Arsacal
button
button
button
button


Bij hen is niets te halen.... niet interessant?

Christus Koning (A): feest in Zwaag

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 23 november 2014 - 1256 woorden
na afloop van de H. Mis in de sacristie.
na afloop van de H. Mis in de sacristie.

Op 23 no­vem­ber werd in Zwaag, op het feest van Christus Koning, het koperen pries­ter­feest van kape­laan Antonio Tocco gevierd. De H. Matteüspa­ro­chie is sinds dit jaar ontstaan en bestaat uit Hoorn, Westwoud, Westerblokker, Oos­ter­blok­ker en Zwaag. Vandaag kwamen alle pa­ro­chi­anen samen in Zwaag en met een volle kerk werd fees­te­lijk deze laatste zon­dag van het li­tur­gisch jaar gevierd. Voor mij een goede gelegen­heid om dit feest mee te vieren en de nieuwe pa­ro­chie te bezoeken. Naast de pastoor, kape­laan Tocco en de diakens Marco Cavagnaro (pasgewijd, ter voor­be­rei­ding op de pries­ter­wij­ding), René Visser en Hans Bruin, waren ook rector Luc Georges, emeritus pastoor Jan Granneman en pastoor Franklin Brighitta geko­men om dit feest mee te vieren (zie foto).

Aan het einde van de vie­ring werd de jubilerende kape­laan toe­ge­spro­ken door pastoor Eugene Jonger­den, die hem namens de pa­ro­chie een cadeau overhan­digde. Ook namens de Viet­na­me­se ge­meen­schap, die in Hoorn sterk ver­te­gen­woor­digd is, werd een felici­ta­tie uit­ge­spro­ken. En daarna kreeg ie­der­een de kans in het naast de kerk gelegen gebouw "De Plataan".

Homilie

Beste Antonio, broe­ders en zusters,

Van harte wil ik aller­eerst
kape­laan Antonio Tocco fe­li­ci­te­ren
met zijn koperen pries­ter­jubi­leum.
We zijn blij en dank­baar
dat je pries­ter bent
en mensen door woord en sacra­menten
en door je her­der­lijke zorg en aan­dacht
hebt mogen bijstaan
op hun weg met de Heer;
dat je aan hen de blijde bood­schap van het evan­ge­lie
hebt mogen ver­kon­di­gen.

Herder zijn

Het is heel mooi dat juist op deze dag
de eerste lezing gaat over het her­der-zijn.
God de Heer zegt in die lezing
dat Hij een her­der wil zijn voor de mensen
door naar hen om te zien,
door hen te bezoeken,
door zich onder hen te begeven
en ze in vei­lig­heid te brengen,
hen te ver­zorgen
en hen recht te doen.
Iedere pries­ter is ge­roe­pen
om pastor, her­der te zijn voor de mensen
naar het beeld van die goede her­der,
die God zelf is.
Onze paus Fran­cis­cus heeft al dikwijls gezegd
dat hij pries­ter wil met de geur van de kudde
en dat is precies wat we hier over God lezen
bij de profeet Ezechiël in de eerste lezing.
Daarom danken wij God vandaag, beste Antonio,
dat je bij de mensen wilt zijn,
naar hen toegaat, zorg om hen hebt,.
zoals God zelf zorg voor ons heeft
als een goede her­der.
Daarbij heb je ook al ver­schil­lende nieuwe pries­ters
bij hun eerste her­der­lijke werk­zaam­he­den
mogen be­ge­lei­den.
Van harte proficiat en moge God
jouw pries­ter­lijke werken steeds blijven zegenen,
ook al kun je zelf nooit echt goed afmeten
hoeveel vrucht zal dragen wat je hebt gedaan.
Uit­ein­de­lijk is dat het geheim
tussen God en een mens.

'Be­lang­rijke mensen'

Iemand die een be­lang­rijke functie heeft
of nogal in de schijn­wer­pers staat,
krijgt ge­mak­ke­lijk veel po­si­tie­ve aan­dacht.
Ie­der­een vindt het dan wel leuk
om met zo’n be­lang­rijk of bekend iemand
in contact te komen
of met die persoon op de foto te gaan.
Als iemand niet be­lang­rijk is
of zelfs arm en gebrekkig,
lopen mensen ge­mak­ke­lijk aan zo iemand voorbij.
Mensen die geen geld hebben en geen baan,
hebben heel vaak min­der vrien­den.
Bij hen is niets te halen,
zij kunnen geen aan­dacht kopen;
mensen wor­den niet rijker van hen,
arme mensen hebben voor die mensen geen voor­deel;
wie weinig geld te ver­te­ren heeft,
blijft trouwens eer­der thuis.
Eenzaam­heid en armoede gaan dan ook vaak samen.

Beter te geven...

