Arsacal
button
button
button
button


Seminarist Josue aangesteld tot acoliet

Ontmoeting met de jonge priesters

Overweging Preek - gepubliceerd: maandag, 3 mei 2021 - 813 woorden
Josue met de beide rectoren Luc Georges en Jeroen de Wit, studiprefect José Manuel Tercero en de assistenten
Josue met de beide rectoren Luc Georges en Jeroen de Wit, studiprefect José Manuel Tercero en de assistenten

In Heiloo vond op maan­dag 3 mei de maan­de­lijkse ont­moe­ting met de jonge pries­ters plaats, waarin de erva­ringen wor­den uitgewisseld en be­spro­ken. Van­wege de ver­an­der­de richt­lij­nen voor oplei­dingen, was het voor de eerste keer sinds lange tijd weer een fysieke bij­een­komst. Tijdens de Eucha­ris­tie­vie­ring in de grote bede­vaart­ka­pel werd op dit feest van de apos­te­len Filippus en Jakobus, se­mi­na­rist Josue Emmanuel Mejia Sanchez tot acoliet aan­ge­steld.

Het was goed om van de jonge pries­ters te horen hoe zij het maken in deze voor de pa­ro­chies moei­lijke Corona-tijd. De erva­ringen zijn ver­schil­lend, niet alleen omdat de ene pa­ro­chie ‘ge­mak­ke­lijker’ is dan een andere, maar ook omdat er verschil is in ker­ke­lijk leven dat weer op gang begint te komen. In enkele pa­ro­chies is men vooral nog erg bevreesd, in andere wor­den binnen de regels meer ac­ti­vi­teiten onder­no­men, al zijn die dan (deels) digi­taal.

In de Eucha­ris­tie­vie­ring zongen de cantores een mooi nieuw lied ter ere van Onze Lieve Vrouw ter Nood dat door kape­laan Álvaro Rodriguez Lucque is ge­schre­ven en gecompo­neerd. Tijdens de Mis vond de aan­stel­ling plaats van Josue van het semi­na­rie Re­demp­to­ris Mater (hij was ook 1½ jaar in het semi­na­rie in Heiloo) en in de homilie heb ik - min of meer op de volgende wijze - stil gestaan bij de li­tur­gische dag en de aan­stel­ling.

Acoliet zijn is Christus navolgen

Akoloetein

Beste Josue,
vandaag word je tot acoliet aan­ge­steld.
Daar­mee word je meer
met het altaar verbon­den.
Je krijgt de taak om aan het altaar
te assis­te­ren,
al zal dat nu van­wege de corona-tijd
niet altijd moge­lijk zijn;
de heilige communie uit te reiken
en het heilig sacra­ment uit te stellen
als er geen pries­ters en diakens zijn.
Deze aan­stel­ling
die tot 1972 een lagere wij­ding was,
heeft een heel lange ge­schie­de­nis.
In de Traditio Apostolica
uit het begin van de derde eeuw
komt de acoliet niet voor,
maar wel de subdiaken
van wie wordt gezegd dat hij de diaken volgt.
Het Griekse woord
voor ‘volgen’ is “akoloetein”,
waar acoliet van komt;
en zo is de acoliet
dus toch een beetje aanwe­zig
in die Traditio Apostolica.

Acoliet en subdiaken

Ook de H. Cyrpianus, paus Cornelius,
bei­den ook uit de derde eeuw,
kennen de acoliet,
maar nog steeds is de acoliet
met het subdiaconaat verwant
en vervullen de lector en de acoliet
de taken van de subdiaken,
volgens Ministeria Quae­dam,
het do­cu­ment van P. Paulus VI
waar­mee de aan­stel­lingen zijn gere­geld.

Navol­ging

Akoloutein, dat is je opdracht Josue,
maar daarbij kijk ik toch graag
op de eerste plaats naar het evan­ge­lie,
waar dat woord regel­ma­tig voor­komt,
vooral om de navol­ging van Jezus
aan te dui­den.
Dat is ten diepste
de uit­no­di­ging van deze dag:
dat je meer verbon­den mag wor­den
met de vie­ring van de Eucha­ris­tie,
van het geheim van Jezus’ paas­mys­te­rie,
van onze verlos­sing;
dat je je nog meer uit­ge­no­digd mag weten
om Jezus na te volgen
en Zijn leer­ling te zijn.

FILIPPUS EN JAKOBUS

Jakobus

De heilige Jakobus is
Jakobus de min­dere.
Hij zou tot de familie van Jezus hebben behoord
- “broe­der des Heren”-
en zijn moe­der was een van de vrouwen
die naar het graf van Jezus gingen;
in de eerste lezing
werd door Paulus
een ver­schij­ning van de verrezen Heer
aan deze Jakobus vermeld.
Jakobus speelde een bij­zon­dere rol
als voor­naam­ste
van de gezag­dra­gers
onder de He­breeuwse chris­te­nen
in Jeru­za­lem;
als Paulus het evan­ge­lie komt voorleggen
wat hij preekt,
is deze Jakobus erbij betrokken.
Jakobus doet op het concilie van Jeru­za­lem
het voorstel om niet de besnij­denis
van de hei­denchris­te­nen te eisen
en niet de onder­hou­ding van de wet van Mozes.
De brief van Jakobus
is volgens een latere traditie
op zijn naam gesteld.

Filippus

Filippus komt uit Betsaïda,
net als Andreas, de broer van Petrus;
Filippus werd door Jezus uit­ge­no­digd
met de een­vou­dige woor­den: “Volg mij”
en hij heeft Natanaël weer uit­ge­no­digd:
“Kom eens kijken “.
Zo gaat het nog steeds:
het contact van persoon tot persoon,
de per­soon­lijke uit­no­di­ging
is het meest vrucht­baar.
Het is sterker dan duizend mails of app-jes.
Filippus komt vooral voor
in het evan­ge­lie volgens Johannes.
Hij heeft het evan­ge­lie gepredikt
in klein-Azië,
niet ver van de streek
waar Johannes zou hebben gewoond
en er zijn aan­wij­zingen dat hij
met Johannes en Polycarpus in contact stond.

Toon ons de Vader

Aan de heilige apostel Filippus
danken we de vraag
die we vandaag in het evan­ge­lie horen:
“Heer, toon ons de Vader”.
Aan hem ook danken we dus in zekere zin
het ant­woord dat we van Jezus krijgen.
Dit ant­woord van de Heer
is eigen­lijk sterk sacra­menteel:
“Wie Mij ziet, ziet de Vader”,
Jezus is sacra­ment
van de Gods­ont­moe­ting.

In zekere zin geldt dat ook voor ons
omdat de Geest van God
aan onze harten is meege­deeld

De vraag van Filippus vandaag:
“Heer, toon ons de Vader”,
wordt zo een uit­no­di­ging
om Gods aanwe­zig­heid
ook in ons­zelf te zien:
Hij is in mij,
Hij woont in Mij,
ik ben een tempel
van de heilige Geest.
Laat mij zo leven!

Terug