Arsacal
button
button
button
button


Zijn het er velen die gered worden?

Bisdombedevaart naar Banneux

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 25 augustus 2019 - 1750 woorden

Dit weekend was ik in Banneux voor de bede­vaart van ons bisdom Haar­lem. Drie volle­dige dag zijn de pelgrims voor deze zieken­bede­vaart in het hei­lig­dom van de Maagd der Armen. Er waren 112 pelgrims, dus met alle assis­tenten, ver­zorgsters enzo­voorts, zullen er wel een 130 zijn. De vraag die vanuit het evan­ge­lie op ons af kwam was: "Zijn het er weinig die gered wor­den?"

Daarop ben ik in de homilie inge­gaan (zie onder), die tij­dens de inter­na­tio­nale Mis in drie talen wordt gehou­den, van­daar hier­on­der naast de Neder­landse een kortere Duitse en Franse tekst.

De pelgrims­dag was mooi en met prach­tig weer. Naast de Eucha­ris­tie 's morgens, heb ik 's mid­dags de zieken­ze­gen en het Lof gedaan, wat van­wege het mooie weer buiten kon gebeuren. Mooi ook om tussendoor zoveel mensen uit ons hele bisdom te kunnen spreken; De Kwakel, Uithoorn, Kudel­staart, Hoofd­dorp, Heems­kerk, Zaan­dam, Haar­lem en nog vele andere plaatsen. Ook het grens­ge­bied was er: Vinkeveen en Baambrugge "lever­den"ook pelgrims.

"Zijn het er weinig die gered wor­den?" Die vraag is door de tijd heen zeer ver­schil­lend beant­woord. In de tijd van het Jansenisme (18e eeuw) dacht men dat het er maar weinigen waren; we hebben er zelfs een klein afsplitsinkje aan over gehou­den, wat nu de (juist meer liberale, vrij­zin­nige) oud katho­lie­ke kerk is gewor­den. De eerste twin­tig jaar van mijn pries­ter­le­ven, was men ervan overtuigd dat ie­der­een naar de hemel zou gaan, maar nu geloven de meeste mensen niet meer dat er een hemel is! Het enige juiste ant­woord op de vraag, geeft Jezus in het evan­ge­lie van deze zon­dag!

HOMILIE

Toen verscheen Maria

Broe­ders en zusters,
Mis­schien zijn er onder U wel
die geboren zijn
in het jaar van de ver­schij­ningen: 1933.
Het was het jaar dat Hitler aan de macht kwam,
opnieuw stond een wereld­oor­log
voor de deur.
Veel mensen waren nog werkeloos
door de grote crisis die er was.
Toen verscheen Maria hier
aan een heel gewoon meisje,
Mariette Beco.
Mariette was elf jaar oud
toen zij Maria zag
en zij is zelf altijd op de ach­ter­grond ge­ble­ven.
Zij vond: ik ben de postbode,
ik breng een bood­schap over
van de heilige Maagd,
het gaat dus niet om mij.

Mariette Beco

Zij heeft een gewoon leven gehad,
met alle problemen
die andere mensen ook krijgen:
die oorlog na­tuur­lijk,
relatie­pro­ble­men, haar echt­schei­ding,
veel ziekte, allerlei problemen met de ge­zond­heid.
Dan zuchtte ze weleens:
Maria had beloofd het lij­den te verlichten,
kon de Maagd der Armen
haar ge­zond­heid niet beter maken?
Maar het is niet zozeer
de licha­me­lijke gene­zing
die Maria hier kwam brengen,
maar een gees­te­lij­ke.
En die heeft Mariëtte zeker ervaren.
Want Mariëtte Beco was niet volmaakt,
maar zij kon bid­den.
De opdracht
die Maria haar gegeven had:
“Bid veel”,
heeft zij trouw volbracht
en zo heeft men haar hier nog lang gezien
bid­dend, verborgen tussen de mensen
of ver­scho­len achter de bron
- in 2011 is zij gestorven.
Je kon aan haar leven zien
dat zij de bood­schap van Maria
had begrepen:
Bid veel, ik kom het lij­den verlichten,
steek uw han­den in het water,
deze bron is voor alle naties.

