Arsacal
button
button
button
button


Een welkom-cultuur

Werelddag van Migranten en vluchtelingen (26e zondag B)

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 26 september 2021 - 1053 woorden

Zondag 26 sep­tem­ber was de eerste dag dat er in onze kerken weer meer vrij­heid is: de gelo­vi­gen zijn weer welkom, de pincet bij het communie-uitreiken is facul­ta­tief gewor­den en samenzang is ook weer moge­lijk. Het was tege­lijk de afslui­ting van de Vredesweek en de Wereld­dag voor Mi­gran­ten en vluch­te­lingen waarvoor paus Fran­cis­cus de bood­schap heeft gegeven, geti­teld: "Naar een steeds groter wij". In de ka­the­draal ston­den we er bij stil.

School­koor

Het school­koor van het Muziek­in­sti­tuut zong de vie­ring. Voor de kin­de­ren was het weer wennen na de lange corona-tijd om samen te zingen en ze hebben na­tuur­lijk ook veel repe­ti­ties moeten missen. Ook moest oud-magister cantus Fons Ziekman invallen, voor het koor en voor hem­zelf onwennig. Toch ging het prima en was het een vreugde de kin­der­stem­men weer te horen.

Doopsel

Na de heilige Mis heb ik nog twee kin­de­ren gedoopt. Ook dat komt gelukkig weer op gang. Ik hoop dat veel ouders nu spoe­dig contact opnemen met de pa­ro­chies om hun kin­de­ren te laten dopen. Het is uitzon­der­lijk dat ik een doopsel toedien, deze keer had dat te maken met de overle­den pastoor Jan Granneman, wiens naaste familie dit was. Het was dus tevens een eerbe­wijs aan deze pries­ter die veel voor de vor­ming van de pries­ter­stu­denten heeft betekend.

Homilie

Die hoort er niet bij...

ZESENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR B


“Hij is niet één van ons”.
We kennen dat gevoel allemaal wel
wat door Johannes
in het evan­ge­lie wordt ver­woord:
Hij is niet één van ons,
hij is geen volgeling,
dus hij heeft de rechten niet
van iemand die er wel bij hoort.

Eigen rechten

Dat gaat dus over het be­scher­men
van de eigen rechten,
wie geen lid is
mag bepaalde dingen niet,
wie er niet bij hoort,
moet wor­den geweerd.

Dit komt na­tuur­lijk ook nu
in allerlei vormen voor.
Het klinkt ook heel be­grij­pe­lijk:
je moet lid zijn van de club
om bepaalde voor­rechten te kunnen hebben,
als je je eigen terrein niet afschermt,
gaat ie­der­een daar gebruik van maken,
als je geen hek zet om je tuin
wordt het een open­baar speel­ter­rein,
als ie­der­een maar alles mag,
wordt het een chaos,
enzo­voorts.
Dit is een breed gedeeld gevoel,
zoals we bij­voor­beeld weten
uit de vluch­te­lingen dis­cus­sie:
“Houd ze tegen
want die horen niet tot ons volk”,
zeggen velen daarover.

Als je ze leert kennen...

Maar het wordt allemaal heel anders
als een kind van een vluch­te­lingen­ge­zin
op school zit en vriendjes heeft
en dan toch niet mag blijven.
Dan wor­den petities getekend
en zetten vele mensen zich ervoor in
om het gezin een verblijfs­ver­gun­ning te geven.
En als we mensen kennen
die als vluch­te­ling zijn geko­men
en we hebben per­soon­lijk en goed contact met hen,
dan voelen we niet meer de nood­zaak
dat ze zou­den moeten ver­trek­ken.

Het is dus vaak een oor­deel op afstand,
een oor­deel zon­der kennis van de personen,
als mensen zeggen:
weg met die vluch­te­lingen.

Ik denk dat het ook al anders zou zijn
als mensen die tegen vluch­te­lingen zijn
iets zou­den meemaken
van de situatie waarin die mensen moesten verkeren.

