'Ik geloof, ik strijd'
De Stille Omgang in het Jaar van het Geloof
Zaterdag 6 oktober hield het Gezelschap van de Stille Omgang zijn jaarvergadering in de Goede Herderkerk te Amsterdam. Uit het hele land waren vertegenwoordigers van de afdelingen samengekomen om de heilige Eucharistie te vieren, te luisteren naar een lezing van prof. dr. H. Witte en te spreken over het verloop van de Stille Omgang 2012 en de plannen voor 2013. Het thema voor 2013 wordt: 'Ik geloof in Gods liefde, daar ga ik voor'(Credo, pugno). Die laatste woorden - in het Nederlands: 'Ik geloof, ik strijd'- waren het motto van priester dr. Herman Schaepman (1844-1903).
Hij was een groot politicus en emancipator die ook het Mirakel van Amsterdam in zijn gedichten bezong. Schaepman, die in de schaduw van de Sint Pieter in Rome begraven ligt, heeft enorm veel gedaan voor het katholieke maatschappelijke organisaties, gezorgd dat de katholieken naar buiten traden en in de maatschappij hun geluid lieten horen. Een goede keuze dus van het Gezelschap van de Stille Omgang want we hebben nieuwe Schaepmannen hard nodig: mensen die plaats nemen in besturen van katholieke organisaties en naar buiten treden met het katholieke geluid vanuit een echte gelovige, Eucharistische bezieling! De katholieke sociale leer is een van die mooie schatten van ons geloof die veel te onbekend blijven.
Homilie
(evangelie van de votiefmis van de allerheiligste Eucharistie, Mc. 14, 12-16. 22-26)
Broeders en zusters,
Het is mij een vreugde vandaag met U deze heilige Eucharistie te mogen vieren bij gelegenheid van Uw jaarvergadering, enkele dagen voordat wij de opening van jaar van het geloof vieren, de vijftigste verjaardag van de opening van het tweede Vaticaans concilie gedenken en vlak voordat de bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie gaat beginnen.
Ook de Stille Omgang zal in het teken staan van het jaar van het Geloof met het motto van de katholieke priester-politicus Herman Schaepman: “Credo, Pugno”, ik geloof, ik strijd, ‘Ik geloof in Gods liefde, daar ga ik voor’.
Het tweede Vaticaans concilie was een inspiratie van de zalig paus Johannes XXIII, die enkele maanden na zijn verkiezing tot dit hoge ambt, op bijna 78 jarige leeftijd, tot verrassing van bijna iedereen een kerkvergadering bijeenriep van alle bisschoppen van heel de Kerk, een oecumenisch concilie dat zou duren van 1962 tot 1965 en dat een nieuwe lente voor de Kerk bracht, een ‘aggiornamento’, een bij de tijd brengen van de wijze van kerk-zijn, met name door er oog voor te hebben dat alle gelovigen één gemeenschap zijn en door het beoefenen van apostolaat en dialoog deelnemen aan de zending van de Kerk.
En nog steeds is de Kerk bezig dit Concilie te vertalen in het leven van de Kerk.
Dat is een werk van lange adem, na het concilie van Trente waren er honderden jaren voor nodig! Het belang van de Eucharistie is door het tweede Vaticaans concilie zeer onderstreept: zonder Eucharistie geen Kerk! In de Eucharistie vind je alles wat je nodig hebt voor je geestelijk leven, zegt het concilie in navolging van Sint Thomas van Aquino (PO 5).
Zoals U misschien weet noemt het concilie de heilige Eucharistie dan ook bron en hoogtepunt van heel het kerkelijk leven.
In het bijzonder zegt het concilie dat de Eucharistie de bron en het hoogtepunt van heel de evangelisatie is (in het decreet Presbyterorum Ordinis (n. 5) en dat wij allen - alle gelovigen - geroepen zijn door Jezus Christus zelf - door ons doopsel, vormsel en door de heilige Eucharistie - om moedige verkondigers van het geloof te zijn (LG 33 en 35).
