Arsacal
button
button
button
button


Erop uit gaan... tegen de stroom in zwemmen

hemelvaartsdag

Nieuws - gepubliceerd: donderdag, 29 mei 2014 - 994 woorden
Erop uit gaan... tegen de stroom in zwemmen

In de Maria­kerk in Haar­lem-Noord (Schoten) was ik om de heilige Eucha­ris­tie te vieren bij gelegen­heid van het hoog­feest van de Hemel­vaart van de Heer. Diaken John Versteeg assis­teerde en het (uits­te­kende) koor van de pa­ro­chie zong. Helaas was de 'opkomst' aanmer­ke­lijk lager dan op een gewone zon­dag. Toch is Hemel­vaarts­dag een be­lang­rijke dag en ook de dag waarop we de Pinksternoveen beginnen: “Kom, heilige Geest”.

Homilie

Op een gegeven moment komt de dag
waarop ouders kin­de­ren los moeten gaan laten:
die kin­de­ren wor­den groter, ouder, zelf­stan­diger
en op een dag verlaten zij het ouder­lijk huis.
Dan moeten ze het zelf gaan doen
en kun je als ouder alleen maar hopen
dat je hun voldoende bagage hebt mee kunnen geven
en dat zij die gees­te­lij­ke bagage
inder­daad willen meedragen,,
zodat zij ver­der kunnen
en door zullen gaan
ook als ze eens tegen de stroom in moeten zwemmen.

In Jezus’ tijd was het al niet veel anders:
ook voor de leer­lin­gen kwam de tijd
dat zij op eigen benen moesten gaan staan.

“Mannen van Galilea,
wat staan jullie naar de hemel te staren”,
dat is de bood­schap die de mannen in witte gewa­den brengen
aan de apos­te­len die naar boven kijken
om te zien waar hun Heer Jezus Christus was ge­ble­ven.
Die mannen in witte gewa­den zullen wel engelen zijn geweest,
maar ze wijzen de leer­lin­gen erop
dat ze niet naar de hemel moeten blijven staren.
Zij wijzen hen terug naar hun taak op aarde.
En die ver­wij­zing is toch wel op iedere mens van toepas­sing:
onze opdracht bestaat er niet in
dat we alleen maar naar de hemel blijven staren,
maar dat de kracht en de genade
die we ont­van­gen door ons gebed,
door de vie­ring van de heilige Eucha­ris­tie.
door de heilige communie
of op nog andere wijze,
vrucht­baar wordt;
die geven ons gees­te­lij­ke bagage en kracht
om ver­der te gaan, vol goede moed.
We trouwens Gods kracht ont­van­gen
als we ervoor open staan
en bereid zijn er iets mee te doen.
Wat moeten we er dan mee doen?
De lezingen vatten het kort en een­vou­dig samen
in de woor­den die Jezus tot de apos­te­len spreekt:
“Jullie zullen kracht ont­van­gen
om mijn getuigen te zijn”,
zei Jezus in de eerste lezing,
en in het evan­ge­lie was de opdracht:
“Ga en maak alle volkeren tot mijn leer­lin­gen
en doopt hen... en leert hen
alles te onder­hou­den wat ik U bevolen heb”.

Vandaag neemt Jezus dus afscheid van Zijn leer­lin­gen.
Tot dan toe was hun Meester er steeds bij geweest,
die alles zo’n beetje had voor­ge­daan
en zij moesten Hem gewoon volgen.
Nu zullen ze Hem niet meer zien
en dat betekent toch een beetje
dat ze het voor­taan zelf moeten uitzoeken,
zij kunnen niet meer zo leunen en steunen op Jezus
als voor­heen,
zij zijn als kin­de­ren die het ouder­lijk huis verlaten
en op eigen benen moeten staan.

Nou ja, op eigen benen:
op het Pinkster­feest gaan we gedenken en vieren
dat de apos­te­len
de gave van de heilige Geest ont­vingen
en in en door die kracht
naar buiten durf­den gaan,
durf­den te ver­kon­di­gen,
tegen de stroom in durf­den gaan.

Het is voor ons niet anders:
we moeten werken alsof alles van ons afhangt,
van onze inzet
en we moeten bid­den alsof alles van God afhangt
- en dat is ook zo,
want los van Hem kunnen we niets.

Denk in de kerk aan je werk
en denk bij je werk aan de kerk,
dat wil zeggen:
als we bid­den is het goed en ook be­lang­rijk
dat we ons leven van iedere dag mee­ne­men
in ons gebed
om dat bij God te brengen
en als we aan het werk zijn
of we zijn in contact met anderen,
of we krijgen iets te dragen
dat niet zo ge­mak­ke­lijk is
of watdan ook,
betrek uw Heer en God erbij
en laat een straal vanuit Gods liefde­vol hart
door je gedachten en woor­den gaan.

Zo zijn wij allemaal ge­roe­pen
om volwassen chris­te­nen te zijn,
chris­te­nen van ná de hemel­vaart:
We zijn ge­roe­pen om getuigen van Christus te zijn
en daarvoor ont­van­gen we kracht.

We moeten de oproep van Jezus om erop uit te gaan
niet zien als iets dat alleen voor pries­ters en zusters
en dat soort mensen is bestemd,
wij allemaal zijn ge­roe­pen om die verbin­ding te leggen
tussen ons geloof en ons leven.
Wat zou­den wij voor christen zijn
als we de zieken in ons mid­den in de steek laten,
de armen zou­den vergeten,
als wij voor ons­zelf zou­den leven
en we voor anderen geen aan­dacht hebben,
als wij een leven zou­den lei­den
waar je Christus niet in zou kunnen herkennen?
Het is van groot belang
dat we voort­du­rend de link proberen te leggen
tussen ons geloof
en ons dage­lijks leven,
tussen wat we bid­den
en tussen wat we doen.

Van forellen is bekend
dat zij tegen de sterkste stromen in kunnen zwemmen
naar de bron toe,
en zelfs van de voet van een waterval
naar boven kunnen zwemmen.
De ver­kla­ring daarvoor zou zijn
dat het water een energie­stroom bevat
die tegen de stroom van dat water ingaat
en die door de vissen wordt gebruikt.
Maar als het water ineens warmer wordt,
wor­den ze terug gedreven,
dan missen ze die energie­stroom
om ver­der te kunnen gaan.

Een beetje is dat zo ook met ons mensen:
wij krijgen een energie­stroom,
dat is de kracht van de heilige Geest,
daar moeten we gebruik van maken
en die zal ons kracht maken,
maar als we te veel wor­den verwend
als we ons teveel in heer­lijk ‘warm water’ bewegen
raken we aan een slap­heid en zwak­heid gewend
waardoor we terug­val­len, achteruit gaan,
gees­te­lijk ver­zwak­ken.
We moeten tegen de stroom in kunnen gaan,
zeker in onze seculiere tijd,
ons laten mee­voeren door de ‘energie­stroom’
die van God komt
en naar de bron toe­gaan.
Dan kunnen wij getuigen,
een teken zijn in onze tijd,
dan zullen we Gods goed­heid uitstralen
die deze wereld een beetje mooier en men­se­lijker maakt.

“Mannen van Galilea,
blijf niet naar de hemel staren”,
mannen en vrouwen
ga er dus op uit
om in woord en daad
te getuigen van de bron
die ons alles geeft
en waar­naar we op weg zijn,
vaak tegen de stroom in van deze tijd....
AMEN

Terug