Als je in je recht staat....
Sodom en Gomorra en een nachtelijke bezoeker...
De situatie in Sodom en Gomorra zou je kunnen omschrijven als "hemel tergend"en "om wraak roepend". Hoe ging God daar mee om? We hoorden hoe dat in eerste instantie ging in de eerste lezing van de 17e zondag door het jaar (C): Gen. 18, 20-32. In het evangelie hoorden we de gelijkenis die Jezus vertelt over de man die midden in de nacht wordt lastig gevallen door een vriend (Lc. 11, 1-13). Hoe zouden wij daarmee om gaan? In de homilie stond ik erbij stil.
Het was deze zondag ook dag voor grootouders en ouderen. Ook daar hebben we in de kathedraal aandacht aan besteed. In een apart bericht plaats ik de gebeden voor deze dag.
Homilie
"Man, hoepel op!"
ZEVENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR C kathedraal
Tegemoet komen
Ik denk dat we allemaal
wel eens hebben meegemaakt
dat je tegenover iemand
eigenlijk in je recht staat
maar dat je toch besluit
om die ander tegemoet te komen
en meer toe te geven
dan waar die ander recht op heeft.
Je eist je recht dan niet op,
maar komt iemand tegemoet.
Je concentreert je niet
op wat die ander verkeerd heeft gedaan,
maar op een weg
die eenheid en verzoening of verbondenheid
kan bevorderen.
Dat is vaak een heel goede beslissing;
het is een teken van barmhartigheid
en van de wil tot vrede,
zeker als het gaat
om iemand die arm is, noodlijdend
of die anderszins onze hulp nodig heeft.
Gelijk hebben en je gelijk pakken
“Ik heb er recht op.
Dit zou mij moeten worden gegeven.
Ik sta in mijn recht als ik hier stevig op inga.
Zo gaat het niet langer”!
Dat is je gevoel
en dat is misschien inderdaad de waarheid.
Dan kunnen we wel gelijk hebben,
toch zullen er situaties zijn
waarin we wel gelijk hebben
maar eigenlijk dat gelijk niet moeten willen pakken,
omdat dat meer kapot maakt dan opbouwt,
omdat we nu eenmaal begrip moeten hebben
en barmhartig moeten zijn,
soms iets met de mantel der liefde
moeten bedekken.
Sodom en Gomorra
Dit is het wat we vandaag
zowel in de eerste lezing als in het evangelie
te horen krijgen:
God is barmhartig,
hoe slecht Sodom ook is
en hoe beroerd Gomorra,
de Heer gaat in
op de smeekbede van Abraham
om toch nog begrip te hebben,
toch nog maar weer een keer lankmoedig te zijn.
Als er toch nog ergens
een positief puntje gevonden kan worden,
als er toch nog een paar mensen zijn
die wel rechtvaardig en goed zijn
in die beide plaatsen,
dan zal de Heer die steden niet verwoesten.
Barmhartigheid en vergeving krijgen voorrang
al is de algemene situatie daar
ook nog zo’n zooitje.
Het liep helaas daar toch niet goed af,
maar dit was God’s intentie.
Zo'n Vader hebben wij
En in het evangelie is dat in zekere zin
precies het zelfde:
God die wij mogen aanspreken als onze Vader,
is barmhartig:
Hij vergeeft onze schulden,
ook al hebben wij daar nou niet direct recht op.
We krijgen van Hem meer
dan we verdienen.
Om die vergeving bidden we met vertrouwen
in het gebed dat Jezus ons heeft geleerd.
Zijn we dan zo slecht?
Hebben we vergeving nodig?
Misschien dat we dat zelf niet zo zien:
wij zijn toch niet zo slecht?
Vaak moet je met andere mensen over ons praten
om onze minpunten te horen,
Beter dan wijzelf zien andere mensen
in veel gevallen onze zonden
- zij hebben er onder te lijden -;
we hebben we daar zelf niet eens altijd
zo’n oog voor.
Maar misschien is het ook wel waar
dat we helemaal niet zulke verkeerde mensen zijn,
maar de oproep van de Heer is
in ieder geval om barmhartig te zijn
en te beseffen
dat ons veel gegeven is
aan gaven, mogelijkheden, talenten
en aan vergeving.
Zo goed als God
En wij zijn geroepen om zo goed als God te zijn:
barmhartig over de normale menselijke grenzen heen.
Dat is wat uit de parabel naar voren komt
die Jezus vertelt:
een man wordt midden in de nacht nog
lastig gevallen omdat iemand een brood nodig heeft.
U ziet misschien uw buurman of buurvrouw al komen,
midden in de nacht om een uur of twee, drie:
“Heb je nog een brood voor mij”?
De kern van die parabel is
dat de man die lastig gevallen wordt
op dit ongelegen uur,
toch op de vraag ingaat
en die buurman geeft wat hij nodig heeft,
terwijl we geneigd zouden zijn
om te zeggen:
“Man, hoepel op,
ik lig al te slapen!”
Wees dus barmhartig
over de grenzen van het normale menselijke heen,
probeer te reageren met begrip,
ook al is het niet helemaal redelijk
wat wordt gevraagd,
ook al sta je tegenover die ander
in je recht..
Laat ik eerlijk zijn...
Maar goed, eerlijk is eerlijk:
wie zal het opbrengen
om altijd zo te reageren?
Soms zijn we te hard,
met net iets te weinig begrip,
te veel redenerend vanuit onszelf.
Daar maken we zeker allemaal fouten in,
ik in ieder geval wel.
Achteraf denken we allemaal wel eens:
had ik nu niet iets vriendelijker,
iets tegemoetkomender kunnen zijn?
De geest van het "Onze Vader"
En de kern van het verhaal is
dat we ons dat iedere keer
als we het “onze Vader” bidden,
weer even mogen realiseren:
“Onze Vader die in de hemel zijt”,
u heeft mij alles toevertrouwd
wat ik heb en wat ik kan,
U hebt ons alle schulden vergeven;
Ik heb het niet verdiend,
ik heb er geen recht op
dat ik het goed heb
en de mensen in Jemen of Oekraïne niet.
Dat is een cadeau
(en tegelijk een vaak onbegrijpelijk mysterie)!
Maar help ons in ieder geval
om vergevingsgezind en barmhartig te zijn
tegen over anderen.
Niet onze rechten,
maar welwillendheid.
Geef ons een begripvol hart.