Bij de Verklaring over de Vrouwe van alle Volkeren
Toelichting en pastoraal woord
Op 30 december 2020 is op de website van het bisdom Haarlem-Amsterdam een Verheldering gepubliceerd aangaande de devotie tot de Vrouwe van alle Volkeren. Hieronder vindt U van mijn hand een toelichting en pastoraal woord bij die Verheldering.
De tekst van de Verheldering is opgesteld in overleg, de eindredactie is van de Congregatie voor de Geloofsleer en op 26 december 2020 door de Apostolisch Nuntius, mgr. Aldo Cavalli, meegedeeld. De onderstaande Toelichting en Pastoraal woord is vrijwel geheel van mij; hedenmorgen (30 december) heeft de Prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, Kard. Luis Francisco Ladaria Ferrer s.j., zijn akkoord gegeven op deze tekst.
Het gaat dus niet om een eigen oordeel van mij over de echtheid van de verschijningen en boodschappen, maar om de aanvaarding van het oordeel van de Congregatie voor de Geloofsleer.
In 1983 schreef de Apostolisch Nuntius, mgr. B. Wüstenberg, aan de toenmalige bisschop van Haarlem: "Zijne Eminentie kardinaal Ratzinger verzoekt me echter thans, het advies van Uwe Excellentie in te winnen omtrent volgend voorstel: zou het niet mogelijk blijken, een duidelijk onderscheid te maken tussen de kwestie van de verschijningen, en anderzijds de devotie tot Maria als "Vrouwe van alle volkeren"? In zulk geval zou men kunnen overwegen deze titel kerkelijk te erkennen". Dit leidde daarna uiteindelijk tot de verdere stappen die zijn genomen door mgr. Bomers en mgr. Punt.
De onduidelijkheid die recent ontstond en de vele berichten in allerlei media, hebben me ertoe gebracht contact op te nemen met de Congregatie voor de Geloofsleer om verheldering te vragen.
Toelichting en pastoraal woord bij de Verklaring ten aanzien van de Vrouwe van alle Volkeren
De devotie tot Maria als Vrouwe en Moeder van alle Volkeren is goed en waardevol, maar moet gescheiden blijven van de boodschappen en verschijningen. Deze zijn niet erkend door de Congregatie voor de Geloofsleer. Dat is de kern van de verheldering die in afstemming met de Congregatie tot stand is gekomen nadat de laatste tijd in binnen- en buitenland allerlei berichten over de devotie waren verschenen.
De Verklaring die nu voorligt is het resultaat van de besprekingen die ik heb gevoerd met de Congregatie voor de Geloofsleer naar aanleiding van berichten en vragen die de laatste tijd in de pers waren verschenen.
Het gebruik van de afbeelding en het gebed - altijd in de vorm die door de Congregatie voor de Geloofsleer in 2006 werd goedgekeurd - is toegestaan. Ook gebedsdagen ter ere van Maria als Vrouwe van alle Volkeren kunnen plaatsvinden maar zonder verwijzing naar de verschijningen en boodschappen, die niet erkend zijn.
Vermeden moet worden wat als een (impliciete) erkenning van de boodschappen en verschijningen kan worden verstaan, omdat de Congregatie daar een negatief oordeel over heeft uitgesproken dat door paus Paulus VI was bevestigd. Die stand van zaken zal voor velen een nieuw gegeven zijn. Alleen een verklaring uit 1974 was bekend in 2002 toen bisschop Punt zich uitsprak over de authenticiteit van de verschijningen. In de tachtiger jaren van de twintigste eeuw was mijn voorganger van mening dat het mogelijk was deze devotie toe te staan; bisschop Bomers is daar uiteindelijk in 1996 toe over gegaan.
Voor iedereen die zich met de devotie tot de Vrouwe van alle Volkeren verbonden voelt is het goede nieuws van de verklaring die de instemming heeft van de Congregatie, dat de devotie tot Maria onder deze titel wordt aanvaard en er waarderende woorden aan worden gewijd.
Veel gelovigen zullen echter vooral pijn ervaren omdat de Congregatie voor de Geloofsleer en paus Paulus VI een negatief oordeel over de verschijningen hebben uitgesproken. Tot hen zou ik willen zeggen dat ik hun teleurstelling kan begrijpen. De verschijningen en de boodschappen hebben velen geïnspireerd. Ik hoop dat het voor hen een troost zal zijn dat de verering van Maria onder de titel “Vrouwe van alle Volkeren” zal blijven, onder meer in de kapel te Amsterdam en bij gebedsdagen, waar ik in het verleden zelf ook verschillende malen bij aanwezig ben geweest.
Dit is het oordeel van de Kerk en daaraan moeten we gehoorzamen in het vertrouwen dat de Heer Zijn Kerk leidt en niet in de steek laat; maar het hoeft de vurigheid van onze liefde voor Maria, Vrouwe en Moeder van alle Volkeren, beslist niet te schaden.
Ik hoop van harte dat we allen, in voor- en tegenspoed, alleen maar gesterkt zullen worden in de liefde voor onze hemelse Moeder, aan wie de Heer ons op het kruis heeft toevertrouwd: “Vrouw, zie daar uw zoon” (Joh. 19, 26), zie hier Uw kinderen, onder uw bescherming nemen wij onze toevlucht...
Haarlem, 30 december 2020
+ Johannes Hendriks
Bisschop van Haarlem-Amsterdam