Hobbels en blokkades op weg naar de missionaire Kerk
Donderdag 31 maart hebben we een bisdomstaf-vergadering gehouden met alle gedelegeerden. Het was door Corona lange tijd niet fysiek mogelijk geweest, maar gelukkig konden we elkaar nu weer ontmoeten. Dit keer stonden we bijzonder stil bij de ontwikkelingen op het vlak van reorganisatie van kerken en parochies, financiën en dergelijke. Aan het begin van de bijeenkomst heb ik een inleiding gehouden over de hobbels en blokkades op de weg naar een missionaire kerk.
Want inderdaad het is soms frustrerend dat de processen en ontwikkelingen zo langzaam gaan, op de weg naar een Kerkgemeenschap die de boodschap van het evangelie vitaal handen en voeten kan geven. Goed, uiteindelijk is alles genade en dat vraagt van ons vertrouwen in de Voorzienigheid...
Hobbels en Blokkades
Het doel
Waar we naar toe willen, is eigenlijk wel duidelijk: we willen komen tot levende en vitale, verwelkomende geloofsgemeenschappen met jongeren en ouderen, met kennismakingsprogramma’s, Alphacursus, andere catechetische activiteiten voor kinderen en volwassenen, voorbereiding op de sacramenten en een waardige en aantrekkelijke liturgie. Een gemeenschap die missionair is, dat wil zeggen: erop gericht om nieuwe mensen uit te nodigen en hen te betrekken bij het evangelie, bij Jezus Christus en de Kerk.
Hoe komen we daar?
Hoe komen we daar? Er zijn vele hobbels en blokkades op die route, waarvan ik er een paar wil benoemen. Want je kunt wel mooi dromen over een Missionaire Kerk, als je niet bereid bent om te doen wat ervoor nodig is om daar te komen, wordt het niets. De genade vraagt om menselijke medewerking!
Nota's en beleidsdocumenten?
Het zit ook niet in de productie van nog weer meer nieuwe nota’s en visies. In ons bisdom Haarlem-Amsterdam is in 2004 de nota Nieuwe tijden, nieuwe wegen verschenen. In 2012 kwam een vervolgnota op dat document. Die teksten zijn nog steeds van belang. In 2016 verscheen de gespreksnotitie Kerk in een veranderende samenleving en bij mijn aantreden als diocesaan bisschop heb ik een brief uitgegeven met vier speerpunten die kenmerken zijn voor een levende en missionaire kerk: gemeenschapszin (Kerk als communio, Samen Kerk), missionaire gemeenschap (uitgaand naar anderen met de boodschap van het evangelie), caritas (zorg voor de armen als zichtbaar teken van het geloof en de evangelische liefde) en aandacht voor jongeren en families.
Inspiratie van de paus
Paus Franciscus heeft eveneens veel aandacht gegeven aan die missionaire kerk. Niet voor niets is hij zijn pontificaat begonnen met de Apostolische Exhortatie Evangelii Gaudium, over de verkondiging van het evangelie in de wereld van nu (2013). De Apostolische Constitutie waarmee de Romeinse Curie zeer onlangs is hervormd heet: Praedicate evangelium (verkondig het evangelie), waarin hij als eerste onder de afdelingen van de Romeinse Curie het Dicasterie voor de evangelisatie heeft geplaatst. Er is geen gebrek aan inspiratie en aan een beeld van het visioen dat ons voor ogen staat.
Waarom gaat alles zo traag?
De kenmerken van de missionaire kerk, het visioen van waar we naar toe willen is dus al vele malen en duidelijk geschetst en onder de aandacht gebracht, ook met tal van concrete suggesties. Maar waarom wordt die missionaire kerk dan nog zo weinig zichtbaar? Het gaat dan niet allereerst om de vraag of de missionaire pogingen resultaat hebben (want het is in onze samenleving vaak niet zo gemakkelijk in het hart van mensen door te dringen met de boodschap van het evangelie) maar ook en vooral om de vraag waarom er geen missionaire initiatieven tot stand komen. Er is een flink aantal hobbels en blokkades op de weg naar de missionaire kerk...