Verbin­ding zoeken

Jezus ant­woordt Johannes
in het evan­ge­lie dat we hebben gehoord
met een een­vou­dige zin:
“Wie niet tegen ons is, is voor ons”
en: Houd hem niet tegen
als hij een won­der doet in Jezus’ naam,
dan zal die persoon vast niet slecht
over Jezus spreken.

Jezus moe­digt Johannes dus aan
om niet afhou­dend te zijn,
geen muren op te trekken,
niet op zijn strepen te gaan staan,
maar in de relatie naar anderen
tegemoet komend en ont­vanke­lijk te zijn,
verbin­ding te zoeken.

Dat doen we precies
door al het goede wat we doen,
door alles waarin we voor mensen open staan:
dan zoeken we verbin­ding,
zijn we uit­no­di­gend,
dan werken we aan ge­meen­schap,
dan wordt mis­schien zelfs iemand
die niet van ons was,
er wél één van ons.
In ieder geval zal een open,
uit­no­di­gende bena­dering
mensen eer­der helpen om verbin­ding te leggen.

Welkom in de ka­the­draal

Hier in de ka­the­draal staan bij­voor­beeld
altijd mensen bij de deur
om ie­der­een welkom te heten.
Stel dat je helemaal vreemd bent
en hier voor het eerst binnen komt,
dan zal dit welkom
een mooie hulp zijn
om verbin­ding te kunnen maken
en je thuis te voelen.

Het voor­beeld van Jezus Christus

Het is trouwens ook
het voor­beeld van Jezus Christus zelf:
overal in het evan­ge­lie zien we Hem
contacten leggen, verbin­ding zoeken,
mensen genezen, praten met mensen.
God zelf is naar ons toe geko­men
en mens gewor­den,
Hij heeft zich met ons bestaan verbon­den.

Dat is dus de hou­ding
die Jezus ook van ons vraagt:
 wees tegemoet­ko­mend, begrip­vol,
probeer open te staan voor anderen
en trek geen hoge muren op
rond je eigen leven,
de wereld is al indi­vi­dua­lis­tisch genoeg!

Wereld­dag voor vluch­te­lingen

De dag van vandaag
sluit goed aan bij deze the­ma­tiek:
Vandaag is het name­lijk
de wereld-dag voor vluch­te­lingen en mi­gran­ten.
Gisteren hebben we daar in ons bisdom
al bij stil gestaan
met een speciale dag
in de Mozes en Aäron­kerk
in het centrum van Am­ster­dam.

Een groter wij

De paus vraagt in zijn bood­schap
dat we zullen werken aan een “groter wij”,
dat wil zeggen
dat we meer en meer ervaren
dat de we­reld­wijde ge­meen­schap van mensen
één geheel is, dat wij verbon­den zijn.
Dat is niet alleen zo
in de Corona-crisis:
alle lan­den, alle mensen
hebben daar­mee te maken
(en de arme lan­den heel veel meer dan wij!),
het is altijd zo:
wat wij doen,
heeft gevolgen voor arme lan­den.
Onze uitstoot, onze plastics,
onze over­dre­ven con­sump­tie,
ons gebruik van de hulp­bronnen,
leidt tot armoede en gebrek,
tot extreme weers­om­stan­dig­heden
in andere lan­den.
Dat is temeer een reden
om vluch­te­lingen
die uit benarde omstan­dig­he­den komen,
niet in de steek te laten,
zoals we zelf ook graag zou­den zien
dat iemand ons helpt
als we in moei­lijke omstan­dig­he­den zijn.
Geen muren,
maar struc­tu­ren
van welkom
en steun.
Laat die mensen met ons meedoen...

Was het mis­bruik van de naam...?

Waar Johannes het moei­lijk mee had, was
dat hij iemand een won­der zag doen
in Jezus’ naam.
Hij had moeite met het gebruik van de naam van Jezus,
maar door die moeite had hij niet meer in het oog
dat het een won­der was wat die man deed,
dus iets goeds en moois.

Dat is het ook voor ons:
Het is goed
in de geest van Jezus Christus
een hand uit te steken,
liever te red­den
dan verloren te laten gaan,
naar het beeld van Zijn barm­har­tige liefde.

Terug