Zorg voor elkaar: problemen met de WMO
Caritasdag in Heiloo
De nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) was één van de redenen om de Caritasdag van het bisdom Haarlem-Amsterdam dit jaar het thema "Zorg voor elkaar!" mee te geven, een thema dat overigens het gehele jaar centraal komt te staan in de activiteiten van de dienst caritas van het bisdom.
Ongeveer 75 mensen namen deel aan de dag, voornamelijk vanuit de parochiële caritasinstellingen in het bisdom, wat een heel goede opkomst is. Het bleek tijdens de interessante dag dat er toch wel enkele losse eindjes zijn aan dit nieuwe beleid...
De WMO is een grote bezuinigingsoperatie. Met name op het gebied van huishoudhulp is de vergoeding drastisch teruggedraaid. Dat is niet zomaar op te lossen. Een ander probleem is dat de wet veronderstelt dat mensen langer in hun eigen omgeving blijven en een beroep kunnen doen op zorg van buren en familieleden. Maar niet iedereen heeft familie die dat op kan vangen en ook niet iedereen heeft buren die in staat zijn of bereid om die hulp te bieden. Veel (psychische) aandoeningen vereisen bovendien de nodige achtergrondkennis bij de mantelzorger.
Kleinere gemeenten moeten samenwerken met andere gemeenten om voldoende ‘substantie’ te hebben om de hulp goed te kunnen verlenen. Dit betekent dat het ‘loket’ waar de hulpvraag moet worden neergelegd, zich lang niet altijd in de eigen gemeente bevindt. Bovendien zijn er in veel gemeenten verschillende ‘loketten’ en is voor de meeste mensen niet duidelijk met welke vragen ze waar terecht kunnen en voor welke problemen er oplossingen worden aangereikt.
Dit alles betekent dat de rol van vrijwilligersorganisaties, die in veel gevallen uit kerkelijke initiatieven voortkomen, steeds belangrijker worden, niet alleen om de weg te wijzen in zorgverleningsland, maar ook om zelf actie te ondernemen. Een van die organisaties is De Regenboog Groep Amsterdam, waarvan mw. Karin Denkers tijdens de bijeenkomst in Heiloo vertelde. Zij begeleidt drie projecten: twee inloophuizen en een project voor ‘hangmannen’ in het Vondelpark.
Mw. drs. Marieke Waterlander, fractievoorzitter van het CDA in Heemstede en woordvoerder voor zorg en welzijn, vertelde over de implementatie van de WMO, over de samenwerking met andere gemeenten en de monitoring van de uitvoering van de WMO.
In een aantal workshops (“gesprekskringen”) konden de deelnemers kennismaken met het project 'de zorgzame kerk' van de protestantse diaconie (Pieternel Ermen), de activiteiten van de werkgroep Burundi in Wieringen en de Wieringermeer, de strijd voor een duurzame ‘groene’ kerk van Kerk in Actie en fondsenwerving met een inleiding van de projectadviseur van het SKANfonds, mw. Annemarie de Wit.
De dag werd ingeleid door dr. Erik Sengers, staffunctionaris voor caritas van het bisdom, terwijl mw. Anita Witte en de hr. drs. Ernst Meyknecht - beiden van de dienst Caritas van het bisdom - voor de organisatie zorg droegen. Aan het begin van de dag was er gelegenheid om de Eucharistieviering bij te wonen. In een preekje ben ik ingegaan op de betekenis van het Johanneïsche ‘kennen’ dat een innerlijke kennis veronderstelt. Dat is niet alleen belangrijk in de relatie tot God, maar ook in de relatie tot de naasten. De Farizeeën en schriftgeleerden oordeelden Jezus van buiten, zonder Hem te kennen. Om Caritas goed te doen is het belangrijk mensen te leren kennen, een bepaalde begrijpende band met hen te krijgen, in een bepaalde zin vrienden met hen te worden.
Het was een geslaagde dag. Aan het einde had ik even gelegenheid om de organisatie te bedanken en het belang van de caritas te onderstrepen: caritas staat in het hart van de Kerk en het is een uitstekende weg om jongeren bij de Kerk te betrekken. De woorden van paus Franciscus werden ons op deze dag door een protestantse deelnemer voorgehouden: “Ga naar buiten...”. Dat vind ik nog eens oecumene!