Arsacal
button
button
button
button


Inwijding kerkgebouw Halfweg

Twee parochianen onderscheiden

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 25 juni 2017 - 1028 woorden

Op zon­dag 25 juni werd in Halfweg het nieuwe kerk­ge­bouw gezegend. Twee pa­ro­chi­anen kregen de pau­se­lijke onder­schei­ding Pro Ecclesia et Pontifice en een vol­was­se­ne ont­ving het doopsel en vormsel. Alle reden dus voor een fees­te­lij­ke dag!

De nieuwe kerk is licht en modern en telt zo’n twee­hon­derd zit­plaatsen. Die waren op deze ochtend allemaal gevuld met pa­ro­chi­anen die deze fees­te­lij­ke dag wil­den meemaken. Het was een fees­te­lij­ke vie­ring, waarbij aan het begin de muren en de gelo­vi­gen wer­den be­spren­keld met het gewijde water. Wim Meijer ont­ving het heilig doopsel en het vormsel. Ik wens hem heel veel zegen toe voor zijn weg met God.

Henny Terwijn en Gé Nibbe­ring kregen de pau­se­lijke onder­schei­ding opgespeld, of liever: dat was de bedoeling, maar bij één van de onder­schei­dings­te­kens ontbrak de speld waar­mee dit beves­tigd moest wor­den. Het mocht de pret niet drukken en deed niets af aan de waar­de­ring voor de ja­ren­lan­ge inzet van bei­den voor de pa­ro­chie en het samen­wer­kings­ver­band. Mw. Terwijn als hoofd van se­cre­ta­riaat, zorg voor het pa­ro­chie­blad, kerk­bestuur, be­ge­lei­ding van vrij­wil­li­gers; de heer Nibbe­ring in de zorg voor de totstandko­ming van het samen­wer­kings­ver­band van Halfweg met Haar­lem­mer­liede, Spaarn­dam, Vijf­hui­zen en Bad­hoe­ve­dorp en in zijn onmis­ba­re inzet voor de bouw van de vernieuwde kerk. Van harte proficiat aan hen! In hen eer­den we ook alle vrij­wil­li­gers, want zon­der hen kan de pa­ro­chie haar werk niet doen!

 

Homilie

Huis van God

We vieren vandaag terecht feest.
Mis­schien dat som­mi­gen nog denken:
het kerk­ge­bouw is half weg,
maar met de helft die over is,
is een mooie, intieme ruimte geschapen
waarin we God mogen eren,
steun en genade mogen ont­van­gen
en samen mogen komen als ge­meen­schap
om ons geloof te vieren.
Hier belij­den we samen
dat we Jezus willen volgen,
wor­den we geïnspireerd
en gees­te­lijk gevoed,
we gedenken Zijn sterven en verrijzen,
zoals Hij dat heeft gevraagd
en we loven en danken God,

Gods­lamp

die ons adem geeft en leven.

Want daar gaat het om,
in zekere zin is het kerk­ge­bouw secundair,
maar ook weer niet helemaal:
hier woont de Heer in ons mid­den,
met de gods­lamp die bij het ta­ber­na­kel brandt,
als teken van Zijn aanwe­zig­heid.
Soms komen mensen in de kerk
en wor­den er geraakt
door het mysterie van Gods aanwe­zig­heid.
Alphonse Ratisbonne was zo’n man.
Hij zei later
over zijn bezoek aan een kerk:
Ik ging erin als hei­den,
ik kwam eruit als katho­liek.

Handen en voeten

En we ont­van­gen Hem na­tuur­lijk
als we de heilige communie ont­van­gen.
Dat is tege­lijk een opdracht.
Want als wij horen:
“Lichaam van Christus”,
wor­den we telkens weer ge­roe­pen
om Lichaam van Christus te zijn,
dat wil zeggen
om verbon­den te blijven
met onze kerk­ge­meen­schap
en Jezus han­den en voeten te geven
in de wereld en het leven van iedere dag.

In dit zo mooi vernieuwde gebouw
wor­den we dichter bij elkaar gebracht
om steeds meer ge­meen­schap van Christus te wor­den.
Daarom is het passend en mooi
dat we vandaag Wim Meijer
door het doopsel en vormsel
in de kerk­ge­meen­schap mogen opnemen.

