Arsacal
button
button
button
button


Johannes predikte een doopsel van bekering

Sint Jansfeest in de basiliek van Laren

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 27 juni 2021 - 1228 woorden

Zondag 27 juni was ik in Laren voor het Sint Jans­feest, na de jubileum-mis in Naar­den. De broe­der­schap van Sint Jan was aanwe­zig, alsmede het maximum aantal gelo­vi­gen dat tot nu was toe­ge­staan. Een fees­te­lij­ke vie­ring...

In de hele regio was het feest: in Huizen werd het zes­tig­ja­rig pries­ter­feest van pater W. van Wegen gevierd, die al een tiental jaren in de pa­ro­chie assis­teert; in Naar­den was pastoor Costa zes­tig jaar pries­ter en in Laren werd na­tuur­lijk het Sint Jans­feest gevierd al kon de Sint Jans­pro­ces­sie van­wege de pandemie nog niet in volle glorie uittrekken. Hope­lijk komt ook die tijd dich­ter­bij...

Nu was er een fees­te­lij­ke hoog­mis in de fraai versierde basiliek, met con­ce­le­bra­tie van pastoor Jan Vriend, rector van de basiliek en assis­tentie van diaken Henk Veldhuis en jon­ge­ren­wer­ker Maurice Lagemaat. Met een viertal cantores bleek het moge­lijk een fraaie meerstemmige Mis ten gehore te brengen. In de kerk de Broe­der­schap van Sint Jan, een ver­te­gen­woor­diging van de Ridders van het heilig Graf, pa­ro­chi­anen en betrok­ke­nen.
Aan het einde van de Mis gingen de gelo­vi­gen naar het kerk­plein, werd het heilig Sacra­ment uit­ge­steld en in een korte pro­ces­sie naar het voor­plein gedragen, waar de zegen met het Aller­hei­ligste werd gegeven.

 

Je bekeren, dat is ook: anders kijken...

Sint Jans­pro­ces­sie Laren 2021

Johannes predikte een doopsel van beke­ring

Studeren

Mijn moe­der wilde graag arts wor­den.
Als kind had zij al dat verlangen.
Maar in die tijd was het niet gebruike­lijk
dat meisjes kon­den stu­de­ren,
zeker niet in het agra­risch milieu
waar zij uit voortkwam
en bovendien was stu­de­ren toen tame­lijk duur.
Doordat de zuster die hoofd was van de school
met mijn groot­va­der ging praten,
mocht mijn moe­der als een soort compro­mis
naar de Mulo.
Ze kon er een klas overslaan,
want het schooltype sloot niet bij haar aanleg aan,
maar arts wor­den kon zij met die Mulo niet.

Anders dan gewild

In plaats van arts te wor­den
was zij al jong getrouwd met mijn vader
en toen die jaren later
een half jaar op bed moest liggen,
leidde zij naast een druk gezin
tevens een tuin­ders­bedrijf met twaalf man personeel.
Haar leven had een totaal andere loop gekregen,|
dan wat zij­zelf had gehoopt of gedacht.
Heel be­grij­pe­lijk bleef lang het gevoel:
Ik had arts willen wor­den,
ik had het verstand daarvoor,
maar ik heb die moge­lijk­heid niet gekregen.
U begrijpt dat zij haar kin­de­ren
nooit van enige studie heeft af gehou­den!

Beke­ring, essentieel...

Het thema van het Sint Jans­feest is dit jaar
“Johannes predikt een doopsel van beke­ring”.
Dat is een mooi en be­lang­rijk thema,
want we hebben allemaal beke­ring nodig.
We zijn niet perfect!
Dat weten we eigen­lijk wel
al vin­den we het meestal ge­mak­ke­lijker
onze successen en pres­ta­ties in het licht te stellen
dan onze misluk­kingen en tekort­ko­mingen
te etaleren;
we wor­den liever goed gevon­den en erg ge­waar­deerd
dan dat we kri­tiek krijgen en tekort schieten.
Toch is het besef dat we beke­ring nodig hebben
de grond­slag voor het succes van iedere relatie,
die tussen mensen onderling
en van onze relatie met God.
Zonder beke­ring gaat het niet!

In de kerk

Die men­se­lijke nood aan beke­ring
vin­den we sterk geaccen­tu­eerd
door het feit dat we elke Mis beginnen
met de belij­denis van onze schuld
en doordat we in de katho­lie­ke kerk
het sacra­ment van boete en ver­zoe­ning kennen,
het sacra­ment van de biecht.
Dat sacra­ment gaat niet alleen over beke­ring,
maar ook over de be­vrij­ding
die je dan mag ervaren.
We zijn niet volmaakt, we zijn niet perfect,
we hebben ver­ge­ving nodig
en een nieuw begin, steeds weer opnieuw.

