Pater Haye van der Meer overleden
Oud-Rector van Rolduc en ook Docent aan Sint Bonifatiusinstituut
Gisterenavond bereikte mij het bericht dat pater dr. Haye van der Meer s.j. op 5 januari ’s middags is overleden, op 94 jarige leeftijd. Hij was de eerste rector van het Grootseminarie Rolduc en doceerde later Moraaltheologie onder meer aan het Sint Bonifatiusinstituut van ons bisdom.
Zaterdag 9 januari zal om 9.00 uur in de kathedraal een heilige Mis worden opgedragen voor pater Van der Meer, die ook via Kathedraal TV te volgen zal zijn. Het is de heilige Mis aan het begin van de digitale studiedag van het Sint Bonifatiusinstituut waar pater van der Meer vele jaren als docent aan was verbonden. Concelebratie is in beperkte mate mogelijk.
Rector van Rolduc
In de roerige zestiger jaren was pater Van der Meer als Jezuïet en rector in Amsterdam, totdat de bisschop van Roermond hem vroeg voor het bisdom in Limburg.
Voor vele priesters is pater Van der Meer een begeleider en voorbeeld geweest als rector van het seminarie Rolduc. Mgr. Punt, kardinaal Eijk, mgr. De Jong en ook ik zelf zijn onder zijn leiding naar het priesterschap toegegroeid. Hij was tegelijk bisschoppelijk vicaris en werd later officiaal van het bisdom. Op het seminarie doceerde hij over het tweede Vaticaans concilie en de moraaltheologie.
Docent op de Tiltenberg
Hij was een uitstekende docent en tot op hoge leeftijd heeft hij in het Sint Bonifatiusinstituut onder meer een cursus gegeven over de encycliek Veritatis Splendor, die door de studenten hoog werd gewaardeerd. Sinds eind 2017 verbleef hij in het huis van de Jezuïeten "Aqua Viva" in Nijmegen.
Brescia
Totdat ik (vice)rector werd van het Willibrordhuis in Vogelenzang (1997) gingen pater Van der Meer en ik jaarlijks samen naar een congres over canoniek recht (Colloquium Iuris canonici) dat - nog steeds - jaarlijks in Brescia wordt gehouden. Ook aan die reizen bewaar ik goede herinneringen.
Dankbaar voor zijn leven
Mogen Hij rusten in vrede! We zijn de Heer dankbaar voor het zeer veel goede dat hij in de afgelopen vijftig jaar heeft verricht voor de opbouw van Kerk en geloof. Ook ik persoonlijk bewaar goede herinneringen aan hem.
Een levensbericht in de woorden van pater Van der Meer zelf:
Ik ben zo vrij geweest van de website van de parochie van Pey/Echt het onderstaande bericht over te nemen waarin pater van der Meer in zijn eigen woorden voor de gelovigen van de parochies waar hij assisteerde een kort bericht over zijn leven gaf. Hij is nogal bescheiden over zijn werk in de parochies daar, maar ik weet dat hij zeer gewaardeerd werd.
Wie is hij? Even voorstellen
Wie is die ‘Hollander’, die in het weekeinde dikwijls voorgaat?
Wie ben ik? Ik ben, zoals men al zal weten, geen Limburger. Ik ben in 1926 geboren in Noordwijk. Mijn vader kwam daar ook vandaan; maar mijn moeder had Friese voorouders (aan wie ik mijn Friese voornaam Haye te danken heb). In 1937 kwam ik in Pey wonen, dat wil zeggen: ik werd intern leerling op de toenmalige kostschool van de Paters van Lilbosch. Maar ik heb Pey toen nog niet leren kennen, want het regime van het internaat was nogal gesloten, zoals dat toen op alle internaten het geval was. In 1942 ging ik over naar een door de Paters Jezuïeten geleid gymnasium. Dat sloeg aan, ik ben zelf ook Jezuïet geworden. Nog niet direct na mijn eindexamen, want toen moest ik eerst twee jaar vanwege longtuberculose het bed houden. In de Jezuïetenorde duurt de opleiding nogal lang, ik ben in 1960 priester gewijd. Dat was in Innsbruck (Oostenrijk), waar ik theologie had gestudeerd aan de door de Oostenrijkse Jezuïeten bemande theologische faculteit van de Universiteit van die stad. In 1962 ben ik daar ook gepromoveerd (bij professor Karl Rahner, als dat u iets zegt).
Bestuur, opleiding, doceren
Na mijn studie ben ik altijd ingeschakeld geweest bij de opleiding van priesters, en vanaf 1967 vooral ook in bestuursfuncties, eerst in de Jezuïetenorde, en vanaf 1972 in het Bisdom Roermond. Dat laatste kwam doordat de toenmalige Bisschop van Roermond, Mgr. J. Gijsen, mij toevallig had leren kennen, en daarop aan de Jezuïetenorde gevraagd had om mij ter beschikking van zijn bisdom te stellen. Met enige moeite heeft de orde daarmee ingestemd (we leefden toen in de tijd van de diepe tegenstellingen tussen de Nederlandse katholieken). Ik werd bisschoppelijk Vicaris (een beetje te vergelijken met “lid van gedeputeerde staten” bij de gouverneur), en na een jaar belastte de Bisschop mij daarbij ook met de leiding van het nieuwe, door hem in de oude gebouwen van Rolduc opgerichte, Grootseminarie. Rector van Rolduc ben ik gebleven tot 1987, vicaris tot mijn 75ste jaar. Na mijn afscheid van Rolduc vertrouwde de Bisschop mij de leiding toe van de Kerkelijke Rechtbank (“Officialaat”) van het Bisdom, waartoe ik me eerst verder had bekwaamd door een jaar studie in Rome. In 1993 trad Mgr. Gijsen terug als Bisschop. In de tijd tot de wijding van Mgr. F. Wiertz ben ik “tussentijds bestuurder” van het Bisdom geweest (“diocesaan administrator”).
Parochiewerk
U bent het woord “parochie” nog niet tegengekomen; het was alsmaar doceren en besturen. Parochiewerk kwam in mijn leven pas aan de orde in 1993, toen ik regelmatig naar de parochie van Koningsbosch kon gaan. En dat was een openbaring voor me: een nieuw leven deed zich voor mij open, waar ik me ongekend goed bij voelde. Mijn inzet moest helaas beperkt blijven, want ik was nog altijd vicaris en had doordeweeks de kerkelijke rechtbank. Maar ik heb nooit de kans laten lopen als ik iets kon doen met mensen in de parochie. In 2003 kwam daar Maria Hoop bij en sinds 2005 dus ook Pey. Ik voel me bevoorrecht en gezegend dat ik op mijn leeftijd nog zulk verheugend werk kan en mag doen! En als u mijn preken soms wat theoretisch vindt, en mijn optreden ook niet zoals pastoors dat gewoonlijk doen, hoop ik dat u daar begrip voor hebt: ‘hij heeft zijn hele leven andere dingen moeten doen --les geven aan instellingen voor hoger onderwijs en besturen-- en is veel te laat aan het parochiewerk toegekomen, je kunt het hem niet kwalijk nemen’. Maar als ’t God blieft en Pastoor Bert Mom ermee in kan stemmen, blijf ik het graag nog lang doen.
Dr. H. van der Meer SJ