Arsacal
button
button
button
button


Priesterstudenten van Nederland bijeen

Jaarlijkse landelijke ontmoetingsdag

Nieuws - gepubliceerd: zaterdag, 24 februari 2018 - 1281 woorden
groepsfoto voor de H. Eucharistie
groepsfoto voor de H. Eucharistie
Priesterstudenten van Nederland bijeen

Op zater­dag 24 februari waren de pries­ter­stu­denten van de ver­schil­lende Neder­landse oplei­dingen in Nieuwe Niedorp bijeen voor de jaar­lijkse ont­moe­tings­dag. Na de heilige Mis was er dit jaar aan­dacht voor de nabij­ge­le­gen, oerhollandse afsluit­dijk.

In het Re­demp­to­ris Mater­semi­narie van het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam dat in Nieuwe Niedorp is gelegen, kwam tegen elf uur een bus­vol se­mi­na­risten aan uit Rolduc en Blanken­berg (het Re­demp­to­ris Mater­semi­narie van het bisdom Roermond). Uit Utrecht (Ariënsconvict), Voor­burg (Vronesteijn) en Heiloo (St. Wil­li­brord­semi­narie) kwamen de pries­ter­stu­denten met auto's om deze dag mee te maken en elkaar te ont­moe­ten.

Na een welkom en begroe­ting hebben we samen de heilige Mis gevierd. De preek die hier­on­der te vin­den is, heb ik niet zo gehou­den omdat ik uit­ein­delijk toch besloot die uit het hoofd te doen en enkele andere thema's aan te kaarten, zoals: de centrali­teit van de Eucha­ris­tie voor een pries­ter­le­ven en voor het ker­ke­lijk leven; wat het betekent dat ze als pries­ters vooral missio­nair van in­stel­ling moeten zijn (oefenen in het leggen van contacten en in het spreken over je geloof, vor­ming in nhet geloof geven, mensen bij elkaar brengen in ge­meen­schappen), het belang van edel­moe­dig­heid in het leven van een pries­ter (zelfgave) en open­heid en eer­lijk­heid in de gees­te­lij­ke lei­ding en nog andere thema's.

Na de Eucha­ris­tie werd iets gegeten en een film bekeken over de afsluit­dijk; aldus voor­be­reid ging en de se­mi­na­risten met de bus op pad om de wer­ke­lijk­heid te bekijken. Na terug­komst had ie­der­een wel trek gekregen in een door de zusters van het semi­na­rie voor­be­reide heer­lijke avond­maal­tijd.

Homilie

Seculari­sa­tie

Jullie wor­den pries­ter in een uit­da­gende tijd, in een uit­da­gend land. De toe­komst is vol onzeker­he­den. Onze kerken wor­den weinig bezocht en vooral door oudere mensen. Nog maar de helft van de Neder­lan­ders zegt gelovig te zijn en dat proces van seculari­sa­tie lijkt nog niet ten einde te zijn. De finan­ciën van de katho­lie­ke kerk lopen terug en er zijn al bis­schop­pen die hardop de vraag hebben gesteld of ze de pries­ters in de toe­komst nog wel zullen kunnen betalen. Nu krijgen de pries­ters een honorarium en hebben ze een goede pensioen­voor­zie­ning maar zal dat in de toe­komst ook nog wel zo zijn? Hoe zal die toe­komst er uitzien? Zullen er nog wel gelo­vi­gen over zijn?

Hoe gaat dat ver­der?

Het kan eigen­lijk niet anders zijn of jullie hebben je dat al weleens afge­vraagd, hoe gaat het ver­der met de Kerk, ook al maakt het na­tuur­lijk verschil of je voor een aantal jaren naar Neder­land bent geko­men of dat je je hele leven in principe aan de Kerk in Neder­land geeft.
Er is veel over te zeggen, eigen­lijk meer dan in het kader van een preek past, maar ik wil er toch wel even op in gaan.

Niet nieuw

Op dit eerste plaats: deze situatie is niet echt nieuw. Toen ik 45 jaar gele­den zelf naar het semi­na­rie ging was het een tijd dat er vrijwel geen pries­ters wer­den gewijd. Pries­ters tra­den uit, bij hon­der­den; de semi­na­ries waren allemaal gesloten. In Rolduc was de bis­schop van Roermond voor het eerst na jaren weer een pries­ter­oplei­ding be­gon­nen met een klein groepje. Het kerk­be­zoek liep pijlsnel terug. Ieder vroeg zich af of er nog wel iets van de kerk zou over­blij­ven. Ook mijn ouders die gelo­vi­ge mensen waren vroegen zich af of pries­ter wor­den wel zo’n ver­stan­dige keuze was.

