'Feest moet er zijn en vrolijkheid'
Wat voor feest moet er zijn?
Zondag 15 september was ik voor een pastoraal bezoek in de regio De Waterkant. De dag begon met de Eucharistieviering in De Goorn. Pastoor Nico Knol en kapelaan Alvaro Rodriguez Luque concelebreerden en het Dominicuskoor luisterde de viering op met fraaie zang. De parabel van de verloren zoon werd gelezen. Eigenlijk is het te begrijpen dat de oudste zoon uit die parabel niet blij was...
HOMILIE
“Feest moet er zijn en vrolijkheid”.
Dat feest vieren wij hier in de kerk
nu we genodigd zijn
aan het feestmaal van de Heer.
Is het niet logisch dat hij kwaad is?
“Feest moet er zijn...”.
Wie het daar toch wel een beetje moeilijk mee heeft,
dat is die oudste zoon,
die altijd braaf zijn best heeft gedaan,
keurig in de pas heeft gelopen
en nu moet toezien
dat de jongste
die er echt een zooitje van heeft gemaakt
- veel geld over de balk gegooid,
losbandig geleefd -
alle hartelijke aandacht krijgt
en wordt binnen gehaald
alsof hij een god of een prins is:
het gemeste kalf wordt geslacht,
er wordt gelachen, gedanst, muziek gemaakt,
terwijl die oudste zoon bij thuiskomst
toevallig ontdekt
dat dit feest aan de gang was.
Hij was dus niet eens uitgenodigd.
Is het niet logisch dat hij kwaad is?
“Wat is hier aan de hand?”
vraagt hij als hij bijna thuis gekomen
het feestgedruis verneemt.
Hij voelt zich slecht behandeld.
Een valkuil...
Ik denk dat dit een van de grote valkuilen
van ons leven is:
dat we ons tekort gedaan voelen:
waarom hij of zij wél en ik niet?
Alsof wij toch minder zijn,
niet meetellen.
We zijn bijna allemaal geneigd om te vergelijken.
Als we ons tekort gedaan voelen...
Soms voelen we ons echt tekort gedaan
door iemand anders:
ik heb zoveel voor die of die gedaan
en wat krijg ik terug?
Wie staat er klaar voor mij?
Stank voor dank!
Soms voelen we ons tekort gedaan
door het leven:
als we niet de mogelijkheden hebben gekregen
die een ander wél had,
als we misschien niet de capaciteiten
of de intelligentie of het geld hadden,
die een ander wél had,
als we misschien niet de gezondheid hadden
of het geluk in relatie en gezin
die een ander wél had.
Verwijt aan God?
En soms wordt dat dan ook
een stil verwijt aan God:
Waarom hebt u mij niet geholpen,
waarom mocht dat voor mij niet zo zijn
waarom moest mij dat overkomen?
Ben ik dan minder?
En als we dan toch aan het vergelijken gaan,
voelen we ons misschien ook weleens
als die oudste zoon uit de parabel:
Die ander die het zo goed gaat
heeft veel minder goed geleefd:
zo’n brave was dat niet,
het is niet eerlijk.
Weg met die gedachten!
Toch moeten we van die gedachten af,
net als die oudste zoon uit de parabel,
want we worden er natuurlijk niet gelukkig van,
maar bitter
als we die gedachten koesteren
en ze kloppen ook niet altijd helemaal.
Die gedachten maken
dat we onze eigen zegeningen niet meer zien;
wie teveel naar andere kijkt,
ziet niet meer wat hij zelf heeft gekregen.
Antwoorden
En kunnen we leven met het feit
dat we niet op alle vragen
een antwoord krijgen in dit leven?
In het andere wél,
daar worden alle vragen beantwoord.
Anders...
“Feest moet er zijn en vrolijkheid”,
zegt de vader van de verloren zoon.
Maar je hebt feest en feest.
Die jongste zoon had al veel feest gevierd,
alles verbrast, een leven zonder inhoud
en hij was er diep triest van geworden;
hij was geëindigd tussen de varkens.
Het léék lollig en leuk, oppervlakkig gezien,
maar het was niet echt fijn
want die jongen zijn leven was dood en leeg.
Het was lol geweest,
die geen vreugde geeft.
Maar dit feest nu bij zijn vader thuis
was anders, heel anders,
want die jongen was anders, levend geworden!
En zo is het ook met ons:
We genieten niet perse het meest
van wat begerenswaardig lijkt
en lollig en leuk:
grote feesten, verre vakanties,
de jackpot in de loterij.
Er zijn andere feesten
die een andere vreugde in ons achterlaten:
eenvoudige dingen zijn dat soms:
zonlicht door de bomen,
een pasgeboren kind,
de vreugde van het samenzijn.
Deel in die vreugde
Ook het feest dat we in de kerk vieren
valt in een andere categorie
dan het uit je dak gaan op een party;
dit is een feest van thuis komen,
een feest van ontmoeting met God;
het is de Heer die ons hier ontvangt,
die hier onder ons is
en die wij mogen ontvangen.
we bouwen hier aan onze band met Hem
en voeden die
en die band zal vreugde geven en kracht
als er dingen gebeuren die we niet begrijpen,
die band zal ons sterken
als we dit leven moeten verlaten;
die band maakt ons leven
en de parochie
mooi en vol vreugde,
de moeite waard.
Deel in die vreugde!
Bedankt!
Na de vakanties begint een nieuw werkjaar,
ook in de parochies van de Waterkant en Emmaus
met alle activiteiten.
Ik dank het pastorale team
en alle vrijwilligers die dit mogelijk maken.
Bedankt voor jullie inzet!
En ik wens jullie een goed en mooi werkjaar toe,
dat voor vele mensen
de vreugde van het evangelie
levend en voelbaar mag worden!