Aanstellingen tot lector en acoliet open voor vrouwen
Motu Proprio 'Spiritus Domini' van paus Franciscus
Paus Franciscus heeft op 11 januari bekend gemaakt dat de aanstellingen tot lector en acoliet, diensten in de Kerk die op grond van het doopsel en vormsel wordt verricht, geopend zullen worden voor vrouwen. Daartoe wordt canon 230 par. 1 van het kerkelijk wetboek gewijzigd en wordt de liturgie van de aanstellingen aangepast.
Achtergrond
De aanstellingen tot lector en acoliet zijn in het Motu Proprio Ministeria Quaedam (1972) van H. paus Paulus VI ingesteld om duidelijker aan te geven dat de taken van lector en acoliet worden uitgeoefend op grond van doopsel en vormsel, overeenkomstig de inzet van het tweede Vaticaans concilie om de deelname van christengelovigen leken aan de zending van de kerk duidelijker in het licht te plaatsen. Daarmee werden de lagere wijdingen gewijzigd en teruggebracht in aantal, al kunnen bisschoppenconferenties nog altijd besluiten meer aanstellingen in te voeren, na goedkeuring van de Heilige Stoel. De lagere wijdingen worden nog wel toegediend binnen gemeenschappen die de buitengewone vorm van de Romeinse ritus volgen en in Oosterse kerken, maar de Kerk heeft steeds het bewustzijn gehad dat deze lagere wijdingen een kerkelijke instelling (sacramentale) waren en dus door de Kerk konden worden aangepast aan de (missionaire) eisen van de tijd.
Wijdingen?
Paus Franciscus wijst erop dat de aanstellingen ingesteld zijn door de Kerk en worden uitgeoefend op basis van het algemeen priesterschap van de gelovigen. Zij zijn geen deelname aan het wijdingssacrament, wat voor de diaken-, priester- en bisschopswijding wél geldt. Dat onderscheid is duidelijker geaccentueerd door (sinds 1972) niet langer te spreken van (lagere) wijdingen maar van aanstellingen en doordat het tweede Vaticaans concilie heeft verklaard dat de diakenwijding en de bisschopswijding sacramenteel zijn, dus een deelname aan het wijdingssacrament verlenen. De opening van de aanstellingen voor vrouwen kan dus niet worden gezien als een eerste stap naar vrouwelijke diakens en priesters. In de wijdingen speelt de sacramentele representatie door de gewijde bedienaar van Christus als bruidegom van diens bruid de Kerk een belangrijke rol.
Traditie
Toch was de traditie van lagere wijdingen, in aantal en soort lokaal vaak verschillend, al bekend bij de kerkvaders van de derde eeuw (vgl. bijv. H. Cyprianus van Carthago). Dat zal ook de reden zijn dat het lang heeft geduurd voordat dit voorbehoud aan mannen is losgelaten. Al in de Synode over de Leek onder H. paus Johannes Paulus II was over dit thema gesproken en in de Exhortatie Christifideles Laici vinden we al een zinspeling op een wijziging (Christifideles laici, n. 23, einde. Paus Franciscus wijst er in de brief aan de prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer op dat in de synode van 2008 dit thema opnieuw was besproken en de toelating van vrouwen was gevraagd.
Wijzigingsbesluiten
Nu heeft de wijziging dus plaatsgevonden in een Motu Proprio Spiritus Domini van paus Franciscus en toegelicht in een brief van de paus, beide teksten van 10 januari, feest van de Doop van de Heer, aan de prefect van de Congregatie van de Geloofsleer.
De aanstellingen worden tegenwoordig in ons land gewoonlijk vooral aan de wijdingskandidaten gegeven, maar de bisschoppenconferentie kan hier een eigen gemeenschappelijke toepassing voor vaststellen. De aanstellingen kunnen volgens een besluit van de Nederlandse bisschoppenconferentie vooral worden gegeven aan leiders van acolieten- en lectorencolleges. Het was dus nooit zo dat iedereen die lector was of de Mis diende of de heilige communie uitreikte, ook een aanstelling tot lector of acoliet kreeg.
Verder is het wachten nog op de wijziging van de Liturgische teksten van de aanstellingen. Het is aan de bisschoppenconferentie om de criteria vast te stellen voor de onderscheiding van kandidaten voor de aanstellingen en de voorbereiding die daaraan vooraf moet gaan.