Toch wor­den wij in feite gelukki­ger door wat we geven
dan door wat we van anderen krijgen.
Wat is het heer­lijk als je iets zelf kunt,
niet af­han­ke­lijk hoeft te zijn
en in plaats daar­van juist anderen kunt helpen,
iets voor anderen kunt betekenen.
Dat weten we eigen­lijk allemaal
en we hebben het ook allemaal wel
op enig moment ervaren:
het is een grote rijkdom
als je jezelf kunt geven.
Na­tuur­lijk kan iets weleens te veel wor­den,
kunnen we soms de last op ons voelen
van er steeds voor anderen te moeten zijn,
steeds klaar te moeten staan,
maar dat neemt toch niet weg
dat ons leven mooi en waarde­vol wordt
door wat we voor anderen kunnen betekenen.
Een vrouw had jarenlang
best wel veel voor haar man moeten zorgen,
dat vond ze soms wel erg veel;
toen ze haar man moest missen,
besefte zij opeens hoe mooi en fijn het was geweest
dat zij dit had kunnen doen.
En een moe­der ver­trouwde me toe:
“Mijn mooiste periode was toen de kin­de­ren klein waren;
ik was toen vaak verschrikke­lijk druk
en toch was het een prach­tige tijd”.
Als je iets voor een ander kunt betekenen,
is dat eigen­lijk echt iets om God dank­baar voor te zijn.
Dank U dat ik dit voor hem of haar kan doen!

God zelf houdt ons in feite voor
dat het goed is om te dienen,
voor anderen klaar te staan,
zon­der er naar te kijken of een ander
be­lang­rijk is en inte­res­sant.

God, onze her­der

We hoor­den dat in de eerste lezing
uit de pro­feest Ezechiël
waar God als een goede her­der
naar zijn schapen,
naar de mensen toe­komt
die verstrooid en ver­dwaald zijn,
ziek en gewond.
God heeft ons niet nodig,
Hij wordt niet beter van ons,
maar Hij zoekt ons op
in Jezus, Zijn Zoon onze Heer.
En soms kunnen mensen dat ook dui­de­lijk ervaren
als ze het moei­lijk hebben.
Hoe vaak heb ik bij­voor­beeld al van mensen gehoord:
“Ik heb gelukkig een sterk geloof”
of: “Door mijn geloof ben ik hier door­heen geko­men”.
Arme en kleine mensen
en ook zij die moeten lij­den
zijn Gods lievelingen.
God neemt de kruisen niet van ons af,
Hij help ons ze te dragen,
Hij geeft ons hoop en toe­komst
en juist als je weet
dat je geen rechten kunt laten gel­den,
dat je voor God staat als een kleine bede­laar,
juist dan kan Hij je helpen en je steunen.

Aandacht voor kleinen....

In het evan­ge­lie krijgen de mensen
van God hun belo­ning
voor wat ze hebben gedaan.
Alle mensen staan ver­baasd
als ze van God, die grote koning,
te horen krijgen
dat zij Hem hon­gerig hebben gezien
of dors­tig, arm of als vreem­de­ling,
zon­der kle­ding, ziek of als gevangene.
In de arme en kleine mensen
was God aanwe­zig geweest
en al het goede dat mensen hebben gedaan
aan wie arm was of ziek, gevangen of een vreem­de­ling
hebben zij aan Koning Christus gedaan.

Wie tij­dens zijn leven op aarde
voor­na­me­lijk aan­dacht heeft gehad
voor de zo­ge­naamd be­lang­rijke mensen,
die rijk of mach­tig zijn of heel bekend,
maar andere mensen links liet liggen,
die komt op dat moment bedrogen uit:
niet die bekende, rijke mensen
waren de hoogste en be­lang­rijk­ste,
maar juist in die arme, zieke, zwakke
die door bijna ie­der­een veracht werd,
daar was God!
Wie dienend er voor anderen was,
vooral voor de geringsten,
die heeft waarach­tig God gediend.

Een paar maan­den gele­den
was ik op bezoek in een detentie­cen­trum
voor uit-geproce­deerde asiel­zoe­kers.
Iedere week kwam daar een groep pa­ro­chi­anen naar toe
om die mensen bij te staan
met een attentie en vooral met harte­lijke aan­dacht.
Van ver­schil­lende mensen daar hoorde ik
hoe be­lang­rijk dat voor hen was.

Een ko­nink­rijk voor kleine mensen....

Het kan na­tuur­lijk
ook iets heel anders zijn wat we doen,
mis­schien heel dicht bij huis, of thuis.
Maar hoe dan ook:
Op deze dag van Christus Koning
mogen we bedenken
dat Jezus’ ko­nink­rijk niet is geves­tigd
op eer en roem, op groot­heid en macht,
maar op liefde en geven,
op ver­ge­ven en verbin­ding zoeken.
Als je bij dat ko­nink­rijk wil horen
en eenmaal die woor­den wilt horen:
“Kom, binnen, goede en getrouwe die­naar”,
dan moeten we nu een hart hebben
dat klopt voor mensen in nood,
een hart dat open staat
voor het lij­den van anderen,
niet oor­de­lend en veroor­de­lend,
maar dragend en verdragend,
in liefde gevend.
Dan is Christus de Koning
van ons hart!
Amen.

Terug