Caritas hoort thuis in het hart van de Kerk
Caritas-lezing
Zaterdag 17 mei was de caritas-bijeenkomst in het huis van Sant’ Egidio naast de Mozes en Aäronkerk aan het Waterlooplein in Amsterdam. Het was een mooie dag van (kring)gesprek en ontmoeting waarbij allerlei thema's ter sprake kwamen. Aan het begin van de dag heb ik onderstaande Caritas-lezing gehouden.
De bijeenkomst was georganiseerd en werd geleid door stadsdiaken Colm Dekker. Er waren vertegenwoordigers van Caritas (of vergelijkbare instanties) van de parochies in het Amsterdamese, maar ook van daarbuiten. Na de lezing was er een presentatie van vele initiatieven in katholiek Amsterdam op het gebied van de Caritas. En die presentatie was nog lang niet compleet! Vele aanwezigen waren onder de indruk van de mooie projecten.
Ik dank diaken Colm Dekker die de input heeft gegeven voor de lezing.
Caritas hoort thuis in het hart van de Kerk
inleiding bij de Caritasdag Amsterdam op zaterdag 17 mei 2025
Caritas of diakonie?
Binnen de katholieke Kerk spreken we gewoonlijk van “caritas” als het gaat om de zorg voor de armen en noodlijdenden. Dat woord brengt de inspiratie tot uitdrukking van waaruit we naast onze naasten willen gaan staan en waarmee we deze zorg en inzet geven. “Caritas Christi urget nos” zegt de apostel Paulus: de liefde van Christus beweegt ons (2Kor. 5, 14). Caritas drukt ook het wezen van God zelf uit : Deus caritas est, God is liefde (1 Jo. 4, 7vv). In de protestantse wereld gebruikt men gewoonlijk het woord “diakonie” dat dienst betekent. De Latijnse vertaling ervan is “ministerium”. Ook het woord “diaken” komt van dezelfde stam, dat woord betekent dienaar, maar die dienst is binnen de katholieke kerk veel breder dan de dienst aan de naasten die door “caritas” wordt aangeduid. Vandaar dat we binnen de katholieke kerk eerder van “caritas” spreken, al gaat het natuurlijk om dienende liefde. In die zin is het woord “diakonie” wel passend.
Een hobby van paus Franciscus?
In de afgelopen weken is er veel gesproken over de overleden paus Franciscus. Vrijwel iedereen noemde daarbij zijn grote aandacht voor de armen. Dit zou de indruk kunnen wekken dat de Caritas, de zorg die de Kerk heeft voor de armen, een persoonlijke voorkeur of charisma van deze paus was. Daarom zou ik graag willen verwijzen naar de titel van de eerste encycliek van zijn voorganger, paus Benedictus: Deus Caritas Est (2005). Deze Latijnse titel wordt meestal vertaald met: God is (naasten)liefde. Liefde is het wezen van God en kan dus ook niet anders zijn dan het wezen van de Kerk.
De liefde voor de armen hoort bij het wezen van de Kerk zelf. Paus Franciscus schreef in zijn boodschap voor de wereld dag van de armen (2021): “Het gelaat van God dat [Jezus] openbaart, is ... dat van een Vader voor en dicht bij de armen. Heel het werken van Jezus bevestigt dat armoede niet de vrucht is van noodlot, maar een concreet teken van zijn aanwezigheid te midden van ons. Wij vinden Hem niet wanneer en waar wij willen, maar wij herkennen Hem in het leven van de armen, in hun lijden en behoeftigheid, in de soms onmenselijke levensomstandigheden waarin zij gedwongen zijn te leven. Ik word niet moe te herhalen dat de armen ware evangelisten zijn, omdat zij de eersten zijn geweest die zijn geëvangeliseerd en geroepen om in de zaligspreking van de Heer en zijn Rijk te delen (vgl. Mat. 5, 3)”. In de armen herkennen we de Heer die uit liefde voor ons arm is geworden
De Kerk, lichaam van Christus
De Kerk heet in de brieven van Paulus “Lichaam van Christus”. Dat betekent dat de kerk de voortlevende Heer Jezus Christus is, wiens wezen liefde is omdat Hij God is, wiens kern van zijn mens-zijn liefde was, dienende liefde, tot op het kruis.
Ecclesia, kerkgemeenschap, betekent zoveel als dat God ons heeft samengeroepen. Wij hebben elkaar niet uitgekozen, maar God heeft ons samengebracht als zijn eigen volk. Kerk-zijn en christen zijn is niet zomaar doen waar wij zin in hebben, maar het is God zelf die de eerste is die in de Kerk handelt. De heilige Geest, de Geest van God is de ziel van de Kerk. Dat is de Geest van liefde. God is liefde, God is gemeenschap, en handelt dus ook in de Kerk als liefde. Alles wat wij doen uit liefde bouwt de Kerk op en maakt een spoor van God zelf zichtbaar in onze wereld.
Caritas, een missie van héél de Kerk
In zijn encycliek Deus Caritas Est zegt paus Benedictus XVI: “Alles wat de Kerk doet is uiting van een liefde (caritas) die het gehele welzijn van de mens nastreeft.” Wat wij binnen de Kerk met de term Caritas aanduiden, is dus nooit alleen maar het bijzondere charisma van een specifieke paus, of van een bisschop of pastoor die dit toevallig belangrijk vindt, of alleen de verantwoordelijkheid van de PCI of van enkele actieve parochianen, maar de verantwoordelijkheid voor de Caritas ligt altijd nadrukkelijk ook bij iedere gelovige en bij de Kerk als geheel. Caritas is dan ook nooit alleen maar ‘een werkgroep in de parochie’, maar is het wezen van de Kerk zelf.
Wat is het specifieke van christelijke caritas?
Laat ik meteen nog maar een misverstand uit de weg ruimen: Caritas is niet het ‘weldoen’ vanuit de Kerk voor ‘minderbedeelde’ mensen. Dit roept namelijk meteen het beeld op van paternalisme: vanuit de bovenliggende positie buig jij je neer om iets te geven aan een arme, kwetsbare persoon die afhankelijk is van jouw hulp. Zo’n vorm van hulp is vrijwel altijd vernederend voor de ontvanger, maakt deze afhankelijk, en heeft weinig te maken met echte christelijke caritas.
Hét model van christelijke caritas is Christus zelf. Zoals God zichzelf in Christus heeft gegeven, moet ook de diaconale activiteit van de kerk niet zomaar bestaan uit het geven van geld of voedsel of het (laten) opzetten van een mooi project voor mensen die maatschappelijk gemarginaliseerd zijn. Christus benoemt expliciet dat Hij zijn leven niet gaf als boven ons geplaatste, maar als vriend (Joh. 15). Echte christelijke caritas is dan ook zelfgave en is gericht op vriendschap. Caritas is naast iemand gaan staan als vriend. Met andere woorden: niet het behoeftig-zijn van de ontvanger, maar de (wederkerige) relatie moet centraal staan. (Vgl. Deus Caritas Est, 34)
Eucharistie en caritas
De (zondagse) eucharistie is bij uitstek het moment waarin de Kerk zichzelf realiseert, maar dit mogen we nooit tegenover de caritas stellen. De Eucharistie is juist het vieren en tegenwoordig stellen van de liefde van Jezus tot het uiterste toe: Dit is mijn lichaam, voor jullie gegeven, dit is mijn bloed voor jullie vergogten. Dit heeft Hij voor ons over als vriend!