En daarheen ver­wijst het jaar­the­ma:
“Komt, alle lan­den
Komt alle naties”.
Wie we ook zijn,
wat onze ach­ter­grond of ge­schie­de­nis ook is,
we zijn hier welkom bij Maria!

De bood­schap van Banneux is een­vou­dig
en Maria is hier ver­sche­nen
als een harte­lijke moe­der
voor mensen die een­vou­dig van hart zijn:
daarom heet zij hier de Maagd der armen.

Gaan er veel naar de hemel?

In het evan­ge­lie van vandaag
komt iemand naar Jezus toe met de vraag
of het weinig mensen zijn die gered zullen wor­den.
Gaan er veel naar de hemel of niet?
Het ant­woord van Jezus
is eigen­lijk geen ant­woord op die vraag.
Jezus zegt
Je moet je uiterste best doen
om binnen te komen.
In ieder geval, zegt Jezus,
helpt het niet
om aan de deur te kloppen en te zeggen:
Ik ben die en die,
wij zijn beken­den,
wij kennen elkaar nog,
laat ons dus binnen.
Het gaat niet om status en positie,
niet om relaties
en niet om vriendjes­po­li­tiek,
niemand heeft speciale rechten,
voor God is ie­der­een gelijk
en de Heer kijkt naar de inhoud,
naar wie wij wer­ke­lijk zijn,
als mens en als christen.
Vandaar dat die huis­va­der
in de gelijkenis die Jezus ver­telt,
tegen de mensen die aankloppen, zegt:
Ga weg van Mij,
die onge­rech­tig­heid bedrijft.

Wie wenst er binnen te gaan?


Toen ik het evan­ge­lie las,
moest ik denken aan het oud gebruik
bij de begrafenis
van leden van de keizer­lijke familie
van Oos­ten­rijk
- keizerin Sisi, keizerin Zita -.
De keizer­lijke rouw­stoet
komt bij de grafkel­der,
maar de deur is dicht.
De ceremonie­mees­ter klopt op de deur;
van binnenuit wordt geant­woord:
“Wie wenst er binnen te tre­den?”.
De ceremonie­mees­ter ant­woordt:
“Hare majes­teit, de keizerin”.
Er volgt geen reactie.
Dan gaat de ceremonie­mees­ter
al haar mooie titels opnoemen,
maar weer blijft het stil
aan de andere kant van de poort.
Opnieuw klopt de ceremonie­mees­ter aan:
“Wie wenst er binnen te komen?”.
Dan ant­woordt de ceremonie­mees­ter:
“Sisi of Zita, een arme zondares.”
Dan zwaait de deur open
en mag de rouw­stoet binnen gaan.

Nauwe deur

Ook wij kloppen aan die deur:
“Heer, doe open”,
maar we kunnen pas door die deur gaan
als we ons­zelf
niet te dik en te groot maken,
want het is een nauwe deur.
Zoals Maria het ons hier in Banneux zegt:
Ik ben de Maagd der armen,
dat wil zeggen:
de Maagd en Moeder
van de mensen die een­vou­dig zijn
en nederig van hart.
De laatsten (de een­vou­digen, de kleinen)
zullen de eersten zijn!

Dus laten we voor God staan
en bij Hem aankloppen,
zon­der pre­tenties,
met een een­vou­dig hart,
we hebben geen rechten
en geen pri­vi­le­ges,
we staan voor God
als bede­laars.

 

DEUTSCH

Liebe Brüder und Schwester,

Banneux' Botschaft ist einfach.
Maria ist hier erschienen
als eine herzliche Mutter
für Menschen, die einfach im Herzen sind:
Deshalb wird sie die Jungfrau der Armen genannt.

Im Evangelium von heute
kommt jemand mit der Frage zu Jesus
ob es nur wenige Menschen sind,
die gerettet wer­den.
Gehen vielen in den Himmel oder nicht?
Die Antwort Jesu
ist eigentlich keine Antwort auf diese Frage.
Jesus sagt dem Fragensteller und allen die zuhören,
sie müssen Ihr Möglichstes tun
um hineinzukommen.
Auf jeden Fall, sagt Jesus,
ist es nicht hilfreich
an die Tür zu klopfen und zu sagen:
Wir sind Bekannte,
Lass mich hinein,
wir kennen uns doch?
Nein, so geht es nicht!
Denn nicht Status und Position zählen,
gar keine gute Beziehungen
und es gibt keine Bevorzugung,
Niemand hat beson­dere Rechte,
Für Gott sind alle gleich
Und der Herr schaut auf den Inhalt,
er geht die Herzen nach, durchschaut uns.