Daarbij gaat het niet alleen om de heilige communie, hoe belangrijk die natuurlijk ook is: het gaat allereerst om de viering van de Eucharistie, die is zo belangrijk, ook als je niet te communie gaat; want in de viering van de Eucharistie wordt het paasmysterie tegenwoordig gesteld: het lijden, de dood en verrijzenis van onze Heer, het offer dat Hij uit liefde voor ons heeft gebracht, om ons te verlossen.
En dat is de kern waar alles om draait: Iemand - God zelf! - heeft uit liefde voor U en voor mij Zijn leven gegeven en zo zijn wij verlost, bevrijd, gered van de dood.
We ontmoeten de Heer, die de Allerhoogste is, onze Schepper en Heer, en die zich klein heeft gemaakt, de minste van ons allen.
Hij heeft zich niet laten ontmoedigen door spot of onverschilligheid, door de zonde en de zwakheid, door verraad en verloochening zelfs door zijn beste vrienden.
Wij vieren in de Eucharistie liefde zonder voorbehoud en we ontvangen de Heer die zich zo aan ons geeft.
U begrijpt dat ik me heel goed kan vinden in het thema dat U voor de Stille Omgang 2013 hebt uitgekozen: “‘Ik geloof in Gods liefde, daar ga ik voor’(Credo, pugno) En iedere keer als we aan de viering van de Eucharistie deelnemen en we bewust de woorden van de consecratie horen waarmee Jezus zichzelf voor altijd aan ons geeft, dan worden wij gesterkt en aangespoord om net een stapje verder te gaan dan het gewone menselijke: misschien hebt U pijn, maar als U die lijdende liefde van Jezus kunt ervaren, wordt U gesterkt om het te dragen, het te geven en aan te bieden, zonder verzuurd of bitter te raken; misschien zit U in een heel moeilijke relatie, die veel van U vraagt, maar als je de Heer ontmoet in Zijn offer van liefde, ontvang je misschien net die kracht die nodig is om niet te gaan haten, afstand te nemen van te menselijke emoties, iets meer te geven, trouw te blijven.
Misschien is het moeilijk om in Uw situatie de juiste woorden te spreken en ook een woord van geloof te laten klinken, dan moet het toch komen van Christus die bij U aanwezig is in de heilige Eucharistie.
En zo zou ik verder kunnen gaan: ieder van ons kan in de Eucharistie die wij met geloof en liefde vieren, alles vinden wat hij of zij nodig heeft: “totum continet bonum spirituale”, de Eucharistie bevat elk geestelijk goed, zegt het concilie.
In het evangelie dat we hebben gehoord, komt dit prachtig tot uiting.
De leerlingen moeten het paasmaal gereed maken, maar let eens op met hoeveel eerbied en ontzag voor hun Heer zij erover spreken: “Waar wilt gij dat wij voorbereidselen gaan treffen, zodat Gij het paasmaal kunt houden”.
Zij hebben een grote eerbied voor hun Heer, die zelf heel eenvoudig, dienstbaar is tot het einde toe.
Dan gaan de leerlingen op weg; alles is al voorbereid, alles is voorzien, ze vinden alles precies zoals Jezus het gezegd had.
Ook dat is een teken voor iedere leerling van de Heer: Hij heeft alles al voorzien; er kan niets gebeuren wat volkomen buiten Zijn Voorzienigheid valt, buiten Zijn liefde voor ieder van ons.
Dan brengt Hij tot uitdrukking in de woorden van het laatste avondmaal dat Zijn sterven niet louter een noodlot is, maar dat Hij Zijn leven bewust en vrijwillig geeft uit liefde voor ons.
En dat is wat wij moeten doen om Hem te gedenken: in eerbied voor Zijn grootheid en macht, in vertrouwen dat Hij alles al heeft voorzien, op weg gaan om leerling van die Heer te zijn en zelf in de kleine dingen van iedere dag Eucharistisch te leven, een leven voor anderen, een leven voor God.
AMEN