bekend
en er zijn tal­loze gebruiken
met het kerst­feest verbon­den;
er is veel meer feest en roman­tiek
rond Kerst­mis
dan op Pasen het geval is.

Een licht

Hoe dat kan horen we al zo’n beetje
in het evan­ge­lie van deze ochtend,
het begin van het Johannese­van­ge­lie.
Daar gaat het niet om Maria en Jozef
niet om de stal met het pas­ge­bo­ren Kind,
niet om de engelen die zingen
en de her­ders die naar Beth­le­hem gaan.
Vanmorgen gaat het over het licht
dat in de duisternis schijnt.

Licht in de storm

Het is een licht­puntje nog maar,
toch zegt een licht­puntje vaak meer
dan een zee van licht.
We zou­den het kunnen ver­ge­lij­ken
met een schipper
die tij­dens een storm op zee ver­keert,
maar in de verte het licht van de vuurtoren ziet.
Dat licht geeft hem rich­ting,
dat licht geeft hem hoop.
Stormen op zee
zijn met de oorsprong
van bede­vaart­plaatsen verbon­den.
Voor Alkmaar was het een schipper
die voor de kust van Vlis­singen
in nood ver­keerde,
maar hem verscheen een engel
die hem opriep het heilig Bloed te vereren
en op bede­vaart naar Alkmaar te gaan;
toen hij zich dat voornam werd de man gered.
En ook hier in Heiloo
staat een schipper aan de oorsprong
die tij­dens een zware storm op zee
dreigde te ver­gaan
en beloofde een kapel voor Maria te bouwen
als hij behou­den aan land zou komen.
Wat deze mensen overkwam
is een mooi beeld voor ons leven,
dat vaak wordt vergeleken
met een schip op de levens­zee:
soms zijn er woelige tij­den,
stor­mach­tig en onzeker.
We komen er dan eigen­lijk
alleen goed door heen
als we rich­ting hebben, op koers blijven:
bepaalde vaste waar­den
die we vast weten te hou­den,
met name ons geloof.

Vaak is het licht maar klein...

Als je geen geloof hebt
en de zee is erg woelig,
dan is er geen uit­zicht meer
en zie je het gauw niet meer zitten,
zeker als je weinig steun van anderen hebt.
Maar als je geloof hebt
is er zelfs dan een licht dat in de duisternis schijnt,
een gees­te­lijk licht,
dat iedere mens verlicht.
De evangelist Johannes zegt ons vandaag;
open je hart voor dit licht..
Dat licht is vaak klein en nie­tig,
zoals het Kind van Beth­le­hem dat was,
maar als we Hem aan­vaar­den,
dus ons aan Hem vast hou­den,
ook al is Hij nog zo klein
temid­den van al die duisternis,
dan zal dat licht ons dragen,
ons verwarmen, ons uit­zicht bie­den
en ons de heer­lijk­heid laten zien
waarin God leeft.

Het kleine overwint

Ja, dat licht lijkt heel klein
in een wereld vol problemen
en velen in de wereld
halen hun sch­ou­ders erover op,
maar richt je op het po­si­tie­ve, het mooie
dat van God komt en dat zál over­win­nen
en niet op de macht van het kwaad;
trouwens, als we de ge­schie­de­nis nagaan:
wat mach­tig was en groot, geweld­da­dig en over­heer­send,
is toch voorbij gegaan en ingestort.
Het licht in de wereld en in ons leven
zijn in feite vaak licht­puntjes in een zee van duisternis,
maar wie ze voor ogen houdt,
zal door dat licht wor­den verlicht.

God als een licht­puntje

Vaak is er maar een klein beetje licht
in de wereld, in ons leven,
geen zeeën van licht.
Zo is God zelf
in deze wereld geko­men
door de geboorte van dit Kind:
een klein licht­punt,
geboren in een verborgen hoekje van de aarde;
wat mis­schien meer aanspreekt
dat het stralend licht van Pasen
omdat ook ons leven vaak zo is:
het licht is klein, licht­puntjes zijn het.
Maar dit licht is het begin
en Pasen is de belofte, de toe­komst.

Laten we dus met ver­trouwen neer­knie­len
bij het Kind dat zo een­vou­dig kwam,
maar dat alle mensen kwam verlichten.

Terug