Arsacal
button
button
button
button


Kerstmis vieren in de tijd van het virus

Digitale viering voor de medewerkers van het bisdom

Overweging Bezinning - gepubliceerd: vrijdag, 18 december 2020 - 1279 woorden

Vrij­dag 18 de­cem­ber waren de bisdom-medewewrkers digi­taal bij elkaar voor de Kerst­vie­ring, normaal een gezellig gebeuren, met mooie zang, gebed, een over­we­ging en een glas na afloop. Nu waren we dus op deze manier met elkaar verbon­den. Bisdom-mede­wer­kers had­den leuke filmpjes gemaakt die ze deel­den en ik heb een over­we­ging gehou­den, rond het thema licht en duisternis... want het zijn rare tij­den...

Licht en duisternis

In de dag­mis van Kerst­mis horen we de volgende woor­den in het evan­ge­lie:

Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan...
Het ware Licht dat iedere mens verlicht kwam in de wereld (Jo. 1).

Deze tekst is, zo stond in het Neder­lands Dagblad, in een peiling uitgekozen tot Bijbel­tekst van het jaar. Dat heeft na­tuur­lijk met de Corona-tijd te maken.

In veel gezegdes en spreuken wordt ervan getuigd dat licht voor ons een be­lang­rijke sym­bo­li­sche bete­ke­nis heeft: “een licht­puntje zien”, “iemand is een verlichte geest”, “daar gaat me een licht op”, “nu wordt het mij hel­der”, “laat je licht daar eens over schijnen”, “iets het licht doen zien”, enzo­voorts.

De duisternis daar­en­te­gen hoort bij de nacht, men spreekt van het “uur van de duisternis”, “een duister zaakje”, dus het uur van het kwaad. En ook “het blijft me duister” of “Ik zie het donker of somber in”, dat wil zeggen dat je het nog niet ziet, dat je geen toe­komst ziet, geen uit­komst weet enz. Dus duister en donker wor­den op vele manieren met iets nega­tiefs geas­so­ci­eerd.

In de nacht­mis - die we dit jaar niet kunnen vieren, behalve via de live­stream (Ka­the­draal TV of KRO-TV) horen we: “Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien” (Jes. 9,1). Dat slaat op de duisternis van de zonde en de duisternis van het niet zien, moeten wachten op uit­komst.

Licht in ons leven

Licht en donker zijn ons dus heel ver­trouwd, ze komen ook in ons eigen leven voor. Die perio­den in het leven wisselen elkaar af: soms gaat het je goed, soms niet zozeer.

Af en toe komt het voor dat je je gewel­dig voelt, aan­geraakt door God, gedragen door Hem, “top of the world”, dan is het geen kerst­mis maar zelfs Pasen voor je: de Heer straalt in alle heer­lijk­heid, je wordt als het ware gedragen op Zijn vleugels.

En als het donker is...

Soms zit je inder­daad in het donker: er zijn veel vragen, je ziet nog niet hoe het ver­der gaat/-moet of je merkt in jezelf een onmacht om bepaalde dingen te ver­an­de­ren in je omstan­dig­he­den of ook in je eigen leven, daar­on­der kun je ook bepaalde fouten rekenen die je hebt gemaakt, waar je je als het ware door vast gehou­den kunt voelen. “Ik zou dat eigen­lijk niet moeten doen, maar het gaat steeds toch weer niet goed...”.

Het duister als genade-kans

Deze dingen en omstan­dig­he­den met duisternis vormen ook ergens een genade-kans:

- je kunt in je eigen nood ervaren dat je een Ver­los­ser nodig hebt; dit is de basis voor je geloof: ik kan niet leven zon­der Gods kracht, zon­der Zijn genade. Je kunt het niet alleen.

Dit is een van de be­lang­rijk­ste dingen in je leven die je kunt ervaren!

Voorspoed maakt vaak op­per­vlak­kig. Wees ook blij met moei­lijke dingen. Mijn gees­te­lijk leidsman/spi­ri­tu­aal op het semi­na­rie zei me: “Bedank God ook voor je lij­den”. En inder­daad, dat bleek een goed advies.

Wat kan een donkere periode ons geven?

- In het donker word je gevormd: “De nacht van de ziel” noemde Johannes van het Kruis dit.