Structuren
Een belangrijk probleem zijn de structuren. We zitten te veel vast in de oude structuren, we geven de Heer te weinig kans om alles nieuw te maken. Er zijn te veel kleine clubjes die voor zichzelf opkomen maar niet de inspiratie en de kracht hebben om missionair te zijn, er gaat teveel zorg uit naar teveel gebouwen. Een paar kleine parochies met een kerkbezoek van vijftig mensen van oudere leeftijd, vragen de nodige aandacht voor vieringen, onderhoud van de kerk enzovoorts, maar die parochies missen de kracht om missionair te zijn en kunnen geen parochie zijn met alles wat daarbij hoort: jongeren, gezinnen, catechese, doop- en huwelijksvoorbereiding, enzovoorts. Om nog een voorbeeld te geven: ook al is een parochie verenigd in een samenwerkingsverband van verschillende parochies, toch zijn er niet zelden “lokatieraden” die opkomen voor “hun” kerkgebouw en zich gedragen als “lokaal bestuur”. Die fragmentatie zorgt voor botsende belangen die veel tijd en energie vreten van kerkbesturen en de pastoor. Zo wordt iedereen moe zonder iets bereikt te hebben.
De weinige krachten die we hebben, worden te zeer weggezogen naar het in de lucht houden van overbodige structuren in plaats van dat ze naar de missionaire opdracht gaan.
Vast gehouden
Dat maakt dat priesters (en dat geldt mutatis mutandis ook voor diakens, catechisten, pastoraal werkers) vaak niet goed toekomen aan het opzetten van nieuwe missionaire initiatieven, catechese, bezoeken, de vorming van vrijwilligers, gelovigen die de zending van de kerk méé dragen, enzovoorts. Ze worden soms te veel vast gehouden in een overdreven vergaderstructuur door de vele lokale belangen die de grotere missionaire opdracht niet in het vizier hebben en die niet vanuit het grotere beeld van het katholieke geloof denken en handelen.
Charisma
Daarbij moet ook oog zijn voor het charisma van een priester, diaken of catechist dat per persoon verschilt. Het is mooi als iemand zijn talenten kan ontplooien, dan komt die persoon tot zijn of haar recht. Een priester is niet priester geworden voor het leiden van reorganisatieprocessen. Het is dus goed als hij in veel zorgen voor deze noodzakelijke processen ontlast kan worden. Zeker, hij is geroepen om als pastoor of in een andere rol, leiding te geven aan de gemeenschap, maar dat gaat om een herderlijke opdracht. Natuurlijk moet hij ook gevormd worden in de taken die nu eenmaal op hem afkomen. Soms speelt ook de eigen attitude een belangrijke rol: Is de priester, diaken, catechist of pastoraal werken in zijn of haar denken en handelen voldoende missionair, verwelkomend, open? En zijn er voldoende gelovigen in de gemeenschap te vinden die de missionaire opdracht méé willen dragen?
Financiën
Ook de financiën spelen een rol. De financiële middelen lopen sterk terug. Is het erg om een arme Kerk te zijn? Nee, dat is zelfs evangelisch. Maar we hebben wel de opdracht om de middelen die ons zijn toevertrouwd goed en zorgvuldig te beheren ten dienste van het doel: de verkondiging van het evangelie en het geloofsleven. Om tot missionaire gemeenschappen te komen en niet te veel tijd en geld te verliezen aan het beheer van gebouwen, vergaderstructuren en zaken die uiteindelijk niet bijdragen aan die missionaire Kerk, moeten we het aantal locaties en structuren beperken om tijd te kunnen geven aan onze eerste opdracht: de verkondiging van het evangelie. Maar de weg daarnaar toe is vol hobbels...
Stil staan bij de blokkades
De hobbels en de blokkades: het is goed dat we er aandacht aan besteden en ons afvragen hoe we de weg voor de Heer kunnen bereiden en die obstakels kunnen verwijderen. Het is niet voldoende om stil te staan bij het visioen en dat helder naar voren te brengen - hoe belangrijk dat zeker ook is. Er moet meer gebeuren. De weg er naar toe moet bereid worden... (tijdens de stafbijeenkomst zei iemand: je moet niet alleen voor Pasen gaan, de weg naar de missionaire kerk loopt langs het kruis; dat moeten we opnemen)
Hoe kunnen we allen die binnen onze kerk werkzaam zijn helpen, ruimte maken, om iedere dag met vreugde te kunnen zeggen: “Heer, hier ben ik, zend mij”?