Arsacal
button
button
button
button


Speeddates met God gewijden

Een programma voor Roepingenzondag

Overweging Roeping - gepubliceerd: zondag, 25 april 2021 - 1321 woorden
Laat je leiden door de heilige Geest
Laat je leiden door de heilige Geest

Zondag­mid­dag 25 april was er een klooster speeddate geor­ga­ni­seerd door het jon­ge­ren­pas­to­raat van het bisdom Gro­nin­gen-Leeu­war­den en het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam, waarin ook mgr. Ron van den Hout en ik een aan­deel had­den. Hoe kom je te weten wat je roe­ping is? Daarover ging mijn bijdrage.

Dominicanen, Fran­cis­ca­nen, Blauwe zusters en een kluize­naar waren bij het pro­gram­ma betrokken over kloosterroe­pingen. Er was 'concurrentie' want ook onder meer Bene­dic­tijnen had­den een roe­pingen­pro­gramma, maar er waren toch der­tien deel­ne­mers.

Aan het begin van het pro­gram­ma heb ik iets ver­teld (zie onder) over het on­der­schei­den van een roe­ping, daarna gingen de deel­ne­mers uit elkaar in ‘break out rooms’ naar gesprekken met leden van ver­schil­lende kloosterordes, aan het einde kwamen we weer digi­taal bij elkaar voor het bid­den van de vespers met korte aanbid­ding, waarin mgr. Van den Hout voor­ging.

Je roe­ping leren kennen

Welkom allemaal!

Gewel­dig dat jullie meedoen met deze speeddate, die een kennis­ma­king is met allerlei vormen van roe­ping om een aan God gewijd leven te lei­den.

Geen reclame!

Het gaat er van­mid­dag niet om dat pries­ters, God­ge­wij­den of kloos­ter­lingen reclame maken, zo in de zin van: Hier moet je zijn! Dit is leuk, goed en aan­trek­ke­lijk. Nee, het gaat erom ver­schil­lende soorten roe­pingen te leren kennen, iets beter te begrijpen wat zo’n levens­keuze inhoudt, hoe zo’n weg eruit ziet. Maar jij moet wel God het werk laten doen, want roe­ping is niet “O, dat wil ik ook wel!”.

Je roe­ping leren kennen door kennis van de roe­pingen

Hoe kom je dan te weten wat je roe­ping is? Nou, het is wel heel goed om beter te kunnen begrijpen wat de ver­schil­lende roe­pingen inhou­den, want als je niet weet wat het is, kun je ook niet kiezen.

Je roe­ping leren kennen door ‘onver­schil­lig­heid’ en open­heid

Maar ver­der gaat het erom dat jij je opent voor God en ‘on­ver­schil­lig’ wordt, daar­mee wordt niet bedoelt dat niks je in­te­res­seert en je overal je sch­ou­ders over ophaalt, maar wél een ‘heilige onver­schil­lig­heid’ en dat betekent dat je van binnen vrij wordt, zodat God het mag zeggen. En daarvoor moet je altijd eerst een beetje afstand nemen van waar jij jezelf toe getrokken voelt om meer open te staan voor de wil van God. Het gaat erom dat je voelt en beleeft “Hij mag me die kant op sturen of die kant of nog een andere kant, ik wil alleen maar Zijn wil doen”. In die zin moet je dus altijd eerst een beetje on­ver­schil­lig wor­den, dat wil eigen­lijk zeggen dat je de keuze in Gods han­den legt. Als je die open­heid, die inner­lijke vrij­heid hebt (“Heer, het mag ook iets anders zijn...”) dan kun je veel meer afgaan op wat je ervaart dat God in je hart heeft gelegd.
je moet dus ook niet kiezen voordat je gekozen hebt bijv. door alvast ergens te gaan wonen waar je mis­schien moge­lijk roe­ping voor hebt. Dan vul je in, zon­der Gods tijd af te wachten.

Inner­lijk aanvoelen van je roe­ping

Ieder mens heeft een roe­ping, ook jij, omdat God een bedoeling heeft met je leven. Ie­der­een heeft een roe­ping om God te dienen, jij ook en dus door je woor­den, je daden, je leven iets goeds door te geven, iets moois uit te stralen, iets van God zicht­baar te maken en te bouwen aan Zijn ko­nink­rijk.

Je kunt een roe­ping hebben in kleinere en veran­der­ba­re dingen: bijv. om een zieke te ver­zorgen, iemand te helpen, een studie te doen enzo­voorts; en er is een roe­ping voor de grote keuze: wat ga ik doen met mijn leven? Bij­voor­beeld: ga je trouwen? Word je pries­ter? ga je naar een klooster en zo ja: welke orde? Blijf je ongehuwd?
Als je open staat voor wat God van je wil, voel je ergens aan of een bepaalde weg voor jou is of niet.

Je talenten en je roe­ping

Na­tuur­lijk, je talenten wijzen je al een weg. Als je iets goed kunt, als je bepaalde gaven hebt gekregen, wil Onze Lieve Heer daar zeker iets mee doen. Hij heeft die talenten niet voor niets gegeven. Maar je kunt ook talenten ont­wik­ke­len en soms ziet God een heel andere weg dan jij om die talenten te kunnen inzetten. Hoe jij denkt over je talenten en hoe je die wilt inzetten, zegt dus nog niet alles.

Je roe­ping leren kennen door in een goed gees­te­lijk klimaat te leven

Heel be­lang­rijk is de sfeer waarin je leeft. Als je heel hei­dens leeft, moet je je niet verbazen dat God er maar moei­lijk door­heen komt. Om een roe­ping te kunnen ont­dek­ken, moet je je op God instellen. Hoe je dingen, gebeur­te­nissen, God en mensen ervaart, heeft te maken met de sfeer waarin je je bevindt. Alphonse Ratisbonne ging een kerk binnen en voor de eerste keer in zijn leven heeft hij toen dui­de­lijk Gods aanwe­zig­heid ervaren. Zo gebeurt het vaak. Veel mensen ont­dek­ken Gods wil voor hun leven bij een aanbid­ding, in Lourdes, het lezen van de bijbel, een gesprek met een pries­ter, enzo­voorts.

Je roe­ping vin­den door een gees­te­lijk leven te lei­den

Om je roe­ping te kunnen vin­den is het dus be­lang­rijk je op God in te stellen, ik noem een paar dingen: als je op­per­vlak­kig leeft, ver­keerde keuzes maakt, wordt het las­tig God te leren kennen. Wat wel goed helpt is: de bijbel lezen, je geloof leren kennen, ant­woor­den zoeken op vragen. Dat is meer iets van het verstand. Het is be­lang­rijk dat ook je hart meedoet: probeer de gaven zien die God je gegeven heeft: wees dank­baar voor de dingen, voor je leven, voor dier­ba­re mensen; probeer Gods hand in je leven te zien: hier heeft Hij mij geleid; herinner je (schrijf het mis­schien op) wanneer en hoe je Gods aanwe­zig­heid hebt gemerkt; bedank alvast voor de moei­lijk­he­den en tegen­val­lers die op je levensweg komen en vraag dat je alles goed uit Gods hand mag kunnen aan­ne­men. Bid ook met Maria. Breng offers (ontzeg je iets, doe iets goeds wat je eigen­lijk niet graag doet of wat je moeite kost, enz.). En zet stappen in je geloof; stilstand is achter­uit­gang. Je geloof heeft steeds nieuwe impulsen nodig, zo blijft het levend, nieuw en fris.

Probeer bij­voor­beeld een stille dag van gebed en medi­ta­tie te doen of las een stille tijd in je dag in. Je zult zien wat een goede uit­wer­king dat heeft! Inner­lijke rust en stilte zijn be­lang­rijk om God te vin­den en dus ook om je roe­ping te ont­dek­ken. Leef regel­ma­tig en besteed liefst vaste tij­den aan gebed, de Mis. Als je het nog niet doet, is het goed om een begin te maken met biechten. Klamp maar gerust een pries­ter aan, die helpt je wel op weg.

Je roe­ping leren kennen door ver­trouwen te hou­den; nooit wanhopig wor­den

Je moet nooit denken dat je al perfect moet zijn, nooit wanhopig wor­den als iets weer niet lukt. Wat denk je: kan iemand die altijd ruzie zoekt, zijn han­den niet thuis kan hou­den en klappen uit­deelt, gok­ver­slaafd is, afgereisd was naar een conflict­ge­bied om daar als strij­der mee te kunnen vechten, zou dat een heilige kunnen zijn? Jawel, dat kan. Voor God is niets onmoge­lijk. Maar je kunt je voor­stel­len dat als iemand zo was, zijn roe­ping ook iets hef­tigs werd: hij ging pestlij­ders verplegen: het was de heilige Camillus de Lellis (+ 1614).

Laat je bij de zoek­tocht naar je roe­ping en naar de weg die God met jou wil gaan, nooit ont­moe­di­gen: ont­moe­di­ging is iets van de duivel.

Je roe­ping is iets moois!

God heeft iets moois voor je weg­ge­legd, een prach­tige roe­ping. Zeker, soms vraagt hij iemand een heel moei­lijke roe­ping te vervullen, iets dat je niet wilt en zelf nooit spon­taan gekozen zou hebben. Maar je kunt er altijd op ver­trouwen dat God - als Hij je tot iets roept - je ook zal helpen om er iets moois van te maken

Terug