In de liturgie van de eucharistie gaat het natuurlijk om het liefdesoffer dat op het altaar plaatsvindt, maar we zijn daar allen in betrokken. Dat wordt bijvoorbeeld tot uiting gebracht door de gaven die uit het dagelijks leven naar God worden gebracht (brood en wijn, de collecte, gaven in natura voor de noden van de wereld, voor de gelovigen en de Kerk enzovoort); die gaven worden soms vanuit de gemeenschap naar voren gebracht om dan geheiligd weer teruggegeven te worden als zelfgave van God naar de mens. De eucharistie is laat daarmee het hart van God zien die zichzelf geeft, gebruik makend van het weinige wat wij aan te bieden hebben. Er is geen eucharistie denkbaar zonder dat de hele wereld daarbij betrokken is, als ontvanger van Gods zelfgave uit liefde.
Geloven uit zich in daden
Ik denk dat het nu wel goed naar voren is gekomen: het hart van de Kerk is de caritas, want het hart van God is caritas, dienende liefde en dat vieren we in de Eucharistie. Wij uiten dat in daden van liefde. De heilige Franciscus heeft gezegd: ‘Verkondig het evangelie, desnoods met woorden.’ Het klinkt bijna als het motto van Feijenoord (dat klinkt bijna als een vloek in Amsterdam), maar we zouden dat mogen aanpassen tot: weinig woorden, meer daden, Iedereen die deelneemt aan de Caritas van de Kerk, verkondigt het evangelie in de praktijk.
Gavenprocessie
In verschillende (migranten)parochies worden bij de offerande de gaven voor de armen - al dan niet dansend! - naar voren gebracht, waar ze worden gezegend. De kerkgemeenschap komt samen in de eucharistie om de zelfgave van de Heer te vieren die in liefde en vriendschap zijn leven geeft voor de mensen. De kerkgemeenschap participeert daarin en wordt met deze gaven ook zelf uitgezonden. Ik vind het mooi en juich het toe dat wij de onlosmakelijke band tussen de liturgie en de caritas concreet tot uitdrukking te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat (territoriale en migranten)parochies hierin elkaar kunnen helpen en van elkaar kunnen leren.
Caritas als speerpunt
Toen ik zelf bisschop van dit bisdom Haarlem-Amsterdam werd, heb ik bij mijn aantreden de Caritas als een van mijn vier speerpunten benoemd. Ik zei daar toen over:
‘Christen-zijn uit zich in daden. Niemand kan christen zijn zonder daden van concrete naastenliefde. In wat we doen voor onze naaste, wordt christen-zijn zichtbaar en concreet. Dáárin wordt duidelijk dat christen-zijn niet om ‘mooie woorden’ gaat, maar dat het écht is (vgl. 1 Joh. 3, 16-18). De beleving van de onderlinge liefde en de zorg voor armen en mensen in nood, was hét kenmerk van de eerste christenen. Anderen werden daardoor aangetrokken en wilden het evangelie en de geloofsgemeenschap leren kennen (vgl. Hand. 2, 42-47; 4, 32-36). Caritas is dus een wezenlijk en aantrekkelijk aspect van ons kerk- en christen-zijn; inzet voor caritas en vriendschap met de armen zijn noodzakelijk.’
De Amsterdamse caritas-situatie
Naast deze theologische onderbouwing van de plaats van de Caritas in de Kerk wil ik hier ook meer praktisch ingaan, vandaag op de Amsterdamse situatie.
Allereerst ben ik heel benieuwd naar de verschillende filmpjes als een kleine afspiegeling van wat er feitelijk aan Caritas gebeurt in en rond Amsterdam. Ik verheug me erop die zo dadelijk te mogen zien, maar ik wil nu alvast mijn dank uitspreken voor jullie inzet en betrokkenheid. Uit alles wat ik hiervoor heb gezegd mag duidelijk zijn dat jullie niet alleen het gezicht van de Caritas vertegenwoordigen, maar daarmee dús ook het gezicht van de Kerk zelf.
Ik ben dus blij met deze gelegenheid om hier mijn dankbaarheid en waardering uit te kunnen spreken, maar wil ook graag dit moment benutten om naar jullie ervaringen te luisteren en hoop dat dit ook een moment van overleg kan zijn om samen - ieder vanuit onze verantwoordelijkheid - na te denken over hoe we de Caritas in Amsterdam een centralere plek kunnen geven.
