Arsacal
button
button
button
button


Willibrord kwam leven brengen...

Wereldjongerendag in Bisschopshuis

Overweging Bezinning - gepubliceerd: zondag, 5 april 2020 - 1224 woorden
Live-stream vanuit het bisschopshuis
Live-stream vanuit het bisschopshuis

Zondag­mid­dag 5 april vier­den we de jaar­lijkse Wereld­jon­ge­ren­dag in het bis­schops­huis. Het thema was ‘Brin­ging life’ (leven brengend). Dat is precies wat de heilige Wil­li­brord deed toen hij als mis­sio­na­ris naar ons land kwam. Hoe kunnen we iets van hem leren, iets van het vuur dat in hem brandde, ont­van­gen en uit­de­len aan anderen?

Het behoeft al geen vermel­ding meer dat het hele pro­gram­ma ge-live-streamd moest wor­den, omdat Corona niet toeliet dat het een real-life-bij­een­komst was.

Hier­on­der is een samen­vat­ting te vin­den van de lezing die ik daarover heb gehou­den. Het hele pro­gram­ma met ook de aanbid­ding en zegen, de ge­tui­ge­nissen en het creatieve gedeelte is te volgen via het YouTube-kanaal van het bisdom vanuit de ka­the­draal:

 

Mis­sio­na­ris, geko­men van over de zee

  1. Wil­li­brord leefde van 658 tot 739 en is de patroon­hei­lige van ons bisdom Haar­lem-Am­ster­dam. Hij is onze hoofd­pa­troon,
  2. Boni­fa­tius en zijn gezellen zijn de bij-patronen. Dat zijn allemaal heiligen die ons hebben gemissio­neerd, zij hebben het evan­ge­lie hier gebracht.
  3. Wil­li­brord is onze patroon omdat hij met ons bisdom is verbon­den en er gewerkt heeft als mis­sio­na­ris. Hij was niet bis­schop van Utrecht maar aarts­bis­schop van de Friezen, al was een van zijn zetels lange tijd in Utrecht geves­tigd, althans het klooster dat hij daar stichtte was een van zijn be­lang­rijk­ste rust­pun­ten. En onder die Friezen waar­van Wil­li­brord dus aarts­bis­schop was, waren de West-Friezen prominent; de meeste Friezen woon­den in wat nu het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam is.
  4. Vroe­ger omvatte ons bisdom - toen nog bisdom Haar­lem geheten - trouwens ook de provincie Zuid-Holland en daar ligt de mon­ding van de Rijn, bij Katwijk. Dat is de plaats waar Wil­li­brord ons land is binnen geko­men, althans volgens Alcuinus (735-804) die bijna zes­tig jaar na Wil­li­brord’s dood een levens­be­schrij­ving heeft gemaakt (hoofd­stuk 5). Volgens andere historici is het waar­schijn­lijker dat hij in Noord-Frank­rijk of bij de mon­ding van de Schelde is geland.
  5. Er zijn ver­der allerlei Wil­li­brordus­putten, die door Wil­li­brord geslagen zou­den zijn en waardoor hij de bevol­king voorzag van drink­wa­ter. In totaal zijn er meer dan twin­tig van zulke putten verspreid over heel Neder­land, maar de meest bekende bevindt zich in Heiloo in het centrum van het dorp bij het witte kerkje. Die put is dus niet de Runx­putte, de put die zich op het hei­lig­dom van Onze Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo bevindt, maar een andere put die in de loop van de tijd een paar keer is her­steld en veran­derd en er nu zo uitziet als je op het plaatje ziet. Deze zeer oude put geeft een aan­wij­zing dat Wil­li­brord hier heeft gewerkt.
  6. Wil­li­brord kwam dus niet uit ons land, maar uit Engeland, Northumbria. Zijn ouders waren pas bekeerde, vurige chris­te­nen en vrome, gods­diens­tige mensen. Zijn vader, Wilgils, is later zelf in het klooster getre­den.
  7. Zijn ouders ver­trouw­den Wil­li­brord al jong toe aan het klooster van Ripon bij York als oblaat om daar on­der­we­zen te wor­den. Wil­li­brord is in dat klooster ingetre­den, maar toen hij twin­tig was wilde hij stren­ger leven en hij kreeg een verlangen naar de peregrinatio, dat is een pelgrims­tocht die een missie­tocht is, om het geloof te ver­kon­di­gen.
  8. Omdat de Ierse abdijen bekend ston­den om hun grote gestreng­heid en de kwali­teit van hun weten­schap­pe­lijk on­der­richt, vroeg en kreeg hij toestem­ming van de abt om daarheen te gaan, hij werd monnik in Rathmelsigi.
