De narcistische epidemie
De Farizeeën: de beste plaatsen en alle bewondering
Af en toe gaat er wel eens iets mis. Als zelfs de paus weleens 25 minuten in de lift vast kan komen te zitten en het Angelus te laat begint, dan gebeurt dat ook in onze parochies. Deze zondag was ik in Monnickendam omdat diaken Bak met vakantie was. Maar er was sprake van een dubbele boeking!
Op het Sint Pietersplein kreeg wie even geduld had, een bijzonder bericht: de paus kondigde bij het Angelus een consistorie aan waarin hij tien nieuwe stemgerechtigde kardinalen zal creëren en drie die boven de tachtig jaar zijn.
In Monnickendam was er geen enkel probleem: ook kapelaan Anton Goos was aanwezig, zodat het een concelebratie werd. Dat is natuurlijk heel wat beter dan wanneer er helemaal geen priester op komt dagen en het was goed een van de jonge priesters te ontmoeten die ik goed ken nog uit zijn seminarietijd.
Het evangelie van de 22e zondag door het jaar ging over de Farizeeën die Jezus in de gaten houden en de beste plaatsen voor zichzelf uit zochten (Lc. 14, 7-14).
HOMILIE 22E ZONDAG DOOR HET JAAR
Wat maakt ons leven mooi
en de moeite waard?
En: hoe staan we in het leven?
Ik tijdperk
We leven in het ‘Ik” tijdperk:
in de beleving van mensen
staat centraal wat zij willen
en hoe goed zij zijn.
Dus of zij het zelf fijn vinden,
als leuk ervaren,
er beter van worden,
is dé motivatie om keuzes te maken.
Veel mensen zullen dus antwoorden
op die vraag:
“Wat maakt mijn leven mooi en de moeite waard”
met dingen van hun bucket-list:
wat ze nog willen zien of doen,
wat ze op hun verlanglijstje hebben staan.
Selfie-cultuur
Daarbij komt dat veel mensen vinden
dat zij speciaal zijn en uniek
en meer rechten hebben dan anderen.
In de Verenigde Staten
wordt hier al tientallen jaren
op grote schaal onderzoek naar gedaan.
Daar komt onveranderlijk uit
dat mensen steeds meer
betrokken zijn geraakt op zichzelf,
zichzelf op een voetstuk plaatsen,
steeds vaker zonder rekening te houden
met anderen,
een “selfie”-cultuur
die vaak “narcistisch”wordt genoemd.
Narcistische epidemie
Narcisme is de stoornis
van mensen die ziekelijk uit zijn
op zelfverheerlijking,
bewondering van anderen
en een speciale plaats.
De kenmerken daarvan zijn zo toegenomen
dat men in Amerikaanse onderzoeken
spreekt van
een “narcistische epidemie”.
Toch is die steeds grotere gerichtheid op het “ik”,
die neiging naar individualisme,
eigenlijk al vele eeuwen bezig.
Gemeenschap of individu
In de Middeleeuwen
stond de gemeenschap centraal.
Het geheel waar een mens deel van uitmaakte,
was belangrijker dan het individu.
Daar kwam eeuwen geleden al verandering in.
Humanisme, renaissance en protestantisme
legden meer nadruk op de individuele mens.
En daar zitten zeker ook goede kanten aan,
want iedere mens is uniek, een wonder,
geschapen door God.
In het katholieke geloof
staat gemeenschap heel centraal:
wij vormen tezamen één lichaam
en in de gemeenschap
ontvangen we de sacramenten.
Maar katholieken weten vaak weinig van hun geloof,
terwijl voor protestanten
de eigen, persoonlijke bijbellezing
en relatie met God vaak meer centraal staan,
misschien wat minder dan de gemeenschap.
Een combinatie van beide aspecten
- de gemeenschap en de eigen geloofsontwikkeling -
zou natuurlijk ideaal zijn.
Hem beloeren
Toch is dat Narcisme zelfs niet iets
van de laatste eeuwen alleen.
In het evangelie van deze zondag
komen we dat “Ik” al tegen
dat zich op een voetstuk plaatst.
We horen over de Farizeeën.
Jezus gaat binnen bij een van hen,
- een heel belangrijke -
om de maaltijd te gebruiken.
Twee zaken vallen op:
die Farizeeën houden Jezus
voortdurend in het oog,
ze beloeren Hem.
Wat is er aan de hand?
Ze zijn jaloers en bang voor hun eigen positie,
hopen iets te kunnen vinden
om Hem klein te maken en zelf te groeien.
En ze zoeken allemaal
de beste plaatsen uit voor zichzelf.
Aan die twee zaken:
dat jaloers en afgunstig kijken naar anderen
en dat uitzoeken van het beste voor zichzelf,
kunnen we zien
hoezeer die Farizeeën
met zichzelf en hun eigen positie bezig waren.
Wat maakt het leven mooi?
Maar als we naar ons eigen leven kijken:
wat maakt dat leven mooi?
Waar kijken we met de meeste voldoening op terug?
Ik hoorde het deze week
aan een vrouw - eind vijftig - vragen:
Wat is je grootste prestatie?
Haar antwoord was:
dat ik vier kinderen heb groot gebracht.
Een ander zal misschien terug denken
aan wat hij of zij voor bejaarde ouders,
voor een zieke of als vrijwilliger heeft betekend.
Of we nu wel of niet
op een cruise naar het Caribisch gebied
zijn geweest, of noem maar op...,
dat is eigenlijk niet van belang
en het zal niet een blijvende vreugde
in ons achterlaten,
tenzij er iets bijkomt
waardoor het iets sociaals wordt
en er iets van geven in zit.
Wat we geven
maakt ons leven mooi;
wat we voor anderen doen,
maakt ons leven rijk;
waar we ons “ik” hebben durven loslaten,
daar krijgt ons leven betekenis.
Wat we geven
Dat is de reden waarom Jezus vandaag zegt
tijdens zijn bezoek aan de Farizeeën, in het evangelie,
dat je het best een maaltijd kunt geven
voor armen, gehandicapten, zieken
die je het niet terug kunnen geven.
Jezus spreekt over een maaltijd
omdat Hij zich bij een maaltijd bevindt,
maar het gaat natuurlijk over alles:
wat we geven aan een ander,
niet om er zelf beter van te worden,
maar zonder narcisme, zonder ik-gerichtheid,
puur voor een ander,
wat we opgeven
- ik kan iets bepaalds niet doen,
omdat ik er wil zijn voor die ander -
dat maakt ons leven rijk
en waardevol in Gods ogen!
Knikengel
In sommige kerken stond vroeger wel
een knik-engel of een beeldje
van een arm Afrikaans kind
waarin je wat geld kon doen.
Als je dat deed,
knikte de engel of dat kindje vriendelijk “ja”.
Op de voet van het beeld stond vaak:
“God zal het U lonen”.
En zo is het:
het geldt voor al wat we doen
niet om er zelf beter van te worden,
maar om iets voor een ander
te betekenen:
God zal het U lonen!