Het belang van samenwerking in de caritas in Amsterdam (en elders)
Waarom vinden wij de Caritas ín Amsterdam belangrijk? Amsterdam is een stad met veel kansen én problemen. Dit heeft uiteraard consequenties voor ons kerkzijn en voor onze Caritas. Er zijn veel mensen die zich hiervoor inzetten, maar dat gebeurt vaak op kleine schaal en los van elkaar alsof we allemaal op onze eigen eilandjes zitten, en vaak ook nog verborgen alsof we letterlijk onze linkerhand niet willen laten weten wat onze rechterhand doet. Anders dan de Protestantse Diaconie die groot is en de Lutherse Diaconie hadden wij in onze r.k. Kerk al een hele tijd geen gezamenlijke inzet meer voor de Caritas. In 2019 is diaken Colm Dekker aangesteld als Stadsdiaken van Amsterdam met als opdracht om ‘de Kerk een diaconaler gezicht te geven’ of - zoals ze in Amsterdam zeggen: ‘een diaconaler smoel’. In die opdracht en taak wil hij samen te werken met alle mensen van de Caritas in de verschillende parochies in het Amsterdamse met de bedoeling om de Caritas ook in de praktijk meer in het hart van de Kerk te verankeren. Van harte hoop en wens ik dat uit de onderlinge samenwerking mooie gezamenlijke caritas-projecten zullen voortkomen, die het ware gezicht van de Kerk die caritas is, laten zien.
Ik geef enkele concrete voorbeelden. Misschien zit er ook wel een verhaal uit een van jullie filmpjes bij. We zullen het zien.
Buurthulp in de Florawijk
Een recent voorbeeld hoorde ik van Colm Dekker: in Amsterdam-Noord stonden naast De Nieuwe Augustinuskerk wekelijks veel mensen buiten in de rij voor de Flora Buurthulp (een alternatieve Voedselbank). Een van de PCI-leden kon dit niet aanzien en vroeg zich in de PCI-vergadering af of de parochie hen niet binnen kon ontvangen. Zij is met Colm bij de Buurthulp geweest en daarna is het met de parochie afgestemd. Nu zitten deze mensen in de pastorie op hun beurt te wachten, en drinken intussen gezellig een kopje koffie of thee. Wat een totale omkering als we terugdenken aan een eeuw geleden toen de bouwpastoor de arme wijk Floradorp inging om geld te vragen voor de bouw van de kerk. Hij werd toen weggehoond. De stenen vlogen hem om zijn oren. Het verhaal wil zelfs dat ze de kerk daarom toen hebben genoemd naar de heilige Stephanus, die door steniging om het leven kwam! En nu voelen de arme mensen uit hetzelfde Floradorp zich welkom in de kerk en zijn dankbaar. De Kerk heeft voor hen een ander gezicht gekregen.
Initiatieven tijdens de Coronapandemie
De coronapandemie heeft wereldwijd onze samenleving ontwricht. In Amsterdam hadden veel van de migrantenparochies het extra zwaar te verduren, vooral waar zij veel ongedocumenteerden onder hun parochianen hadden. Ik heb het zeer gewaardeerd dat parochies als de All Saintsparish - waar ik morgen kom -en de Franssprekende parochie Notre Dame de tous les peuples juist in deze periode veel meer aan Caritas zijn gaan doen. Bij All Saints mocht ik de soepkeuken openen. Niet alleen had de parochie zelf nauwelijks inkomen, zij stonden ook klaar voor hun parochianen die hun werk kwijtraakten en hielpen ook nog anderen buiten hun eigen parochies door eten en kleding te maken, in te zamelen en uit te delen. In veel andere parochies zijn er bijvoorbeeld rond Kerstmis concrete acties geweest om mensen in hun eenzaamheid toch nabij te zijn.