Beke­ring is méér

Maar dat doopsel van beke­ring
dat Johannes predikte
gaat over méér.
Het gaat ook over de manier
waarop we tegen het leven aankijken
en tegen alles wat ons over­komt.
Wat wordt bij­voor­beeld onze weg
als het allemaal nogal tegenzit,
als het helemaal niet gaat naar onze wens?
Mensen gaan daar heel ver­schil­lend mee om.

Even afstand nemen

Ik denk dat we allemaal
weleens hebben mee­ge­maakt
dat we een probleem, een taak, een toe­komst
als heel zwaar en moei­lijk zagen,
met moei­lijk­he­den, over­ko­melijk groot
en dat we er na een paar weken vakantie
al weer anders tegen aan gingen kijken:
het was toch niet zo zwaar en zo donker
als we eerst had­den gedacht,
soms gaan moei­lijk­he­den van­zelf voorbij
of moet je ze ook in de context zien
of sta je er toch niet zo alleen voor.
We kunnen dus met een andere blik
naar dezelfde wer­ke­lijk­heid kijken,
ook dat is een soort van beke­ring.

Een manier van kijken

We hoeven bij beke­ring niet meteen
alleen aan grote zon­den te denken of zo,
het gaat ook over de manier
waarop we ons leven beleven,
hoe we ernaar kijken.
Soms moeten we ver­an­de­ren,
ons bekeren
in de manier waarop we
bij­voor­beeld naar ons eigen leven kijken.

Een weg voor de Heer

Waar ging het Johannes de Doper om?
Een ander woord dat hij graag gebruikte was:
“Maak de weg recht voor de Heer!”
Ons inzicht moet zich vernieuwen
zodat de Heer over een gebaande weg
naar ons toe kan komen!
Het is een soort oproep
om de weg naar je hart te openen.

Een goed contact

Mijn moe­der had er dus best veel moeite mee
dat zij haar toe­komstdroom
niet kon verwer­ke­lijken:
zij had de gaven gekregen en de talenten
om die roe­ping als arts te gaan volgen,
maar mensen hiel­den haar tegen,
ze mocht en kon daarom die weg niet gaan.

Gelukkig had zij een goed contact
met de kape­laan die haar biecht­va­der
en ook een goede gees­te­lijk leidsman was.
Kape­laan van der Voort ging de diepte in
en haar hielp met de situatie om te gaan,
met andere ogen te gaan kijken,
dat was haar doopsel van beke­ring,
al was het pas veel later
dat zij ging zien
dat het goed was:
“Als ik arts was gewor­den,
had ik waar­schijn­lijk nooit
mijn man ontmoet
en deze, mijn kin­de­ren gehad.
En ik heb mijn geloof bewaard”.

Inner­lijke aanvaar­ding.

Het geschenk zien

Johannes preekte een doopsel van beke­ring.
Het ging erom een weg te berei­den
zodat de Heer bij ons, mensen, binnen kon komen.
Dat vraagt om “even afstand nemen”
om op een nieuwe, open manier
naar de dingen te kijken.

Het leven dat we hebben gekregen
is een gave uit Gods hand,
met alle beper­kingen, met de tegen­slagen
en met de mooie en vreug­de­volle kanten
die daaraan vast zitten.
Het leven is een geschenk van God,
niet een leven
zoals wij dat zelf had­den gewild of gedacht,
maar zoals ons dat is over­ko­men
met alle dalen, valkuilen en hobbels,
met de bergen waar we tegen op zien,
alles hoort erbij.

Radertje...

Dat leven is een gave,
maar kun je het ook zo zien?
Soms is dat niet ge­mak­ke­lijk.
Wie het leven als een gave ziet,
kan tot ver­trouwen, overgave komen.
Want het behoort tot de weg
die God met ons wil gaan.
Veel hebben we niet in de hand
en wat we zelf in de hand nemen
is uit­ein­delijk niet altijd het beste,
dat gaat niet altijd goed,
want ons over­zicht is beperkt,
onze emoties zijn soms te sterk,
ons inzicht is slechts men­se­lijk,
we zijn radertjes in een veel groter geheel.

Een doopsel van beke­ring

Kun je je ermee verzoenen?
Dat vraagt een doopsel van beke­ring,
een nieuwe blik, een ander hart,
een nieuwe geest.
Johannes zal zeggen:
“Maak de weg recht voor de Heer”,
de hobbels en kuilen
wor­den tot een rechte weg
waarover God in je leven binnen komt.

Johannes preekte dus een doopsel van beke­ring
en riep de mensen op
de weg voor de Heer te berei­den.
Dat is anders kijken naar wat ons over­komt...


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug