Ziekte als straf? Hoe gaat Jezus daar mee om?
Bezoek aan de Vredeskerk in Amsterdam
Zondag 14 februari was ik in de Vredeskerk in Amsterdam voor de Eucharistievierng en om na de Mis eventuele vragen te beantwoorden nu de in 2019 ontslagen pastoor Pierre Valkering afgelopen vrijdag uiteindelijk onder rechterlijke dwang en onder protest de ambtswoning heeft verlaten.
Hoe jammer...
In de Eucharistieviering hebben we speciaal voor de voormalige pastoor om zegen gebeden en aan het eind van de viering heb ik nog eens herhaald hoe jammer en treurig ik dit alles vind. Ik hoop dat de parochie nu de kans krijgt de vrede te hervinden en een nieuw hoofdstuk zal kunnen beginnen met de nieuwe pastoor.
Gelegenheid tot vragen
De kerk was vol op Corona-capaciteit (dertig mensen buiten bedienaars en assistenten). Aan het einde van de Eucharistieviering waren er verschillende mensen die vragen stelden en verduidelijkingen vroegen, steeds op een respectvolle en open wijze. In die geest sprak ik ook met enkele vrijwilligers.
Ontmoeting met kerkbestuur
Met het kerkbestuur had ik daarna nog een apart gesprek. De leden van dit bestuur hebben deze situatie ook maar over zich heen gekregen. Zij hebben steeds geprobeerd zo veel mogelijk de vrede en de eenheid te bewaren, maar toen de ontruiming dichterbij kwam was hun positie ook moeilijker en was er meer kritiek. Daarom was het voor hen ook een nare tijd.
Van harte hoop ik dat de Vredeskerk zijn naam nu weer ten volle mag kunnen gaan beleven!
Homilie
HOE GAAT JEZUS DAAR MEE OM?
evangelielezing: Mc. 1, 40-45
Isolatie
Velen van ons
maken in deze Corona-tijd mee
hoe lastig het is om geïsoleerd te zijn
en niet op een normale manier
met andere mensen om te kunnen gaan.
Dat geldt voor veel ouderen,
maar juist in deze dagen
horen we ook
hoeveel jongeren daaronder te lijden hebben;
veel jongeren hebben bijvoorbeeld last
van depressieve klachten.
Het is goed dat we aan hen denken,
ook in ons gebed.
De steun van het geloof
Tegelijk hoor ik juist in deze tijd
dat mensen steun hebben van hun geloof,
blij zijn als ze even een kerk binnen kunnen lopen
om een kaarsje op te steken
en even te bidden;
en dat ze blij zijn met de dagelijkse vieringen
hier in de kerk
of die worden uitgezonden
bijvoorbeeld door onze kathedraal.
Onrein!
In de tijd van Jezus
waren er de nodige mensen
die aan een huidziekte leden,
in het evangelie meestal melaatsheid genoemd,
maar het ging waarschijnlijk ook
om andere huidziekten.
Die konden natuurlijk besmettelijk zijn
en die mensen werden “onrein” genoemd;
ze moesten verblijven
ver van de bewoonde wereld
en als zij ergens kwamen
moesten ze luid roepend
hun komst aankondigen,
zodat iedereen zich uit de voeten kon maken.
Hij loopt niet weg
Maar Jezus doet dat niet.
Hij loopt niet weg als die melaatse
voor Hem op de knieën valt.
Integendeel, Hij strekt Zijn hand uit,
raakt die melaatse aan
en zegt: “Ik wil, word rein”.
Jezus blijft hem in zijn ziekte nabij.
Een wens
Van harte hoop en bid ik
dat de mensen van onze tijd
de vreugde van het geloof mogen ervaren
en dat we allemaal
de nabijheid van de Heer mogen ervaren,
als we alleen zijn of het moeilijk hebben.
God is bij je!
