Wat Jezus adviseert
Aswoensdag
Op Aswoensdag openden we de Veertigdagentijd met het ontvangen van het Askruisje. Dat ging dit jaar wat anders dan anderen jaren.
Op deze dag waren er in de kathedraal een uitvaart en twee aswoensdagmissen, zodat toch nog een redelijk aantal mensen in de gelegenheid was het begin van de Vasten te markeren. De Mis in de kathedraal werd fraai opgeluisterd door een kwartet van heren die Gregoriaans en meerstemmig zongen en die viering is nog terug te zien op kathedraal tv.
Het askruisje werd dit jaar anders dan anders gegeven: de as werd op het hoofd gestrooid zonder dat er iets bij werd gezegd. De bijbehorende teksten die op de vergankelijkheid van het leven wijst en op de noodzaak tot bekering en geloof in het evangelie, werden nu eenmal uitgesproken voordat de as werd uitgedeeld.
In de homilie stonden we stil bij het evangelie: Mt. 6, 1-6. 16-18
Homilie
Wat Jezus adviseert
Niet voor de buitenwacht
De nadruk in de evangelielezing
ligt sterk op de aansporing
dat we de dingen die we doen,
vooral het goede
en eigenlijk alles
waarom we geprezen kunnen worden,
niet voor de buitenwacht moeten doen,
niet voor de mensen,
niet voor de indruk
die we ermee kunnen maken.
Wat anderen vinden
Dat is wel een heel goed woord
voor onze tijd,
die heel erg gericht is geraakt
op hoe je overkomt,
wat voor indruk je maakt,
hoe je presteert,
hoe je beoordeeld wordt
door andere mensen,
terwijl we juist moeten leren
om daarboven te staan.
Puber
Natuurlijk, als je een puber bent,
kun je je afvragen
hoe anderen over je denken,
hoe je overkomt,
gewoon omdat je dan eigenlijk zelf
nog wel onzeker bent
en dan kan het gebeuren
dat je iets doet omdat anderen het doen,
onder druk van de groep.
Forel
Maar bij volwassen worden hoort
dat je zelf keuzes maakt en afweegt
en zelf probeert het beste te kiezen,
ook tegen de stroom in durft te zwemmen,
zoals een forel dat doet
en dan komt bij de bron.
Je Goddelijke gang
Een christelijke keuze maken we
door af te wegen
wat Jezus zou doen.
Christen-zijn draait onder meer
om vrijheid.
We zijn geroepen tot vrijheid in Christus,
dat betekent aan de ene kant
je eigen persoonlijke mening
los kunnen laten
doordat we open staan
om te kunnen begrijpen
wat goed is en waar
- dus: niet te eigenwijs -
maar wel: vrij staan
tegenover wat mén denkt en vindt,
kiest of doet.
Ga je eigen Goddelijke gang,
in de zin van
stel je open voor wat God van je wil;
en dat kan soms heel persoonlijk zijn,
want God vraagt niet van ieder mens hetzelfde,
ieder heeft zijn eigen roeping
in het leven.
Niet het velletje
Leef niet voor de buitenwacht,
niet om indruk te maken,
niet alsof alles om jezelf draait,
niet omdat iedereen het moet zien,
maar leef voor God
die in het verborgene ziet.
Het gaat om onze binnenkamer,
om ons hart,
onze geest,
Niet om ons velletje,
maar om wat daarachter, daarbinnen zit,
gaat het.
Drie middelen
Om daarin te groeien,
is deze vastentijd, deze veertigdagentijd er.
Bij de persoon
die wie in deze veertigdagentijd
achter ons moeten laten
draait alles om hem of haar,
het “ik” is heel groot,
het eigen gelijk, geld en bezit
en de erkenning door anderen.
De vasten geeft ons drie middelen
om daar verandering in te brengen.
Aalmoezen, bidden en vasten.
Aalmoezen
Aalmoezen zijn de giften
die we aan anderen geven,
vooral aan de armen,
bijvoorbeeld in de Vastenactie.
Bidden
Als we bidden leggen we het centrum
buiten ons zelf,
daarin draait het niet om het ik,
maar gebed vraagt aandacht voor God.
Vasten
Het vasten doen we niet
voor een six-pack en een fraai figuur
- dat is weer het “ik” -
maar om onze behoeften,
het lekker en leuk
juist niet centraal te stellen.
Aalmoezen, bidden en vasten,
drie adviezen
waarmee het “ik” wordt losgelaten
en waardoor we geestelijk groeien.
Van harte wens ik U toe
dat U met deze drie adviezen van onze Heer
een mooie vastentijd zult hebben!