Verzeke­ring

Het ant­woord was toen en het is nu: nee, het is geen ver­stan­dige keuze, het is een bovenna­tuur­lijke roe­ping en een sprong van ver­trouwen, die je neemt omdat je door God bent aan­geraakt, je door Hem wilt laten lei­den en omdat je jezelf wilt toe­ver­trou­wen aan Zijn Voor­zienig­heid. Je moet gaan met een bovenna­tuur­lijke in­stel­ling zoals die vandaag in de lezingen naar voren komt: “Gij hebt heden van de Heer de verzeke­ring gekregen, dat Hij uw God zal zijn, als gij tenminste Zijn wegen gaat...”. Dat is dus het eerste ant­woord: zie bij alles de Heer die met je meegaat. Het feit dat pries­ter wor­den geen enorme status geeft in onze maat­schap­pij, zoals dat vroe­ger wél was, heeft ook voor­de­len.

Men­se­lijk redeneren

Daarbij moeten wij in zekere zin het men­se­lijke redeneren verlaten. Het evan­ge­lie wees ons daar vandaag op door ons te zeggen dat wij niet het men­se­lijke denken moeten toepassen op onze relaties met andere mensen. Mensen redeneren dat je lief moet hebben wie jou lief hebben, dat je je vijand moet haten en alleen je broe­ders moet groeten. Zo gebeurt het in de praktijk ook vaak. Voor wat hoort wat, ik doe iets als ik er wel een belo­ning voor krijg. Maar Jezus leert ons volmaakt te zijn zoals de Vader volmaakt is en dat houdt in dat we haat moeten be­ant­woor­den met liefde, dat we moeten geven ook zon­der te ont­van­gen.

Geen steen

Dat is het voor­beeld van onze Heer zelf geweest. Hij is ons leven komen delen, maar zon­der men­se­lijke zeker­he­den. Hij had “geen steen om Zijn hoofd op neer te leggen”; Hij zag af van alle men­se­lijke zeker­he­den, welbewust ging Hij op weg, Zijn kruis­dood tegemoet.

Hier en daar wat giften

En Zijn leer­lin­gen wer­den uitgezon­den, zon­der rug­zak of dubbele kle­ding, zon­der geld of ander men­se­lijk houvast en zij kwamen terug met de erva­ring dat er dan won­de­ren gebeur­den als zij zo uit­gingen, steunend op niets dan de Voor­zienig­heid. Na de ver­rij­ze­nis en het Pinkster­feest was het niet anders. De apos­te­len gingen uit maar moesten ver­vol­gingen onder­gaan, bijna alle zijn ze de mar­tel­dood gestorven. Hoe voorzagen ze in hun on­der­houd? Hier en daar wat giften en gaven en van Paulus weten we dat hij bijver­diende als tentenmaker. En lang niet ie­der­een kwam tot geloof, naar schat­ting waren er tegen het einde van de eerste eeuw in heel het Romeinse rijk zo’n 500.000 chris­te­nen; het waren de contacten die zij leg­den, waar soms iets uit voortkwam, zoals we lezen in de han­de­lin­gen van de apos­te­len en ver­der was het vooral de kracht van de genade waarop zij tegen alles moesten blijven ver­trouwen. De goede zaadjes die zij zelf zaai­den door te spreken, te ver­kon­di­gen, een voor­beeld te geven, zou­den ook vrucht kunnen dragen zon­der dat de leer­lin­gen dat zelf gewaar wer­den.

Mensen zetten stapjes

Onze tijd is opnieuw missio­nair gewor­den. Ook in onze tijd gebeuren er mooie dingen, won­de­ren van Gods genade. Ook in onze tijd ont­dek­ken mensen Gods liefde, er wor­den mensen katho­liek, ze zetten stappen of stapjes naar God toe.

Een be­lang­rijke taak voor ons zal zijn het evan­ge­lie te ver­kon­di­gen, steeds weer gelegen­he­den te zoeken om met mensen in gesprek te raken en hen te helpen om hun geloof te ver­die­pen, liefst samen met anderen, want een christen alleen is in gevaar. Het geloof van mensen heeft steeds nieuwe impulsen en chris­te­lijke vor­ming nodig.

In Neder­land zullen we geen pries­ters zijn met grote menigten mensen die naar de kerken stromen en de sacra­menten willen ont­van­gen, maar we zullen in staat moeten zijn om contacten te leggen, mensen te zoeken, te vormen en te be­ge­lei­den.

Is er nog geld?

En zal er genoeg geld zijn om je te betalen? Jezus zelf geeft daarop het ant­woord als Hij ons zegt naar de lelies op het veld te kijken en de vogels in de lucht, die geen sala­rissen binnen halen en geen carrière maken maar door de Vader in de hemel gevoed wor­den. De Heer zegt ons in feite dat we ons geen zorgen moeten maken voor de dag van morgen omdat de hemelse Vader zelfs de haren op ons hoofd heeft geteld. Er zal zeker nog veel ver­an­de­ren, maar waar een deur gesloten wordt, opent God een luikje. Uit­ein­de­lijk is ons leven in Zijn hand, Hem behoren wij toe.

Terug