Arsacal
button
button
button
button


Zijn de armen zalig?

zesde zondag door het jaar C (Lc. 6, 17. 20-26)

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 13 februari 2022 - 893 woorden

De zalig­spre­kingen, wie heeft er niet van gehoord? Toch roepen die wel vragen op. Want waarom wor­den de armen en de lijden­den zalig genoemd? Die mensen moeten toch juist geholpen wor­den om hun armoede en lij­den achter zich te kunnen laten? We ston­den hierbij stil in de homilie van deze zon­dag.

De Eucha­ris­tie­vie­ring was in de sint Bavo-ka­the­draal in Haar­lem. Het heren­koor zong en dat ging heel goed, ondanks het feit dat - zoals ik hoorde - een aantal leden was geveld door Corona. We wensen hen van harte beter­schap!

Homilie

Noem je dat ‘zalig’?

Hongers­nood

Op dit moment dreigt in de hoorn van Afrika
een grote hon­gers­nood;
voorzover er
al mel­ding van wordt gemaakt in de media,
zien we opnieuw beel­den
van stervend vee en hon­ge­rende mensen,
nog afgezien van de situatie
van oorlog en geweld die daar heerst.
Dat is vre­se­lijk;
geen won­der dat de mensen daar
zich niet druk maken over Corona:
dat is wel het minste van al hun problemen.

Probleemwijken

In Neder­land en in ons eigen bisdom
zijn er kin­de­ren en jon­ge­ren
die zon­der ontbijt maar wel met een mes
naar school toe komen.
In de Bijlmer bij­voor­beeld zijn jon­ge­ren,
die niet naar school kunnen
omdat ze op een doden­lijst staan.
In som­mi­ge wijken is straatterreur
aan de orde van de dag.
En zo’n 30.000 kin­de­ren in Neder­land
gaan uit armoede en door de thuis­si­tua­tie
zon­der ontbijt naar school.
Ook die jon­ge­ren zullen zich
niet zo druk hebben gemaakt
over de drei­ging van Corona
of over tal van andere dingen
die ons kunnen raken,
wanneer het allemaal even tegenzit.

Is het wel goed zo?

Zo zijn er nog veel meer omstan­dig­he­den
waarin mensen moeten leven,
waar wij ons vaak geen voor­stel­ling van kunnen maken.
Na­tuur­lijk zijn dat geen situaties
die we maar moeten laten voort­be­staan.
Jezus bedoelt zeker niet
dat we die situaties maar zo moeten laten
als Hij zegt: Zalig die arm zijt,
die hon­ger lijdt, die weent, die ver­volgd wordt...
Jezus wil niet zeggen:
het is wel goed zo,
daar hoeven we niets aan te doen.
Integen­deel: de naasten­liefde hoort tot de kern
van ons chris­te­lijk geloof.
En Jezus zelf heeft tij­dens Zijn leven op aarde
juist omgezien naar zieken, lijden­den,
mensen die hon­ger­den of wer­den veracht.
En de brief van Jakobus spreekt bij­voor­beeld
uiterst streng over mensen
die de armen niet bijstaan.
Die kunnen dan wel zeggen dat zij geloven,
maar het is een dood geloof,
want het geloof zon­der goede werken,
zon­der naasten­liefde, is dood.

Geen roman­tisch beeld

Jezus probeert in de zalig­spre­kingen dus niet
een soort roman­tisch beeld
van ver­vol­ging en armoede
te schetsen,
maar Hij wil wél zeggen
dat als je arm bent, ver­volgd wordt en beschimpt,
als mensen je haten en laten verhon­ge­ren,
als ie­der­een je te min vindt,
dat je dan in Gods ogen
niet te min bent,
dat je in Zijn ogen
juist extra eer en liefde waar­dig bent.
En ook dat je dan toch de hoop niet moet verliezen.

Welvaart en armoede

Rijke, welvarende mensen denken over het alge­meen
dat het aardse leven alles is,
dat er geen hemel en eeuwig leven bestaat.
Zij hebben het hier immers al goed,
zij denken eraan
hier plezier te maken en het goed te hebben.
Het is niet zo vreemd
dat in een land als het onze
al meer dan de helft van de bevol­king zegt
niet meer te geloven.

Maar voor een arme
is de bood­schap van de zalig­spre­kingen
die we vandaag hebben gehoord,
het enige per­spec­tief:
Je zult lachen,
aan jou behoort het rijk Gods,
jouw loon zal groot zijn
in de hemel.
En wee die nu lacht,
je zult klagen en wenen.

Parabel

Dit is summier en heel precies uitgedrukt
wat Jezus ver­telt in de parabel
over de rijke vrek en de arme Lazarus.
Die rijke wen­telt zich in de luxe
van zijn vele feestjes,
maar aan de arme is de toe­komst,
niet aan die rijke;
die arme wordt opgeno­men
in de schoot van Abraham,
die zal het geluk smaken.
Is het dan een won­der
dat de rijke die zijn leven niet wil beteren,
liever zal zeggen
dat de hemel niet bestaat?
Hij heeft zijn zinnen gezet
op het perfecte plaatje op aarde,
die hemel komt dan niet meer van pas.

Twee ge­zin­nen

Mis­schien heb ik U ooit al eens ver­teld
over het gezin van een tame­lijk bekende Neder­lan­der,
dat ik ontmoette
toen ik een caritas-ac­ti­vi­teit in ons bisdom bezocht.
Die ouders en kin­de­ren waren met elkaar bezig
arme en dak­loze mensen
aan tafel te bedienen voor een kerst­maal­tijd.
De vader ver­telde:
“Ik vind het be­lang­rijk dat dit
binnen het per­spec­tief en de leef­we­reld
van mijn kin­de­ren is”.
Van een ander gezin weet ik
dat de ouders met het hele gezin
naar een arm land in Afrika zijn gegaan,
waar zij zusters, reli­gi­euzen, gedurende een aantal weken
hebben geholpen bij een project
dat die daar voor de armen doen.
“Het is be­lang­rijk dat mijn kin­de­ren
leren en ervaren,
dat er méér is
dan hun wel­vaartsleven,
dat je op geld en goed niet moet bouwen”.

Geopend voor een ander per­spec­tief

Mis­schien zijn die voor­beel­den niet voor ie­der­een,
maar in ieder geval is voor ons allemaal be­lang­rijk
dat we ons niet opsluiten
in het ongelovig per­spec­tief
van onze eigen wel­vaart
en onze eigen - vaak kleinere - problemen.

“Zalig gij die arm zijt...”
Die woor­den van Jezus
mogen onze ogen wijd openen
voor de nood in de wereld
en voor de enorme betrekke­lijk­heid
van onze eigen rijkdom en wel­vaart
en uit­ein­delijk voor de zin van ons leven
en voor het per­spec­tief op het eeuwig leven.

Terug