Arsacal
button
button
button
button


Wat voor plaats voor Maria in ons leven?

125 jarig bestaan Haagse Bedevaarten in Kevelaer gevierd

Overweging Bezinning - gepubliceerd: zaterdag, 10 augustus 2019 - 1516 woorden
met mgr. van den Hende en eremoderator kan. Hendriks
met mgr. van den Hende en eremoderator kan. Hendriks (foto: Eliza Oudshoorn)
tijdens het Lof
tijdens het Lof
kruiswegviering in de kaarsenkapel
kruiswegviering in de kaarsenkapel

Vrij­dag 9 au­gus­tus was ik in Kevelaer om het 125 jarig bestaan van de Haagse bede­vaarten mee te vieren. Mgr. Van den Hende, bis­schop van Rotter­dam, was erbij en hield onder meer een toe­spraak om de jubilerende organi­sa­tie te fe­li­ci­te­ren en om de feest-Mis te vieren. Ik heb de on­der­staan­de over­we­ging gehou­den bij het plech­tig Lof.

De eerste vier foto’s onderaan zijn van Eliza Ouds­hoorn.

Haagse bede­vaarten

De Haagse bede­vaarten ken ik sinds ik als der­tien­ja­rige jongen voor het eerst mee­ging. En eenmaal per jaar or­ga­ni­se­ren de Haagse bede­vaarten in ons bisdom een pelgrimage naar Heiloo en naar de Stille Omgang. Moderator is pastoor Jeroen Smith uit Leiden die ook spi­ri­tu­aal is van ons semi­na­rie. Voor­zit­ter is de heer Djanny Bracke. De zeer bekende en nog niet vergeten pastoor mgr. Vree­burg had tien­tal­len jaren lang de gees­te­lij­ke lei­ding. Daarna was kanun­nik dr. A. Hendriks jarenlang de moderator en hij is nu ere-moderator van de broe­der­schap. Samen met hem, mijn cere­mo­nia­rius Hans Tuyn en zijn zoon zijn we dus graag naar de bij­zon­dere plaats gegaan waar Maria als Troos­te­res der bedroef­den wordt vereerd. 

Pelgrims­dag

Het Lof en de sacra­ments­pro­ces­sie von­den plaats in de basiliek van Kevelaer nadat eer­der die mid­dag de kruis­weg was gebe­den. Tussen de vie­rin­gen door ontmoette ik vele mij bekende mensen. Ik zou graag lan­ger willen spreken met allerlei mensen die ik lang niet heb gezien, maar dat is dan helaas niet altijd moge­lijk.

Feest­di­ner

Tegen de avond begon het feest­di­ner in het Pries­terhaus met alle pelgrims die de volle­dige drie­daag­se pelgrims­tocht hebben mee­ge­maakt. Ook de hui­dige rector van de bede­vaart­plaats en oud-rector Richard Schulte Staade waren aanwe­zig. Naast deze ongeveer hon­derd deel­ne­mers, waren er nog bijna twee­hon­derd mensen die op een of andere manier deze pelgrims­dag mee­maak­ten. Tijdens het diner wer­den ver­schil­lende mensen die voor de bede­vaart een ja­ren­lan­ge inzet hebben gegeven, door de voor­zit­ter op gees­tige wijze gehul­digd, waar­on­der diaken Gerard Clavel. Als jubileumgave had­den de pelgrims € 3300 ingezameld voor een kin­der­zie­ken­huis in Benin. De cheque werd in ont­vangst geno­men door de ver­te­gen­woor­diger van de stich­ting die het zie­ken­huis onder­steunt en ook de bis­schop uit Benin was erbij aanwe­zig.

Mgr. Van den Hende dankte de organi­sa­tie in een mooie en harte­lijke feestrede en onder­streepte het belang van deze inzet voor de bede­vaart naar Kevelaer (en Smakt, Heiloo en de Stille Omgang) als een weg om te groeien in de bele­ving van ons geloof.

Aan het eind van het diner werd een prach­tig foto­boek uit­gereikt om het jubileum te gedenken.

 

Over­we­ging

Geloofd zij Jezus Christus!

De heiligen

Heel veel heiligen had­den een bij­zon­dere band met de moe­der van God. De heilige kerk­le­raar Bernardus van Clairvaux zei dat je over Maria niet genoeg kon spreken: De Maria numquam satis. De heilige Louis Marie Grignion de Montfort (1673-1716) was bij­voor­beeld zo iemand die sat ook vond; hij schreef: “Wanneer de heilige Geest, haar bruidegom, Maria in een ziel heeft aan­ge­trof­fen, vliegt hij binnen, vervult haar geheel, deelt zich over­vloe­dig aan haar mee, naarmate zij ruimte schept voor zijn Bruid” (Th. Rey-Mermet, Louis Marie Grignion de Montfort, Leuven, 1996, p. 183).

God gaat met ie­der­een een eigen weg

Je kunt wel zeggen dat de vere­ring van Maria in het leven van iedere heilige een be­lang­rijke rol speelt. Toch is dat ook weer bij iedere heilige ver­schil­lend: Bernardus en De Montfort waren anders dan een heilige Au­gus­ti­nus of Ignatius of Fran­cis­cus.