Bei der Beer­digung
von Mitglie­dern der kaiserlichen Familie
von Österreich
-Kaiserin Sisi, Kaiserin Zita-.
Kommt die kaiserliche Trauerprozession
in den Grabkeller,
Aber die Tür ist zu.
Der Zeremonienmeister klopft an die Tür;
Von innen wird geantwortet:
"Wer möchte hereinkommen?"
Der Zeremonienmeister antwortet:
"Ihre Majestät, die Kaiserin".
Es gibt aber keine Antwort.
Dann erwähnt der Zeremonienmeister
all fürstlichen Titel.
Aber wie­der schweigt es
auf der anderen Seite des Tores.
Wieder klopft der Zeremonienmeister:
"Wer möchte hereinkommen?"
Dann antwortet der Zeremonienmeister schliesslich:
"Eine arme Sünderin."
Dann sch­wingt sich die Tür auf
und kann die Trauerprozession eintreten.

Auch wir klopfen an diese Tür:
"Herr, öffne uns",
Aber wir können nur durch diese Tür gehen
wenn wir selbst
nicht zu dick und zu groß sind,
weil es eine enge Tür ist.
Wie Maria uns hier in Banneux sagt:
Ich bin die Jungfrau der Armen,
Das heißt:
Ich bin die Jungfrau und Mutter
aller Menschen, die einfach sind
und demütig im Herzen.
Die letzten (die einfachen, die kleinen)
wer­den die Ersten sein!

Also lasst uns vor Gott stehen
mit einem einfachen Herzen,
Wir haben keine Rechte
und keine Privilegien,
Wir stehen vor Gott
Als Bettler.

 

FRANCAIS

Chers frères et soeurs,

Le message de Banneux est simple:
La Vierge Marie est apparue ici
en tant que mère cordiale
pour les personnes qui sont simples de coeur:
humbles, ouverts.
C'est pourquoi elle est appelée
la Vierge des pauvres.

Dans L'Evangile d'aujourd'hui
Quelqu'un vient à Jésus avec la question:
Que ce soit peu de gens qui seront sauvés?

La réponse de Jésus
n'est en fait pas une réponse à cette question.
Jésus dit:
vous devez faire de votre mieux
pour entrer dans le Royaume du ciel.
Frapper à la porte et dire:
c’est moi!
Je suis ton voisin, ton ami,
je suis famille, je suis prêtre ou evèque,
j’ai fait ca et ca:
tout ca n’est pas suffisante!
Entrer dans le Royaume de Dieu
n’est pas une question de statut et de position.
Personne n'a des droits spéciaux.
Et le Seigneur regarde nôtre coeur,

Aux funérailles
des membres de la famille impériale
d'Autriche
- Impératrice Sisi, Impératrice Zita-
la procession de deuil impériale
arrive à la crypte,
Mais la porte de la crypte est fermée.
Alors, le maître des cérémonies frappe à la porte;
On réponse de l'intérieur:
"Qui veut entrer?"
Le maître des cérémonies répond :
"Sa Majesté, l'impératrice".
Il n'y a pas de réponse.
Puis le maître des cérémonies commence
a énumérer tous les titres de l’impératrice.
Mais encore une fois,
il reste silencieux.
Une derniere fois, le maître des cérémonies frappe:
"Qui veut entrer?"
Puis le maître de cérémonie répond :
"une pauvre pécheresse."
Puis la porte s'ouvre
et la procession entre dans la crypte.

Oui, nous somme pauvres pécheurs,
nous sommes tous dépendant de la grâce de Dieu.
Nous n’avons pas des droits.
Devant Dieu nous sommes
comme mendiants,
les mains ouverts
pour recevoir sa grâce.
Et le bon Dieu
est plein de miséricorde.

Comme nous a dit Marie:
Je suis la Vierge des Pauvres,
C'est-à-dire:
Je suis la Vierge et la mère
pour tous qui sont
sincères et simples et humbles de cœur.


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug