Maria: is dat geen omweg?
Waarom Maria eren?
In Heiloo werd zondagavond 28 mei de meimaand afgesloten en het feest van O.l. Vrouw ter Nood gevierd met een pontificale Eucharistieviering en een lichtprocessie door het bedevaartspark. Bij de Mis heb ik de homilie gehouden die U hieronder vindt.
Rector Jeroen de Wit, die ook jarig was, en pastoor Jan Granneman concelebreerden. Voor de processie waren nog verschillende andere priesters uit de omgeving gekomen om samen met de aanwezige gelovigen Maria te eren.
Homilie
Samen met Maria
Op deze zondag bidden we
om de komst van de heilige Geest.
We doen dat samen met Maria,
zoals ook de apostelen
en de eerste leerlingen van Jezus dat deden:
zij volhardden in het gebed,
samen met Maria, de moeder van Jezus.
We sluiten de Meimaand af
en we gaan naar de maand Juni
die bijzonder aan het heilig Hart van Jezus
en aan het onbevlekt hart van Maria is gewijd.
Fijn dus, dat U vanavond hier gekomen bent
om samen met Maria te bidden
en haar te eren.
Het is goed om naar Maria te gaan.
Een omweg?
Maar mensen vragen zich soms af:
is dat eigenlijk wel zo?
Is het wel zo goed om naar Maria te gaan?
Soms klinkt dat eigenlijk nogal raar,
alsof je niet beter meteen naar Jezus kunt gaan.
Is Maria niet een omweg?
Spaanse griep
We vieren dit jaar de honderdste verjaardag
van de verschijningen van Maria in Fatima.
De Nederlandse bisschoppen
hebben in Maastricht op 13 mei
- dag van de eerste verschijning -
onze bisdommen aan Maria toegewijd
en Paus Franciscus heeft Fatima
op die dag bezocht
en twee van de zieners,
Jacinta en Francisco
heilig verklaard.
Zij zijn als kinderen al gestorven
aan de Spaanse griep.
Onbevlekt hart
Kort voor Jacinta naar het ziekenhuis ging,
vlak voor haar dood, bijna tien jaar oud,
zei ze tegen Lucia,
dat het Hart van Jezus wil
dat we het hart van Maria vereren
en dat God ons de genaden schenkt
door het onbevlekt hart van Maria,
dat God haar daarover laat beschikken.
Geen verpleegster
Dat is voor zo’n kind
natuurlijk knap en bijzonder om zoiets te zeggen,
maar wij rationele mensen, van deze tijd,
kunnen ons daarbij natuurlijk wel vragen:
Kan Jezus dat niet zelf,
waarom wijst Hij ons door naar Maria?
Is dat niet alsof de specialist in het ziekenhuis
ons naar een verpleegster stuurt
die de diagnose en de behandeling vast moet stellen?
Nee, zo is het toch niet!
Maria is geen verpleegster van Jezus,
die inderdaad onze geestelijke arts is.
Zij is altijd volkomen één met haar Zoon.
Een zij is tegelijk een gewone mens,
zij staat dicht bij ons.
En dat is belangrijk.
Altijd naar de hoogste?
Mensen vragen vaak: wie is de hoogste, wie is de baas?
Zelfs in ons bisdom gaat het zo:
als mensen een probleem hebben of een conflict met iemand,
gaan ze meteen naar de bisschop,
zelfs vaak niet naar die persoon met wie het probleem is;
ze willen dat de bisschop er iets over zegt of van vindt,
niet een deken, een medewerker of vicaris
die over dat onderwerp gaat.
Maar vaak is het eigenlijk niet zo goed
als de bisschop zich meteen daarin mengt.
Vaak gaat het bijvoorbeeld
niet of niet alleen om gelijk te hebben of te krijgen,
maar vooral over hoe iemand er zelf in staat,
over de gevoelens van het eigen hart,
over het vinden van een menselijke maat
en het zoeken naar een goede weg,
om een beetje afstand van emotie, enzovoorts.
Die menselijke maat vinden we juist bij Maria.
Het hart van Maria
Lucia gaf de zieke Jacinta een bidprentje
van het heilig Hart van Jezus.
Al vond Jacinta de afbeelding niet zo mooi,
toch bewaarde ze die onder haar kussen
en ze kuste het plaatje keer op keer,
omdat het Jezus was
en ze zei: had ik maar een hart van Maria!
Hier vinden we een belangrijke reden
waarom Jezus ons wijst naar Maria.
Altijd naar Jezus
En zeker:
we komen altijd weer bij Jezus uit,
Hij is onze Redder en Verlosser,
Hij heeft voor ons Zijn leven gegeven.
Maar als we aan Maria denken,
hebben we het niet over zomaar een heilige,
die je wel of niet kunt vereren.
Maria is er altijd bij,
Maria is onlosmakelijk verbonden
met het offer van haar Zoon.
Maria heeft Jezus aan de wereld gegeven,
zij staat onder het kruis,
zij brengt ons naar Jezus:
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”.
Maria is volkomen één met haar Zoon,
één met de wil van God
en steeds met Hem verbonden.
Dus als we Maria eren
- als we de echte Maria eren
en geen gemáákt beeld van haar -
worden we altijd bij Jezus gebracht.
De menselijke maat
En Jezus wijst ons dus ook weer naar Zijn moeder.
Waarom?
Natuurlijk vanwege de bijzondere plaats
die de Vader haar
in het werk van de verlossing heeft gegeven
én omdat Maria dicht bij ons staat.
Zij is een mens, eenvoudig, open, bereid,
puur en zuiver in haar intenties.
Daarom kan het ons alleen al helpen
om de juiste menselijke maat te vinden
als we naar Maria kijken
en haar onbevlekt en zuiver hart
als ideaal en voorbeeld nemen.
Dus: met Maria
Wij worden allemaal door Jezus op het kruis
in de woorden die Hij tot Johannes spreekt,
uitgenodigd
om ons Maria eigen te maken,
haar bij ons in huis te nemen,
in het huis van ons leven.
In alles wat we door Maria van God krijgen
zit die “touch”
van haar waarachtige menselijkheid.
Ook Jezus bidt in het evangelie
dat we vandaag hebben gehoord.
Hij bidt voor Zijn zending,
Hij bidt voor ons,
omdat wij God toebehoren.
Maria is de eerste van alle gelovigen,
zij is ons voorbeeld en onze voorspraak,
laten we daarom met haar en door haar
naar Jezus en de Vader gaan
in de kracht van de heilige Geest.
Laten we onze weg door het leven,
uitgebeeld door de processie straks,
samen met Maria gaan!
Amen.