Arsacal
button
button
button
button


Vragen zijn welkom, maar niet alle vragen zijn echt een vraag

32e zondag door het jaar en nu Ad Limina...

Nieuws - gepubliceerd: zondag, 6 november 2022 - 1000 woorden
Eens zullen alle vragen worden beantwoord...
Eens zullen alle vragen worden beantwoord...

Zondag 6 no­vem­ber vierde ik de Eucha­ris­tie in de ka­the­draal. We ston­den stil bij het stellen van vragen en over hoe je ant­woord kunt krijgen op de grote vragen van het leven. Het was Wil­li­brord­zon­dag en dus hebben we bij­zon­der gebe­den voor de een­heid van de chris­te­nen. Ook was er gebed voor het Ad Limina bezoek, de week van pelgrimage en overleg die de bis­schop­pen de ko­men­de dagen in Rome beleven.

Aan het einde van de Mis werd aan­dacht gevraagd voor het werk van de Caritas in de pa­ro­chie. Dat gaat van inzamelingen voor de voedsel­bank, het bezoeken van alleenstaan­den, mensen in nood en rouwen­den tot enkele concrete algemene acties voor deze mensen en hulp in concrete omstan­dig­he­den. De Caritas zoekt nog nieuwe bestuurle­den!

Ad Limina

Over dat Ad Limina bezoek zal ik de ko­men­de dagen meer schrijven. Het zijn dagen van overleg met de Di­cas­te­ries van de Romeinse Curie, een gesprek met paus Fran­cis­cus en heilige Missen in de grote basilieken van Rome. Ook zijn er ont­moe­tingen met mw. Ruigrok, de nieuwe am­bas­sa­deur bij de heilige Stoel (zoals kerk en Vati­caan in het inter­na­tio­nale rechts­ver­keer wor­den genoemd) en in de kerk en het college van Santa maria dell'Anima (waar paus Adrianus VI begraven ligt).

Homilie

Vragen staat vrij!

32e ZONDAG DOOR HET JAAR C

Een mond vol tan­den

Eén dwaas kan meer vragen stellen,
dan duizend wijzen kunnen be­ant­woor­den.
Trouwens je hoeft daar niet eens dwaas voor te zijn:
een kind kan dat al,
zoveel vragen stellen,
dat papa en mama met al hun kennis en kunde
met een mond vol tan­den staan.

Een kind en een dwaas kijken we er niet te zeer op aan;
zij beseffen nog niet
dat je nu eenmaal niet op alle vragen
een ant­woord kunt krijgen.

Leve de vragen!

Trouwens, laten we blij zijn als kin­de­ren vragen stellen;
ik wens U toe dat ze het ook nog doen
als ze groter zijn,
want het is een kost­baar iets
als mensen, jon­ge­ren met vragen komen;
een eer­lijke vraag
is een teken van open­heid, van belang­stel­ling,
van de ver­wach­ting
dat je van de ander iets kunt leren
aan kennis of levens­er­va­ring.

Mensen die vragen
wor­den wijzer,
mensen die eigen­gereid zijn, niet.

Vragen staat vrij,
zeggen we dan ook harte­lijk.

De grootste vragen...

En al weten we
dat niet al onze vragen wor­den opgelost
in dit leven
- ja zelfs dat de grootste vragen
altijd zullen blijven:
"daar moet je mee leren leven",
zeggen we dan zo ge­mak­ke­lijk -,
het is toch niet gek
om zelfs over die vragen na te denken
waarop je het laatste ant­woord
niet krijgt.
De grootste en moei­lijkste vragen
betreffen altijd weer
goed en kwaad,
leven en dood,
het waarom van de dingen.
Daar moeten we allemaal
vroeg of laat mee worstelen.

Be­zin­ning

Vandaar dat we ons in de kerk
regel­ma­tig op die vragen be­zin­nen.
Mis­schien gaat het de ene keer bijna langs U heen,
of is het maar één woord of een zin
die U raakt.
Een andere keer zal dat wel weer eens anders zijn.
Maar iets anders is nog veel be­lang­rijker:
God zelf is aanwe­zig in ons mid­den,
"waar twee of drie in Mijn Naam aanwe­zig zijn"
en Hij is aanwe­zig in het Woord van God dat gelezen wordt,
in de Eucha­ris­tie die wij vieren,
in de communie die wij ont­van­gen.
Dus God is hier met ons bezig,
wij wor­den door Hem gevormd,
de ene keer langs onze leegte en dor­heid,
of door ons verdriet
de andere keer door onze vreugde en vertroos­ting.
En gaandeweg wordt dan toch
een tipje van de sluier opgelicht
en gaan we iets van de grote mysteries van het leven begrijpen.
Zo krijgen we gaandeweg
toch iets van een ant­woord.

Het voor­beeld

Trouwens, iedere keer als we met iets zitten,
het gaat niet zo lekker op school
of hoe moet ik dat kind van mij aanpakken
of hoe krijg ik mijn huwe­lijk goed
of hoe moet ik ver­der met mijn verdriet
of help mij toch ...
dan horen we hier de woor­den van Jezus:
"Volg mij na"
en zo wor­den onze gedachten bij het horen
van de verhalen uit de Bijbel
en van de woor­den van de preek
gericht op de vraag:
"Hoe zou Jezus dit hebben gedaan,
als Hij in mijn schoenen stond,
Hoe zou Hij hebben gerea­geerd,
geleefd, gewerkt, gedaan".

Sadduceeën

In het evan­ge­lie krijgt Jezus
een vraag voor­ge­legd door de Sadduceeën.
De Sadduceeën
was een groep Joden uit de tijd van Jezus,
die met de hoge­pries­ters
en met de rijke, wel­ge­stelde mensen
verbon­den waren.
Ook ston­den zij wat toleranter
tegen­over de bezettende Romeinse macht.
Maar zij had­den niet veel geloof.
Zo geloof­den zij niet in het eeuwig leven;
zij meen­den: dood is dood.
De vraag die zij vandaag aan Jezus stellen
is dus eigen­lijk geen vraag;
het is meer bedoeld om Hem voor gek te zetten
of in de val te lokken.
Zij vin­den eigen­lijk dat ze het zelf wel weten.
En daarom ant­woordt Jezus niet alleen op hun vraag,
maar ook op de ver­keerde over­tui­ging,
die erachter zit:
De doden zullen verrijzen
en eeuwig leven bij God.
Wees ervan overtuigd dat God geen God van doden,
maar van leven­den is,
want voor Hem zijn allen levend.

De diepste vraag

Hier ant­woordt Jezus op de diepste vraag van het hart van de mens:
zorgt God echt voor mij?
Zal Hij mij bewaren?
Ook als ik sterven moet?

Ja, zeker, ook dan zorg ik voor je.

Geen echte vraag

Maar die Sadduceeën kon­den het ant­woord niet horen,
dat gleed langs hen heen,
het raakte hen niet,
want ze had­den eigen­lijk ook geen vraag gesteld.

Pas als je vragen hebt...

Mischien hebt U wel heel veel vragen.
Welnu, het is beter dat U vragen heeft,
dan wanneer U ze niet heeft.

Als ik les geef
ben ik altijd blij als er vragen zijn;
het is een teken
dat de stu­den­ten het opnemen,
ermee bezig zijn.

De ant­woor­den van God
kunnen we vaak pas horen en begrijpen,
als wij vragen stellen.
Onze eer­lijke vragen aan God,
zijn een teken
dat we ermee bezig zijn
en verlangend zijn om Zijn ant­woord te horen.
Amen.

Terug