Als ik mijn moeder in het verpleeghuis bezoek,
zegt ze dikwijls
dat ze door haar geloof
tot nu toe goed door deze tijd heen komt
en ze voegt er dan altijd aan toe:
“Ik zou dat alle mensen gunnen,
die steun en de kracht van het geloof”.
Ik sluit me natuurlijk heel graag
bij die wens van mijn moeder aan.
Ziekte en zonde
Dat alleen staan en geïsoleerd zijn
is één gevolg van de melaatsheid,
dat we allemaal wel kunnen herkennen
als iets naars en akeligs;
een ander aspect is
dat van de zonde.
Die ernstige ziekte
werd door mensen in die tijd gezien
als onreinheid in geestelijke zin,
als een soort straf voor de zonde
en de ziekte werd gezien
als een werk van de boze
die invloed had gekregen
in het leven van die persoon.
Hoe gaat Jezus daar mee om?
Als Jezus voor die melaatse staat,
staat er dat Hij hem aanraakt
“door medelijden bewogen”,
dat zal zeker Zijn houding zijn geweest
tegenover die arme melaatse man;
maar in nogal wat oude handschriften
van deze evangelietekst
staat iets heel anders,
namelijk dat Jezus “vertoornd” was,
dat Hij dus kwaad was,
toen Hij zijn hand uitstak naar die melaatse.
Maar waarom zou Jezus kwaad kunnen zijn
op die arme melaatse man?
Natuurlijk is Hij niet kwaad op die arme man.
Die toorn of kwaadheid
zouden dan
de macht van het kwaad betreffen
die daar werkzaam was,
het kwaad dat die arme man getroffen had.
Jezus is boos om de macht van het kwaad.
Hij is groter...
Jezus neemt niet de opvatting over,
dat zo’n zieke mens “onrein” is, integendeel:
Hij gaat juist naar hem toe
en raakt hem aan
maar hij maakt in zekere zin gebruik
van dat gegeven
dat mensen ziekte koppelden
aan zonde en kwaad,
door via de genezing van die persoon
te laten zien dat Hij macht heeft
over het kwaad en de zonde,
dat Hij alle onreinheid uit kan bannen,
dat Hij groter is dan elke ongerechtigheid:
”Ik wil, word rein”.
Innerlijke genezing
Dit evangelie is dus ook een uitnodiging
om in vertrouwen
met de butsen en de wonden
die in de loop van ons leven zijn ontstaan,
naar Jezus toe te gaan,
ons door Hem te laten genezen,
niet zozeer in lichamelijke zin,
maar vooral in geestelijke zin:
“Heer, als U wilt, kunt U me reinigen”.
Waar zit je mee,
wat houdt je vast,
is er een kwaad dat je in de greep houdt?
Zeg bij wrok, haat of fouten die je hebt gemaakt,
bij alles wat je ziel vergiftigt:
“Heer, als U wilt, kunt U me reinigen”.
Hij nam het over
Aan het einde van het evangelie
kan Jezus niet meer in de stad komen
en moet hij op eenzame plaatsen verblijven,
omdat die melaatse
overal zijn verhaal gaat vertellen.
Waarom kon Jezus niet meer in de stad komen?
Misschien omdat alle melaatsen
nu naar Hem toe wilde komen
en de stad binnen zouden gaan
waar ze niet mochten komen.
Maar de diepere zin hiervan is
dat Jezus
de eenzaamheid en het isolement
van die melaatse man
had overgenomen.
Die man kon weer onder de mensen komen,
Jezus was nu tot isolatie veroordeeld.
Het laat ons zien wat we zo vaak belijden:
Hij heeft onze zonden op zich genomen,
hij is het lam Gods
dat de zonden weg draagt.
Hij maakt zichzelf dus tot zondebok,
op Hem wordt de schuld geladen,
omdat Hij ons zozeer liefheeft
en niet wil dat iemand verloren gaat.
Zie Hem naast je staan
lijdend, met de doornenkroon,
vol liefde voor jou, voor U, voor iedereen...