Geen soft gedoe!

We hebben zojuist het evan­ge­lie gehoord
waarin Jezus die hande­laars uit de tempel drijft.
Ze mogen van het huis van Zijn Vader
geen markthal maken.
Het gaat er stevig aan toe:
er komt een gesel aan te pas
en het geld wordt van de tafels geveegd.
Geen halve maat­regelen, geen soft gedoe!
Dat doet me denken aan die mannen
die heel vroe­ger in onze katho­lie­ke kerken
waren te vin­den:
zo’n suisse met een sjerp waarop ge­schre­ven stond:
“Eerbied in Gods huis”.
Die moesten de kerk­gan­gers,
vooral de jon­ge­ren,
tot de orde roepen,
als ze zaten te kletsen of te draaien.
Dat doen we nu na­tuur­lijk niet meer,
al is een beetje eerbied nooit ver­keerd.
Kom maar binnen
met iets van dat besef
dat we hier
in het huis van de Vader zijn.

Die tempel zijn wij!

Toch ging dit evan­ge­lie
eigen­lijk meer om iets anders.
Johannes de apostel en evangelist,
die de schrijver van dit evan­ge­lie is,
geeft ons een hint
door even het paas­feest van de Joden
en de ver­rij­ze­nis van Jezus
te noemen.
Hij wil zeggen:
De tijd voor de offers van schapen en run­de­ren,
zoals die door de Joden in de tempel wer­den gebracht,
is nu voorbij,
een nieuwe tijd is aangebroken
en een nieuwe tempel wordt gebouwd;
die tempel is het lichaam van Christus
en die tempel zijn wij,
wij allemaal samen.

Jullie zijn mijn han­den!

Het verhaal is heel bekend:
in een klein dorpje in Normandië, in Frank­rijk,
stond in de tweede wereld­oor­log
na de invasie van de geallieer­den
een plat gebombar­deerd kerkje.
Maar het kruis hing er nog,
alleen de han­den en de armen van dat kruis
waren in al dat geweld verdwenen.
Iemand had er een kaartje aange­han­gen
met de tekst:
“Jullie zijn mijn han­den”.

Proficiat

Het is onze opdracht
om met de genade mee te werken.
God geeft ons kracht,
wij gaan iets doen,
iets moois voor het ko­nink­rijk van God,
al naar gelang we kunnen.
De één kan vooral bid­den,
een ander zet zich daar­naast in
voor de naaste of de kerk.
Alle onder­zoeken zeggen
dat mensen met een ker­ke­lijke ach­ter­grond
vaker vrij­wil­li­gers­werk doen
dan andere mensen.
Laat je hier dus in­spi­re­ren
tot inzet in het dage­lijks leven!

U hebt nu een prach­tig nieuw kerk­ge­bouw,
maar het zou na­tuur­lijk zonde zijn
van al het geld en alle inzet
als dit gebouw hier leeg bleef staan.
Daarom zou ik U willen vragen:
nodig eens iemand in uw omge­ving uit
om met u mee naar de kerk te gaan.
Waag het er eens op!
We willen eigen­lijk
dat steeds meer mensen hier in dit gebouw
wor­den geïnspireerd
om lichaam van Christus te zijn,
het evan­ge­lie
han­den en voeten te geven.

Ik wil U van harte fe­li­ci­te­ren
met dit mooie kerk­ge­bouw.
Dat hier veel zegen van uit mag gaan,
dat hier vele gebe­den op zullen stijgen,
dat hier veel in­spi­ra­tie zal wor­den opgedaan
en kracht en zegen zal wor­den gegeven
in mooie en donkere tij­den.
Met heel veel dank
aan allen die zich hebben ingezet
om dit mooie re­sul­taat te bereiken!

(NB: Ik kreeg nog een reactie dat het beeld van Christus aan het kruis zon­der han­den zich niet in Normandië, maar in Münster, in de Hl. Ludger­kerk bevindt. Het is bescha­digd in 1944 en later door de H. Jozefmaria bezocht)

Terug