God gaat met iedere mens een eigen weg. Hij is met je bezig op een spe­ci­fie­ke aan jou aan­ge­paste manier. Ignatius was een rid­der en soldaat die gewond raakte en ziek op bed kwam te liggen. Hij merkte dat er in hem een inner­lijke vreugde achterbleef als hij erover nadacht en medi­teerde hoe hij Jezus kon volgen en dat hij dat helemaal niet had als hij rid­der­ro­mans las en zich voor­stelde hoe hij als rid­der grote daden zou ver­rich­ten. Zo ontmoette hij Jezus in de onder­schei­ding der geesten: hij leerde in zijn leven de goede geest van andere geesten te on­der­schei­den - on­der­schei­den wat van God kwam en wat niet - en zo Jezus te volgen; Fran­cis­cus zag Jezus in de armen en begreep dat hij zijn hang naar luxe en indruk willen maken op anderen, naar rijkdom en succes op moest geven, dat hij zich­zelf moest over­win­nen om de eenvoud lief te hebben. Zo herkende hij in de bele­ving van de armoede en onthech­ting het evan­ge­lisch ideaal.

"Ik zeg je dit als moe­der"

Deze heiligen wer­den dus door God op een eigen weg geleid die niet direct via Maria liep. Maar Maria hoorde er wel bij: Ignatius had een grote devotie voor een fresco van Maria in een klein kerkje dichtbij waar hij woonde in Rome: O.L. Vrouw van de Weg. Het was een onbekende muur­schil­dering, maar door Ignatius is die heel bekend gewor­den en veel mensen komen er nu nog bij bid­den in de Gesù-kerk in Rome. En Fran­cis­cus is ook de heilige die voor het eerst een kerst­stal maakte om het feest van Christus´ geboorte te vieren, niet alleen omdat hij gegrepen was door het feit dat God zelf in zulke arme omstan­dig­he­den, in zo´n grote eenvoud ter wereld was geko­men, maar ook omdat hij Maria zag, de moe­der die haar kind ter wereld bracht en hij zijn broe­ders wilde opwekken om als Maria te zijn en Jezus ter wereld te brengen, door hun woor­den en werken, in alles. Zo zei Fran­cis­cus weleens tot een van zijn volgelingen: “Ik zeg je dit als moe­der”, dat wil zeggen: “Ik wil door mijn woor­den ertoe bijdragen dat Jezus in je geboren wordt”. Ik wil zijn als Maria.

De rest komt van­zelf...

Zo heeft iedere mens zijn eigen weg met God: de één wordt op die manier getrokken, een ander op een andere manier. Je moet je dus niet ongerust maken of denken dat er iets fout is als jouw weg weer anders is dan die van een ander. Wees dank­baar voor je geloof en voor je open­heid voor God en je verlangen om de wil van God te doen. Daarin is Maria je eerste voor­beeld want zo was Maria! Daarin sta je naast Maria! Onze Lieve Heer zal je er ver­der in lei­den en als je je hart opent, zal Hij je ook wel wijzen welke plaats Maria in je leven kan krijgen. Je hebt in ieder geval de hou­ding die Maria kenmerkte en waardoor God grote dingen aan haar kon doen.

Het voor­naam­ste en aller­be­langrijkste is dus dat je de weg die God met jou gaat en de rich­ting die Hij je wijst, res­pec­teert en aanneemt. De rest komt van­zelf en is voor iedere mens weer anders.

Moeder van alle leven­den

Na­tuur­lijk zal Maria een plaats in nemen in je ge­loofs­le­ven: het is Maria die in naam van heel de mens­heid haar “ja” tot God ge­spro­ken heeft. Zij was niet zoals de eerste mensen, de eerste vrouw - Eva; haar naam wordt verklaard als “moe­der van alle leven­den” - onge­hoor­zaam aan God in het verlangen gelijk te wor­den aan God in de kennis van goed en kwaad, zoals de slang in het paradijs hen beloofde (Gen. 3,4). Maria deed eigen­lijk precies het tegen­over­ge­stelde: zij was ge­hoor­zaam, zij boog haar hoofd voor God en verne­derde zich als kleine dienst­maagd van de Heer.

Je kunt mis­schien nu begrijpen waarom men Maria is gaan zien als de nieuwe Eva en als de “Vrouw”: Maria is eigen­lijk pas echt de moe­der van alle leven­den gewor­den, want zij heeft Jezus ter wereld gebracht die heel de mens­heid heeft verlost van de ver­nie­ti­gende kracht van de zonde en de dood.

Jouw moe­der

Toen Jezus aan het kruis hing en zijn moe­der zag en naast haar de leer­ling die Hij liefhad, zei Hij tot Zijn moe­der: ´Vrouw, zie daar uw zoon´. Ver­vol­gens zei Hij tot de leer­ling: ´Zie daar uw moe­der´” (Jo. 19,26-27). Het doet ons weer denken aan Maria als de Vrouw, de nieuwe Eva, moe­der van alle leven­den, van allen die leven door het geloof in Jezus. Die ene leer­ling die Jezus liefhad en die daar onder het kruis staat, is volgens de gewone in­ter­pre­ta­tie de apostel Johannes (vgl. Jo. 21,20-24), maar hij ver­te­gen­woor­digt de Kerk, de grote we­reld­wijde ge­meen­schap van leer­lin­gen die Jezus liefheeft.

Geef ons dat leven!

Ook deze kleine episode onder het kruis doet ons dus denken aan wat Maria voor ons betekent: een moe­der is iemand die je het leven doorgeeft, die je voedt, die je liefheeft, die bij je is. Zo is een moe­der en deze woor­den geven ons dus aan wie Maria ook nu voor ons kan zijn. Wanneer we haar eren en wanneer we ons door haar bij de hand laten nemen, zal zij ons naar het leven lei­den dat Jezus ons geeft en dat is niet altijd een ge­mak­ke­lijk leven, het is een weg met een kruis...; maar Maria is er voor ons om die weg met nieuwe moed, nieuwe in­spi­ra­tie, nieuwe kracht, nieuwe liefde en nieuwe vurig­heid te kunnen gaan.

Moeder, geef ons dat leven door!


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug