Opening Sant’Egidio in Amsterdam
Eigen huis betrokken in 2e Oosterparkstraat
Op woensdag 19 februari is Sant’ Egidio in Amsterdam geopend in de kerk/pastorie van de St. Anna - Bonifatius in de 2e Oosterparkstraat 246 in de hoofdstad. Weliswaar was Sant’ Egidio al enkele jaren beginnend actief, maar nu heeft het een eigen huis, een eigen plaats gekregen.
Hier zullen de initiatieven uitgaan naar de thuislozen, de ouderen, kinderen, de zwaksten voor wie de gemeenschap van Sant’ Egidio vriend wil zijn. Mw. Hilde Kieboom, verantwoordelijke voor Sant’ Egidio in de Lage Landen was aanwezig - samen met heel wat mensen van de gemeenschap in Antwerpen - en opende de vestiging met een toespraak en de onthulling van het naambord, wat zij deed samen met de verantwoordelijke voor Sant’ Egidio Amsterdam Colm Dekker en met mijzelf.
Velen waren gekomen om dit feestelijk moment bij te wonen, zodat de ruimten uitpuilden. Na een gebedsdienst, waarin ik de onderstaande overweging heb gehouden en de onthulling van het naambord volgde nog een geanimeerde receptie.
Overweging
Het is een grote vreugde voor mij
dat ik vandaag met jullie
deze opening van San Egidio Amsterdam
op een eigen plek, in een eigen huis mag vieren.
De gemeenschap van San Egidio
ziet iedere mens als mens,
meer nog als beeld van God
en in de arme ziet zij heel speciaal
het beeld van onze Heer Jezus Christus
die arm geworden is om onzentwil.
Zij ziet die arme mens als vriend,
die met eer moet worden omgeven
en daarom worden de thuislozen ontvangen
in een restaurant - Kamiano - waar iedereen wel graag
de maaltijd zou willen houden.
Dit bracht mij op het idee
om vanavond de bruiloft van Kana
als uitgangspunt te nemen
voor een kleine overweging
op deze feestelijke dag.
Zoals meestal in het evangelie volgens Johannes
is dit een verhaal met verschillende lagen.
De evangelist verwijst met een zekere regelmaat
naar een diepere betekenis
van deze bruiloft, dit feest
dat in duigen dreigde te vallen
doordat de wijn op was
(en veel keuze aan drankjes was er toen niet).
De bruiloft vindt plaats “op de derde dag”,
een aanduiding die in dit evangelie
nogal uit de lucht komt vallen.
Waar zijn dan de eerste en de tweede dag?
Maar het gaat hier om een verwijzing
naar het paasmysterie,
het verrijzen van Jezus uit het graf
op de derde dag
na Zijn lijden en dood.
Ook de opmerking “Mijn tijd is nog niet gekomen”
- “Mijn uur is nog niet gekomen”, zeggen andere vertalingen -
verwijst naar datzelfde gebeuren:
het uur van Jezus
is het uur van Zijn lijden en sterven.
Het wonder wordt bovendien een “teken” genoemd
en een manifestatie van Zijn heerlijkheid, Zijn grootheid.
Dit is dus meer dan zomaar een bruiloft,
meer dan zomaar een feest.
En dat geldt ook voor San Egidio.
Het feest dat jullie aanrichten,
de vreugde die jullie beleven
en de vreugde die jullie brengen
bij thuisloze mensen,
bij eenzame en oudere mensen,
bij wie moest ervaren hoe hard het leven kan zijn,
die vreugde is niet slechts plezier.
Het is meer:
het is erkenning van het mens-zijn,
het voluit mens-zijn
van de mensen die jullie als vriend ontmoeten.
En die vriendschapsband
die jullie beleven met deze mensen,
heeft uiteindelijk een diepere laag
omdat jullie het gelaat van God,
het beeld van Jezus Christus
in deze mens herkennen.
Voor wie meedoet met San Egidio
hoeft die dimensie
niet altijd aanwezig te zijn
of altijd even sterk te zijn.
Maar in geloof weten we
dat die dimensie er is
en dat die bijdraagt aan het respect en de eerbied
die we dus aan iedere mens
en vooral aan de armen, de thuislozen,
de mensen zonder documenten
verschuldigd zijn.
De bedienden op het feest
van de bruiloft van Kana
heten in het Grieks “diakonoi”, diakens.
Dat geeft aan hun bediening
natuurlijk wel een enigszins sacramentele, liturgische kleur,
die weer in lijn is met die diepere laag,
die onderliggende dimensie,
die eigen is aan dit verhaal.
De dienaren op het feest
kregen van de moeder van Jezus de opdracht
om te doen wat Jezus zou zeggen
en die vroeg hun
de vaten met water te vullen.
Ieder van die bedienden zal
bij het vullen van de vaten
zijn eigen gedachten en intenties hebben gehad.
Misschien was het voor hen gewoon
het vullen van vaten geweest
en hadden zij geen gedachten gehad
over wat al dat water zou moeten.
Misschien hebben zij gewoon hun plicht gedaan.
Maar gaat het ons ook heel vaak niet zo?
Wat jullie doen voor jullie vrienden op straat,
thuis of in verzorgingshuizen
is in zichzelf al iets goeds en daarom iets moois;
wat de betekenis is in het licht van die diepere laag,
in het licht van het paasmysterie,
van Christus’ verlossing,
dat kunnen wij - gewone mensen -
eigenlijk nauwelijks bevroeden.
Maar Jezus zelf zegt tot Zijn leerlingen
dat God het ziet en het zal belonen
als iemand hun een beker water geeft (Mc. 9, 41).
Er is een diepere dimensie
aan al het goede dat je doet.
Misschien heb je die concreet voor ogen,
misschien ook niet zozeer,
maar ik zeg je: God ziet het,
je werkt mee aan verlossing, aan redding, bevrijding.
De bruiloft van Kana werd een teken
van onze menselijke onmacht
en van de overvloed aan verlossing
die God ons geeft.
Ieder klein, goed werk
is daar een bijdrage aan,
een beetje water dat de Heer opneemt
in die grote overvloed van Zijn verlossing.
De betekenis van het kleine,
het goede dat wordt gedaan
wordt onmetelijk groot.
Ik zeg jullie dit om jullie te bemoedigen
om door te gaan
en te geloven in de betekenis van wat jullie hier doen
en om die bezieling in je levend te houden
die maakt dat San Egidio steeds
de Geest van Jezus Christus mag ademen.
Dat vraag ik ook bijzonder
op voorspraak van Maria
die op de bruiloft van Kana
haar laatste woorden sprak
die zijn overgeleverd:
“Doe maar wat Hij U zeggen zal”