KISI-kids zingen sterren van de hemel
KISI-feest in Tilburg
In het weekend van 20-21 september werd in het 2 College Cobbenhage in Tilburg het jaarlijkse KISI-feest gehouden. KISI, "God's singing kids", brengt kinderen samen om musicals in te studeren en met elkaar mooie dagen te beleven van geloof en vriendschap. Nederland en Vlaanderen telt verschillende KISI-groepen, ook in het bisdom Haarlem-Amsterdam. Het KISI-feest had dit jaar als thema: "Generaties samen", waarvoor het beeld van de pijl werd gebruikt: een pijl heeft een punt di kan raken, een schacht die stevigheid geeft en een uiteinde dat richting en stabiliteit geeft. Zo vullen ook de verschillende generaties elkaar aan. Tweehonderd kinderen overnachtten in het College, overdag kwamen ouders en grootouders erbij voor de mis en onder meer.... een nieuwe musical: Sterrennacht.Tijdens de feestelijke Eucharistieviering, opgeluisterd door de sprankelende zang van de KISDI-kids, ontving een van de medewerkende jongeren het heilig vormsel.
Tijdens de viering heb ik de volgende preek gehouden.
Homilie
Beste ouders, beste KISI-kids, beste vormeling en jullie allemaal,
Wat vonden jullie van het evangelie-verhaal?
Stel het je maar eens voor!
Je hebt de hele dag hard gewerkt,
in de brandende zon.
Die mensen in het evangelieverhaal
hebben waarschijnlijk druiven geplukt,
met manden gesjouwd, zwaar werk.
Het was heel warm en ze waren natuurlijk doodop
van al dat harde werken.
Een uurtje voor het einde
- de zon was bijna weg
en ze waren bijna klaar met werken -,
kwam er nog een groepje mensen aan
die even een uurtje iets kwamen doen.
En toen het dan tijd werd om op te houden
en naar huis toe te gaan,
werd dat groepje het eerste geroepen
en die kregen allemaal een denarie,
dat is een mooie zilveren munt,
het normale loon voor een hele dag werken.
Een hele denarie voor een uurtje werken,
ze konden het bijna niet geloven!
Maar toen kwamen de mensen
die veel langer hadden gewerkt;
de hele dag hadden ze geploeterd
in de brandende zon.
Allemaal hadden ze gezien
wat die mensen hadden gekregen
die maar een uurtje hadden meegedaan;
wat zouden zij nu wel krijgen?
maar zij kregen niets meer dan die anderen,
precies hetzelfde als de laatkomers:
een zilveren denarie,
het dagloon van die tijd.
“Dit is niet eerlijk!”, vinden ze,
“Wij hebben veel langer gewerkt.
wij behoren veel meer te krijgen”.
Wat vinden jullie?
Wie vindt dit eerlijk?
Ja, jullie hebben best wel gelijk.
Ik ga dat zo uitleggen,
maar eerst wil ik jullie nog even iets vertellen.
Toen ik vroeger op school zat,
hadden we natuurlijk ook gymles;
dan gingen we vaak volleyen, slagbal, hockey of voetbal doen.
Dan moesten er twee teams gekozen worden.
Twee leerlingen werden door de gymleraar aangewezen,
die omstebeurt een kind voor hun team mochten uitkiezen.
De besten werden het eerst gekozen
en als je niet zo heel goed was (zoals ik),
moest je best lang wachten
voordat je gekozen werd.
Wie niet zo goed was in die sport,
stond langer aan de kant te wachten.
Dat was natuurlijk niet zo leuk.
Dit gebeurde ook iedere morgen
op het plein van een stad in het land van Jezus.
Daar stonden de mannen
die graag wilden werken
en de landeigenaar
- de baas van de wijngaard -
kwam daar langs
om de sterkste mannen,
de beste werkers het eerste uit te kiezen.
Iedere keer opnieuw
bleven natuurlijk de mannen over
die niet zo sterk, niet zo groot of niet zo gezond waren.
Maar ook zij hadden wel geld nodig
om met hun gezin van te kunnen leven.
En toen kwam er op een dag
een baas van een wijngaard langs
die ook aan deze mensen
het hele dagloon uitbetaalde,
dat wat ze nodig hadden om van te kunnen leven.
Die mensen die de hele dag gewerkt hadden,
waren boos dat die anderen evenveel kregen.
Zo gaat het vaak:
als iemand iets beter kan,
moet hij een hoger cijfer krijgen of meer geld.
Maar soms vergeten we dan één ding:
alles wat je kunt,
heb je ook gekregen.
Dat je goed kunt leren
of goed kunt sporten,
dat je handig bent met bepaalde dingen,
is een talent, iets dat je hebt gekregen.
Natuurlijk, misschien heb je heel erg je best gedaan
om je talent te ontwikkelen,
maar het blijft een talent dat je hebt gekregen,
je hebt iets gekregen
dat je ontwikkelen kunt.
Daarom is alles wat je kunt,
altijd iets om God voor te danken:
Dank U, Heer, dat ik dit talent gekregen heb.
En de één kan dit en een ander kan dat.
We hebben elkaar nodig.
We moeten niet alleen kijken wie de beste is in dit of dat,
wie er gaat winnen,
maar we mogen vooral zien
dat iedereen wel ergens goed in is,
dat we elkaar aanvullen.
Daarmee kom ik ook
bij het thema van dit weekend:
Generaties samen!
Het enthousiasme van de kinderen,
de idealen van jonge mensen,
de kracht en de leiding van volwassen mensen
en de wijsheid en de ervaring van oudere mensen:
alles is nodig,
samen sta je sterker,
samen vormen we een gemeenschap,
samen vormen we de Kerk,
het lichaam van Christus,
de één is misschien de pink,
een ander de voet, een derde het oog,
maar alles hoort erbij
en samen vormt het juist iets moois.
Het verhaal van de mensen die in de wijngaard werken
en allemaal hetzelfde kregen,
heeft Jezus aan Zijn vrienden verteld;
maar weten jullie wie Jezus eigenlijk
met die landeigenaar bedoelde,
die baas van de wijngaard?
Je kunt dat een klein beetje weten
als je het begin en het einde
van het verhaal goed leest.
Die landeigenaar, die baas van de wijngaard
is eigenlijk God.
En God is goed voor alle mensen,
Hij houdt van iedereen,
iedereen is voor Hem de moeite waard
of je nu heel goed kunt werken
en de hele dag hebt gewerkt
of dat je dat niet zo goed kunt
en pas laat gekomen bent.
Voor God ben je niet te kort en niet te dik,
niet te lang en niet te dun,
je oren en je neus zijn niet te groot
en je haar zit precies goed.
Misschien denk je zelf weleens:
Och, was ik maar een beetje beter
in rekenen of taal, in voetbal, gym
of wat dan ook,
en zag ik er maar een beetje anders uit,
maar God houdt van jou zoals je bent,
jij hebt weer andere kwaliteiten,
maar je hoort er helemaal bij,
jij hebt je eigen plaats voor God
en zoals jij dat kunt
mag je komen werken in Zijn wijngaard.
Jullie kennen misschien het verhaal
van Martha en Maria.
Martha werkte keihard,
maar Maria deed niets
en zij zat aan de voeten van Jezus,
die daar op bezoek was.
Martha was kwaad op Maria
omdat zij alles alleen moest doen.
Maar Jezus nam Maria in bescherming:
Martha moest begrijpen dat Maria anders was
en dat een beetje accepteren.
Zo is het ook met ons:
soms kunnen we ons ergeren aan een ander,
die niet zoveel doet,
veel minder dan wij.
Misschien moet die ander meer doen,
maar wij moeten dan ook
een beetje accepteren
dat die ander anders is,
dat wij mensen elkaar aanvullen,
de een heeft dit,
een ander kan dat.
En of je vroeg begonnen bent of laat,
of je dit goed kunt of dat,
of je minder hebt gedaan of meer:
niemand is te min voor God.
Hij houdt van ons
en zal ons geven
wat we nodig hebben
om van te leven,
Hij heeft begrip voor ons
en laat ons niet alleen.
Hij houdt speciaal van kleine mensen,
van de kinderen
die nog niet zoveel kunnen,
van de zieken, de zwakken, de armen,
van wie ervaart en weet
dat hij niet alles zelf alleen wel kan.
Ja, op dit mooie KISI-feest mogen we vieren
dat God een Vader - Abba - is
voor alle mensen
en dat wij geroepen zijn
om open te staan voor elkaar
en samen een gemeenschap te vormen,
ook met alle generaties.
Als wij zo zijn,
lijken we een beetje op God.
Beste KISI-kids,
dat is ook jullie roeping.
Jullie zingen en spelen voor God,
daardoor word je blij van binnen,
er komt vreugde in je hart.
Als je van binnen blij bent,
zul je ook anderen blij willen maken,
je straalt dat uit.
Wie zingt en blij is
wil graag met andere mensen
en met God verbonden zijn.
Wees blij omdat God van je houdt,
gun daarom ook een ander iets,
zodat die ook goed mag kunnen leven;
geef en leef met anderen samen
en dank God voor alles. Amen.