Herinner je je nog de tijd van de filmrolletjes? Die moest je in een donkere kamer ont­wik­ke­len; als je het rolletje in het licht uit de camera haalde, was alles verknoeid. Zo is het met ons. Je bent als een belicht nega­tief: Gods licht is erop geko­men en als het ont­wik­keld wordt krijg je een prach­tige foto, een soort “god­de­lijke afdruk”. Je moet groeien in het donker, van­daar ook de advents­tijd: wachten in het donker op het licht van kerst­mis (dat schijnt mid­den in de nacht)

Het donker in je leven heeft dus zijn eigen functie: je helpen ervaren dat je een Ver­los­ser nodig hebt, je leren op God te ver­trouwen, je vormen tot een mens dat Gods beeld en gelijkenis steeds helder­der uit­straalt.

Ver­wach­tings­vol leven als het donker is

Dus daarom is de Advents­tijd, vier weken wachten op het kerst­feest: je moet in het donker wachten op het licht, van­daar deze Advents­tijd in de donkere dagen voor kerst­mis. Ons leven is nu meer bepaald door het wachten, omdat ons leven door het Corona-virus ietwat in een pauzestand staat. Maar we kunnen van dit wachten - wachten tot het voorbij is, wachten op het vaccin - ook een posi­tief wachten, een ver­wach­ten maken. Wat kun je leren door zo´n periode van wachten?

Geduld leren als het donker is.

Je moet geduld leren. Je hebt er geen idee van hoe jouw leven veran­derd is ten opzichte van dat van de mensen bij­voor­beeld hon­derd jaar gele­den:

Die trokken er een dag voor uit als ze een keer nieuwe kleren moesten kopen in de stad: dat was een hele onderne­ming; ze deden dat hoogst zel­den; ze trokken er een ochtend voor uit als ze naar het ge­meen­tehuis moesten. Wij rij­den er vlug even langs, maar alleen als het echt niet digi­taal kan. Je had vroe­ger mensen die nooit van hun dorp af waren geko­men. Vroe­ger moest je een brief be­ant­woor­den en daar ging je echt voor zitten, nu is het mailtje of app-je met een paar woor­den al weer weg en dat zijn er vaak tien­tal­len per dag. Alles gaat nu heel snel, heel veel afwisseling, onze pro­gram­ma’s zitten vol.

Maar als dingen snel gaan, maken ze maar een heel op­per­vlak­kige indruk op je. Verge­lijk bij­voor­beeld de indruk die de natuur op je maakt als je erin wandelt met de indruk die het­zelfde maakt als je er in een auto langs zoeft.

Niet altijd alles on­mid­del­lijk...

In Afrika wachten mensen een dag op de bus, wij kunnen niet meer wachten. Als de trein tien minuten te laat is, klaagt heel het land. Ook onze behoeftes moeten on­mid­del­lijk vervuld wor­den: als je iets wilt, koop je het. Daardoor wordt alles min­der waard. Als je ergens lang naar toe leeft, je er op voor­be­reid, je erop verheugt, ervaart dat je het nu nog niet kunt hebben, maar eens wel, dan zal je meer vreugde beleven aan de dingen die je krijgt en je leeft wat meer zoals ons leven nu eenmaal is. Veel mensen keken vroe­ger - vér voor de Corona-tijd - in de kerst­va­kan­tie naar fol­ders en web­si­tes naar de vakantiebestem­ming voor de zomer: waar gaan we naar toe? Dat gaf al heel veel “voorpret”. Ons hele leven lijkt daar een beetje op: we hebben hier op aarde wel de “voorpret”, het uitzien naar, de fol­ders en web­si­tes hebben we al gezien, maar de eigen­lijke reis naar die mooiste vakantie-bestem­ming komt pas aan het einde van je leven.

Het is goed om te beleven dat je een wachtende mens bent. Dat is ook zo!

Nu wachten we op het kerst­feest, feest van hoop en vreugde, feest van het licht.

Her­in­ne­ring...

Ik wil ook speciaal denken aan degenen onder ons die het afgelopen jaar een moei­lijk jaar hebben gehad doordat zij een heel dier­baar iemand hebben moeten missen. Ik bid voor hen om kracht, om vrede, om hoop en uit­zicht en om rust en vrede voor hun dier­ba­ren.

Terug