Uitwisseling en overleg
Toen het na corona weer mogelijk was om samen te komen, zijn jullie hier bij elkaar geweest vanuit verschillende migrantenparochies én territoriale parochies (die meer en meer in regio’s georganiseerd zijn). Altijd werden daarbij anderen uit de parochies uitgenodigd - zoals we ook vandaag hier samenzijn met zowel mensen uit de Caritas als anderen zoals de pastorale krachten, bestuursleden en andere centrale figuren uit de parochies - en die uitwisselingen zijn als vruchtbaar ervaren. Jullie hebben elkaar leren kennen en weten elkaar te vinden, waardoor de samenwerking op het terrein van de Caritas tussen verschillende migranten- en territoriale parochies is gegroeid.
Taking Care Plus cursus
Er zijn twee mooie intensieve Caritascursussen Taking Care Plus geweest. Ik was blij aan het eind van de eerste cursus de certificaten uit te mogen reiken en vond het jammer dat dit bij de tweede cursus in de agenda niet lukte. Gelukkig heeft Corine van der Loos, stafmedewerker Caritas van het bisdom, dit toen namens mij gedaan. In deze cursussen bleken de grote onderlinge verschillen een rijkdom omdat jullie niet alleen veel van de docenten en inleiders konden leren, maar ook van elkaar. Hierdoor weten veel vrijwilligers zich hopleijk erkend, gewaardeerd en toegerust, en beginnen zij de Caritas meer als hart van hun parochie te zien. Mede hierdoor is er bij jullie een verlangen gegroeid om de Caritas Amsterdam te laten groeien. Deze dag is hier een vrucht van, niet als eindpunt maar als kans om samen naar de toekomst te kijken en daar concreet aan te werken.
In Gesprek
Van Colm heb ik gehoord dat er bij jullie als mensen van de Caritas verwachtingen leven, naar ons als Kerk en naar mij als bisschop. Daarover wil ik graag met jullie - mensen van de Caritas én van de parochie - in gesprek. Daarvoor willen we graag naar jullie luisteren, maar we hebben uiteraard ook onze eigen ideeën.
Caritas mag/moet zichtbaar zijn!
Als eerste zou ik willen zeggen dat we hoe dan ook willen blijven bevorderen dat de Caritas meer een organisch centraal en zichtbaar deel van de parochies wordt.
Als Kerk willen wij juist ook via de Caritas onze opdracht als kerk en christenen zichtbaar maken en in het bijzonder diegenen die het meest kwetsbaar zijn en te lijden hebben nabij zijn, zoals de ongedocumenteerden van wie velen met name in de migrantenparochies een thuis hebben gevonden. Ook de dak- en thuislozen willen we niet vergeten. Daarom kiezen we ervoor om betrokken aanwezig te zijn in de armere delen Nieuw-West, Noord en Zuidoost met projecten vanuit onze parochiegemeenschappen, opdat de caritas als hart van het kerkelijk leven zichtbaar wordt.
Samenwerking
We juichen de samenwerking tussen de territoriale en migrantenparochies op het terrein van de Caritas van harte toe. Samenwerking maakt projecten met meer impact mogelijk. Daarbij moeten we niet te smal kijken: het is niet zo belangrijk of het geld ten goede komt aan mensen op het territorium van de parochie, maar dat we vanuit ons kerk-zijn het goede proberen te doen.
Toerusting
Het lijkt mij ook een goede zaak om te blijven investeren in voortgaande toerusting op het terrein van Caritas, zowel spiritueel, inhoudelijk als praktisch, en ik ben heel dankbaar dat mensen als Toos Beentjes en Ernst Meijknecht hun ervaring op deze manier willen blijven doorgeven.
Een wens
Ten slotte wens ik jullie alle succes toe bij een verdere opbouw van het Caritas-netwerk: dat jullie elkaar (en de instanties) weten te vinden en de zichtbaarheid van caritas als hart van het kerk-zijn kunnen vergroten en daarmee het goede dat we aan mensen doen verbreden.
Ik wens de stadsdiaken en jullie allen veel zegen voor jullie werk voor de caritas en ik bedank jullie nogmaals zeer hartelijk voor