  9. Daar is Wil­li­brord pries­ter gewijd en toen hij 33 jaar oud was is hij met elf (som­mi­gen zeggen twaalf) gezellen naar onze streken geko­men. Hij zocht en kreeg steun van hofmeier Pepijn II , die net een over­win­ning had behaald op de Fries Radboud (maar die strijd met de Friezen ging op en neer, pas na 719 was de weg naar Friesland weer vrij voor de mis­sio­na­rissen). Wil­li­brord is met een paar gezellen naar Radboud geweest om hem Christus te ver­kon­di­gen, maar zon­der succes.
  10. In 691 ging Wil­li­brord naar Rome om relieken te krijgen voor de kerken die hij wilde bouwen, in 695 werd Wil­li­brord in Rome tot bis­schop gewijd, volgens Alcuinus in de Sint Pieter, maar volgens de bekende monnik en kerk­le­raar Beda Venerabilis (672-735) die ook uit Northumbria komt en meer een tijd­ge­noot is van Wil­li­brord, gebeurde dat in de Sint Caecilia­basi­liek, op het feest van die heilige.
  11. Wil­li­brord door­kruiste een groot gebied vermoe­de­lijk van Dene­mar­ken en Helgoland (tegen Dene­mar­ken) tot aan Lu­xem­burg en België, waarbij hij een aantal jaren met Boni­fa­tius samen­werkte. In het hoge noor­den bij Radboud - voor wie hij moe­dig getuigde - en bij de Denen had Wil­li­brord weinig succes, toen ging hij maar terug naar andere gebie­den.
  12. Hij heeft op ver­schil­lende plaatsen kerkjes gebouwd en kloosters gesticht. Soms had Wil­li­brord aparte acties: zo doopte hij drie mannen in een bron die door de hei­denen werd vereerd als heilige bron die niemand aan durfde te raken. Ie­der­een dacht dat Wil­li­brord dood neer zou vallen, maar dat gebeurde niet. Zo liet hij de hei­denen de macht van de God van de chris­te­nen zien. Ook op Walcheren deed hij zoiets: daar verbrijzelde hij een hei­dens hei­lig­dom.
  13. Van Wil­li­brord wor­den ook enkele won­de­ren verhaald, waar­on­der ver­schil­lende wijn­won­deren: in het klooster van Ech­ter­nach bij­voor­beeld, was nog maar één vat wijn en daar zat niet veel meer in. Wil­li­brord kwam in de kel­der, stak zijn staf in het vat en het vat begon zich geheel te vullen en zelfs over te lopen. De kel­der­mees­ter kreeeg van Wil­li­brord het consigne om niemand hierover te ver­tellen voor zijn dood.
  14. Op 81 jarige leef­tijd was dat zover en is hij gestorven en in Ech­ter­nach begraven, de laatste tien jaar van zijn leven woonde hij daar. Dit betekent dat hij bijna veer­tig jaar - met de laatste tien jaar Ech­ter­nach erbij bijna vijf­tig jaar - in onze streken heeft gewerkt.
  15. Hoe kun jij uit­de­len van je geloofs­er­va­ring naar het voor­beeld van Sint Wil­li­brord en wat is daarvoor be­lang­rijk?
  16. Wil­li­brord kreeg een goede chris­te­lijke opvoe­ding met eer­lijk­heid en sober­heid en vor­ming in het gebed
  17. Wil­li­brord was vurig, zocht ver­die­ping en koos voor méér: hij ging voor radicali­teit (in Rathmelsigi)
  18. Hij was bezield om het geloof door te geven en bezielde anderen om dat­zelfde te doen (met elf gezellen gingen zij op weg)
  19. Hij ging met overleg te werk, vroeg raad en zocht hulp (hij ging Pepijn die al christen was en het Frankische rijk bestuurde, die wees hem geschikte plaatsen om te beginnen)
  20. Hij gebruikte de hulp­mid­de­len die hem kon­den helpen (indruk maken door een hei­dens hei­lig­dom te vernie­tigen of te dopen in een hei­dense bron; pau­se­lijke zegen en relieken, 691)
  21. Niet zoeken, niets wei­geren (dit devies van Johannes XXIII was ook dat van Wil­li­brord die door Pepijn in 695 naar Rome werd gestuurd om zich door de paus tot bis­schop te laten wij­den. Hij vond dat hij de kwali­teiten miste en de eer niet waar­dig was, maar toen Pepijn en anderen aandrongen, deed hij het).
  22. Wil­li­brord ging er op uit, hij kwam onder de mensen, zocht de mensen op, moest af en toe naar een ander gebied gaan omdat het ene niet lukte maar hij gaf niet op.
  23. Hij stichtte kloosters en kerken die ook centra waren waar zieken­zorg was, scholing, bedrijvig­heid. Zo trok hij de mensen ook met andere zaken, wist hij het gewone leven met het geloof te verbin­den en gaf hij aan mensen een ge­mak­ke­lijker toegang tot het geloof via de dage­lijkse dingen waarin dat geloof tot uiting kwam.
Terug