Arsacal
button
button
button
button


Ik nodig U uit om te bidden voor het conclaaf

De homilie van kardinaal Mambert

Nieuws - gepubliceerd: maandag, 5 mei 2025 - 1537 woorden

Woens­dag 7 mei begin het conclaaf waarin de kies­gerech­tigde kar­di­na­len de nieuwe paus zullen kiezen. Het is een uiterst be­lang­rijk moment niet alleen voor de katho­lieke kerk, maar voor alle mensen die in de nieuwe paus een goede en trouwe her­der hopen te ont­moe­ten met een vast geloof, liefde voor allen en vooral voor de armen, de zwakken, de lijden­den en de mensen die niet mee­tellen, een paus die een baken van hoop is, die opkomt voor de vrede en voor recht­vaar­dig­heid.

Het pauss­schap

De weerklank die het over­lij­den van paus Fran­cis­cus heeft gehad en de meer dan 160 offi­cië­lel dele­ga­ties waar­on­der ruim 50 staatshoof­den, die aan de begrafenis hebben deel­ge­no­men, maken weer eens dui­de­lijk welke be­lang­rijke rol de paus in de wereld moet spelen.
Maar aller­eerst is de paus een man van geloof en van trouw aan de over­ge­le­verde leer van de Kerk, een beginsel van een­heid, her­der van de uni­ver­se­le kerk.

Kar­di­naal Mamberti

Afgelopen zon­dag hield kar­di­naal Dominique Mamberti de homilie tij­dens de laatste Mis van de Novendiales, de negen dagen van gebed voor de overle­den paus Fran­cis­cus. Kar­di­naal Mamberti is de kar­di­naal protodiaken, die naast de paus stond bij de zegen Urbi et Orbi op Paas­zon­dag en die de naam van de nieuwe paus aan de wereld mag aankon­digen.

Hij gaat in de preek die U hier­on­der in een Neder­landse vertaling vindt, in op de geest van aanbid­ding die paus Fran­cis­cus kenmerkte, een uit­no­di­ging zeker om ons die geest eigen te maken, ook nu in voor­be­rei­ding op het conclaaf. Graag doe ik een sug­ges­tie voor het gebed tij­dens deze dagen, waarvoor ik graag in­spi­ra­tie ontleen aan de voor­bede die op rkkerk.nl is ge­pu­bli­ceerd en aansluit bij het verzoek van kar­di­naal Leo van Toronto om ook het Memorare te bid­den

Sug­ges­tie van gebed voor het Conclaaf

God onze Vader,
wij bid­den U
voor de kar­di­na­len die bijeen zijn
om in het conclaaf de nieuwe paus te kiezen;
geef dat zij, gedragen door het gebed van de gelo­vi­gen
en geleid door Uw Heilige Geest,​​​​​​
getuigen zullen zijn van geloof, hoop en liefde
en een nieuwe paus zullen kiezen
als uni­ver­se­le her­der van de Kerk
die de gelo­vi­gen on­der­richt in de deugd,
hen voorgaat in de liefde voor U
en die - met de hulp van Uw genade -
onze harten vervult met de waar­heid van het evan­ge­lie.

Onze Vader - Wees Gegroet

Gedenk, o allergoe­der­tierenste Maagd Maria,
dat het nog nooit is gehoord,
dat iemand, die tot U zijn toevlucht nam,
die om Uw hulp kwam smeken
en om Uw bijstand vroeg,
door U in de steek werd gelaten.
Gesterkt door dat ver­trouwen kom ik tot U,
o Maagd der Maag­den
en kniel hier voor U in mijn armzalig­heid en zonde.
O Moeder van het Woord, versmaad mijn woor­den niet,
maar luister gena­dig en wil mij ver­ho­ren.
Amen

 

HOMILIE VAN KARDINAAL DOMINIQUE MAMBERTI, KARDINAAL-PROTODIAKEN IN DE MIS VAN DE NOVENDIALES OP ZONDAG 4 MEI 2025

Edelacht­ba­re Kar­di­na­len,
geachte broe­ders in het bis­schops­ambt en in het pries­ter­schap,
geachte broe­ders en zusters,

De li­tur­gie van het Woord van deze laatste dag van de negen­daag­se gedachten­dienst voor paus Fran­cis­cus en van vandaag, de derde zon­dag van Pasen, en de zojuist voor­ge­le­zen bladzijde uit het evan­ge­lie van Johannes, tonen ons de ont­moe­ting van de verrezen Jezus met enkele apos­te­len en leer­lin­gen aan het meer van Tiberias, die ein­digt met de missie die de Heer aan Petrus toever­trouwt en het bevel van Jezus: “Volg mij!”

Deze episode herinnert aan de eerste won­der­baar­lijke vis­vangst, zoals ver­teld door Lucas, toen Jezus Simon, Jakobus en Johannes riep en Simon aan­kon­dig­de dat hij visser van mensen zou wor­den. Vanaf dat moment volgde Petrus hem, soms in onbegrip en zelfs in verraad, maar in de ont­moe­ting van vandaag, de laatste voor de terug­keer van Christus naar de Vader, krijgt Petrus van hem de taak om Zijn kudde te wei­den.

Liefde is het sleu­tel­woord van deze evan­ge­lie­tekst. De eerste persoon die Jezus herkent is “de leer­ling die Jezus liefhad”, Johannes, die uitroept: “Het is de Heer!”, en Petrus springt on­mid­del­lijk in het meer om de Meester te bereiken. Nadat ze het voedsel hebben gedeeld, wat in het hart van de apos­te­len de her­in­ne­ring aan het laatste avondmaal zal hebben aangewakkerd, begint de dialoog tussen Jezus en Petrus, de drie­vou­dige vraag van de Heer en het drie­vou­dige ant­woord van Petrus.

De eerste twee keer gebruikt Jezus het werk­woord 'lief­heb­ben', een sterk woord, terwijl Petrus, zich bewust van zijn verraad, ant­woordt met de min­der verbin­dende uitdruk­king 'hou­den van'. De derde keer gebruikt Jezus zelf de uitdruk­king 'hou­den van', zich aanpassend aan de zwak­heid van de apostel. Paus Bene­dic­tus XVI merkte dit op in zijn com­men­taar op deze dialoog: 'Simon begrijpt dat Jezus genoeg heeft aan zijn arme liefde, de enige liefde waartoe hij in staat is. (...) Juist deze god­de­lijke aanpas­sing geeft hoop aan de leer­ling, die het lij­den van ontrouw heeft gekend. (...) Vanaf die dag 'volgde' Petrus de Meester met het dui­de­lijke besef van zijn eigen kwets­baar­heid, maar dit besef ont­moe­digde hem niet. Hij wist name­lijk dat hij kon rekenen op de aanwe­zig­heid van de Verrezene aan zijn zijde (...) en zo wijst Hij ook ons de weg”. [1]

In de preek van de mis ter gelegen­heid van de 25e ver­jaar­dag van zijn pon­ti­fi­caat ver­trouwde Johannes Paulus II toe: “Vandaag, beste broe­ders en zusters, wil ik graag een erva­ring met u delen die nu al een kwart eeuw duurt. Elke dag vindt in mijn hart dezelfde dialoog plaats tussen Jezus en Petrus. In de geest richt ik mijn blik op de welwillende blik van de verrezen Christus. Hoewel Hij zich bewust is van mijn men­se­lijke zwak­heid, moe­digt Hij mij aan om met ver­trouwen te ant­woor­den zoals Petrus: “Heer, U weet alles; U weet dat ik van U houd” ( Joh. 21,17). En dan nodigt Hij mij uit om de verant­woor­de­lijk­heid op mij te nemen die Hij mij zelf heeft toe­ver­trouwd.” [2]

Deze missie is de liefde zelf, die zich ten dienste stelt van de Kerk en de hele mens­heid. Petrus en de apos­te­len hebben deze missie on­mid­del­lijk op zich geno­men, met de kracht van de Geest die zij met Pink­ste­ren had­den ont­van­gen, zoals we in de eerste lezing hebben gehoord: “Men moet God meer gehoor­za­men dan mensen. De God van onze vaderen heeft Jezus opgewekt, die jullie hebben gedood door hem aan een kruis te hangen. God heeft hem aan zijn rechter­hand verheven als hoofd en Ver­los­ser.”

We hebben allemaal bewon­dering gehad voor de manier waarop paus Fran­cis­cus, bezield door de liefde van de Heer en gedragen door Zijn genade, trouw is ge­ble­ven aan zijn missie tot het uiterste van zijn krachten. Hij heeft de mach­tigen gewaar­schuwd dat men God moet gehoor­za­men in plaats van mensen, en hij heeft de hele mens­heid de vreugde van het evan­ge­lie verkon­digd, de barm­har­tige Vader, Christus de Ver­los­ser. Hij heeft dit gedaan in zijn leer, in zijn reizen, in zijn gebaren, in zijn levens­stijl. Ik was dicht bij hem op Paas­zon­dag, op de loggia van deze basiliek, waar hij de zegen gaf, en ik was getuige van zijn lij­den, maar vooral van zijn moed en vastbera­den­heid om het volk van God tot het einde toe te dienen.

In de tweede lezing, uit het boek Open­ba­ring, hebben we de lofprij­zing gehoord die het hele universum richt tot Hem die op de troon zit en tot het Lam: “lofprij­zing, eer, glorie en macht, in alle eeuwig­heid”. En de vier levende wezens zei­den: “Amen”. En de oudsten wierpen zich neer in aanbid­ding.

Aanbid­ding is een essentieel aspect van de missie van de Kerk en van het leven van de gelo­vi­gen. Paus Fran­cis­cus herinnerde hier vaak aan, bij­voor­beeld in zijn preek voor het feest van Drie­ko­nin­gen vorig jaar: “De drie koningen hebben een hart dat zich in aanbid­ding neerbuigt. (...) Zij kwamen in Beth­le­hem aan en toen zij het Kind zagen, ‘wierpen zij zich neer en aanba­den Hem’ ( Mt 2,11). (...) Een koning die geko­men is om ons te dienen, een God die mens is gewor­den. Voor dit mysterie wor­den wij ge­roe­pen om ons hart en onze knieën te buigen om te aanbid­den: God aanbid­den die komt in de klein­heid, die woont in de gewoonte van onze huizen, die sterft uit liefde. (...) Broe­ders en zusters, we zijn de gewoonte van aanbid­ding kwijt­geraakt, we zijn dit vermogen dat aanbid­ding ons schenkt kwijt­geraakt. Laten we de smaak van het aanbid­dings­ge­bed heront­dek­ken. (...). Aanbid­ding ontbreekt vandaag onder ons.” [3]

Dit vermogen dat aanbid­ding schenkt, was niet moei­lijk te herkennen in paus Fran­cis­cus. Zijn intense pas­to­rale leven, zijn tal­loze ont­moe­tingen, waren gebaseerd op de lange momenten van gebed die de ignatiaanse discipline in hem had gevormd. Hij heeft ons er zo vaak aan herinnerd dat con­tem­pla­tie “een dyna­miek van liefde” is die “ons tot God verheft, niet om ons van de aarde los te maken, maar om ons diep in haar te laten wonen”. [4] En alles wat hij deed, deed hij onder het toeziend oog van Maria. Zijn 126 bezoeken aan de Salus Populi Romani zullen ons in ons geheugen en in ons hart blijven. Nu hij rust naast de geliefde beeltenis, ver­trouwen wij hem met dank­baar­heid en ver­trouwen toe aan de voor­spraak van de Moeder van de Heer en onze Moeder.

post deze webpagina op: Facebook X / Twitter
Terug