Een drukke familiedag in Heiloo
lezing over advent, kerstmis en kersttijd
Zondagmiddag 15 december was ik in Heiloo voor de familiedag voor een catechese/lezing voor de ouders over alles wat met kerstmis en de kerkelijke viering van dat feest te maken heeft. Daarna heb ik samen met de gezinnen de heilige Mis gevierd en gepreekt over het thema van deze zondag. Het was een mooie bijeenkomst met veel gezinnen en kinderen, zo'n goede honderd.
Advent
De lezing ging over de Advents- en de kersttijd. We stonden stil bij de grote Adventsfiguren: de profeet Jesaja (* 765 v Chr., zie bijv. Jes 7 en Jes. 11 ) met zijn teksten die voor ons de verwachting van de messias uitdrukken; Johannes de Doper die verwees naar de Komende en opriep tot een geestelijke voorbereiding op Zijn komst en Maria, de moeder die haar Kind verwacht.
Adventssymbolen
Bij de Adventstijd horen verschillende bijzondere vieringen en symbolen, zoals de Adventskrans die sinds het begin van de 19e eeuw toepassing vond in Duitsland en zich daarna verspreidde; de ronde vorm is beeld van God: oneindig, zonder begin en eind; de kaarsen duiden de tijd aan tot kerstmis. In de Advent wordt op veel plaatsen de Gulden Mis gevierd: een |Mis 's morgens vroeg zonder electrisch licht en met veel kaarsen. Vroeger vond - en nu nog in de buitengewone vorm van de liturgie - die plaats op Quatertemper woensdag toen het evangelie van de boodschap van de engel werd gelezen; nu wordt die op een zaterdag gevierd of op 20 december als het evangelie van de boodschap aan Maria wordt gelezen. Deze Mis wordt ook: Rorate-Mis of schippersmis genoemd en in het Westvlaams: Duivekedaalsmisse: het evangelie van de boodschap van de engel werd gelezen met een losgelaten duif. In abdijen vindt op die dag een speciale preek van de Abt plaats: de Homilie super missus""(over het evangelie van de boodschap aan Maria). Bernardus van Clairvaux heeft die vele keren gehouden en die preken van hem zijn zeer bekend en worden in het brevier ook gelezen..
Kerstfeest en kerststal
Het kerstfeest wordt feestelijk door de Kerststal: in Greccio voor het eerst door de H. Franciscus gemaakt (1223). Dit jaar verscheen een brief van paus Franciscus om daaraan te herinneren en het belang van de kerststal in herinnering te roepen.
Kerstboom
De Kerstboom heeft een zekere oorsprong in heidense tijd: groene takken (= levende takken) boden in de donkerste nachten bescherming tegen de dood en het kwaad; in 1509 ontstaan in Elzas en Zwarte Woud, werd de kerstboom het kerstsymbool van de protestanten (die mochten geen beelden) door toedoen van Maarten Luther, die de populariteit van de kerststal niet graag zag. Eind 19e eeuw kwam de kerstboom ook in katholieke kerken. Het symbool wat erin te zien is: een verwijzing naar de Boom des levens en naar Christus die door het hout van het kruis ons heeft verlost. Cadeautjes geven met Kerst werd eveneens door Maarten Luther bevorderd, die het Sint Nicolaasfeest te Rooms vond.
Drie Missen
Naast de Vigiliemis, kent het eigenlijke kerstfeest drie missen, die door iedere priester alle drie gecelebreerd mogen worden: de nachtmis (geboorte), dageraadsmis (de herders) en de dagmis (overweging van het mysterie).
Datum kerstfeest
25 december is niet geschiedkundig de geboortedag van de Heer; het kerstfeest wordt sinds de vierde eeuw gevierd en is een kerstening van het zonnewendefeest ter ere van Sol Invictus (de onoverwinnelijke zon).
Drie kerstheiligen
Daarna komen drie heiligen: Stefanus (26 december), Johannes (27 december) en Onnozele kinderen (28 december). Deels zijn deze feesten ouder dan het kerstfeest. Deze drie heiligen huldigen de pasgeboren koning: Stefanus doet dat in Woord en levensoffer (bloedgetuige: daad), Johannes door het Woord (maagdelijke heilige; evangelie en apocalyps), de Onnozele kinderen door het levensoffer (daad) (maagdelijke martelaren), aldus de heilige Bernardus. Stefanus was de eerste martelaar, Johannes spreekt over het Woord dat is vlees geworden; Onnozele Kinderen zijn verbonden met het kerstverhaal.