Arsacal
button
button
button
button


Krimp in de regio: Minder identiteit voor de school?

Identiteit van het katholiek onderwijs

Artikel Onderwijs - gepubliceerd: donderdag, 4 september 2014 - 2821 woorden
In de pauze....
In de pauze....

Op woens­dag 3 sep­tem­ber orga­ni­seer­de de stich­ting Mijn­plein, die 22 scholen voor primair onder­wijs in Salland bestuurt, een avond over krimp en iden­ti­teit in het PKN-kerkje in het centrum van Heino. Mw. Petra van Haren, voor­zit­ter van de Algemene Vereni­ging School­lei­ders, de hr. Ger de Vos, be­stuur­der COG Drenthe en ikzelf lichtten het thema toe vanuit ver­schil­lende invals­hoeken. Hier­on­der vindt U de lezing die ik op deze avond heb gehou­den.

Een ver­slag van de avond is ook te vin­den op de web­si­te van Verus: www.verus.nl/nieuws

Lezing

U zult me niet kwalijk nemen dat ik af en toe wat meer inga op de iden­ti­teit van katho­liek onder­wijs - dat heeft na­tuur­lijk met mijn ach­ter­grond te maken -, al denk ik dat tege­lijk dui­de­lijk wordt dat wat ik daarover zeg, bre­der van toepas­sing is dan alleen op een katho­lie­ke school.

Voor wat de katho­lie­ke Kerk betreft: het tweede Vati­caans concilie dat van 1962-1965 in Rome is gehou­den - een ver­ga­de­ring van alle katho­lie­ke bis­schop­pen in de wereld -, heeft een be­lang­rijke rol gespeeld in het ont­wik­ke­len van een visie op iden­ti­teit, op onder­wijs en opvoe­ding en op een katho­lie­ke school die de vensters geopend heeft naar de wereld. In allerlei do­cu­menten hebben pausen en de Con­gre­ga­tie voor de katho­lie­ke opvoe­ding, die in Rome namens de paus is belast met het contact met het katho­liek onder­wijs, deze thema’s uit­ge­werkt, zoals onlangs nog in het eind vorig jaar ver­sche­nen do­cu­ment “Educa­ting to intercultural dialogue in catholic schools. Living in harmony for a civilization of love”. Dit terzijde.

Moet de iden­ti­teit maar mee-krimpen?

In veel delen van Neder­land krimpt de bevol­king en gaan min­der kin­de­ren naar school. Scholen zoeken te overleven en gaan samen­wer­kings­ver­ban­den aan, fuseren, wor­den opge­he­ven of proberen wegen te vin­den om door meer ouders aan­trek­ke­lijk gevon­den te wor­den.
Het gebeurt nogal eens een keer dat de iden­ti­teit dan wordt geofferd. Scholen willen bij samen­wer­king met andere scholen in een krimp-situatie de grootste gemene deler vin­den, een school scheppen die voor ie­der­een aanvaard­baar is. En na­tuur­lijk speelt hierbij de seculari­sa­tie een be­lang­rijke rol: scholen hebben de indruk dat ouders toch niet zozeer op de iden­ti­teit van de school kiezen, zij willen gewoon een goede school voor hun kind; en voor veel leraren komt een min­der dui­de­lijke iden­ti­teit van de school goed uit: ze voelen zich daar zelf meer bij thuis en vin­den het best wel wat ver­der van hen af staan om aan die iden­ti­teit invulling te geven. Uit onder­zoeken blijkt dat leraren op confessionele scholen die de iden­ti­teit be­lang­rijk vin­den en daar aan­dacht voor vragen, in de min­der­heid zijn.

Is de oplos­sing dan niet gewoon een “fade away” van de iden­ti­teit, dat je iden­ti­teit als gemeen­schap­pe­lijke noemer langzamer­hand wat min­der centraal stelt, zodat die voor ie­der­een aanvaard­baar blijft en ouders en leraren zich erin kunnen herkennen? Mis­schien nog wel iets eraan doen, maar dan zo dat het ouders met een niet-confessionele ach­ter­grond niet stoort? Het lijkt logisch dat school­besturen voor een derge­lijke weg kiezen of niet kiezen en dit punt maar een beetje laten gaan, maar dan gaat het langzamer­hand die­zelfde kant op: de iden­ti­teit verdwijnt gelei­de­lijk in een soort nevel.

Is dit wer­ke­lijk de oplos­sing? Het ant­woord lijkt mij “ja” en “nee” te zijn, want het hangt er gewoon maar van af, wat je onder iden­ti­teit en onder een school ver­staat.

Wat voor chris­te­lijke, katho­lie­ke school?

In ons land was een chris­te­lijke school - “school met de bijbel” - vroe­ger een school met een chris­te­lijk bestuur, chris­te­lijke leraren en chris­te­lijke kin­de­ren; in een katho­lie­ke school vormde het kerk­bestuur of een reli­gi­euze orde of con­gre­ga­tie meestal het bestuur, reli­gi­euzen en katho­lie­ke leken waren de leraren en de kin­de­ren waren katho­liek, de pastoor of kape­laan kwam weke­lijks voor een gods­dienstles. Dat beeld moeten we loslaten, maar dan ook wer­ke­lijk loslaten: die situatie is niet meer en dat betekent ook dat de iden­ti­teit van de school op een andere wijze beleefd moet wor­den.

Ik vermoed dat we het er allemaal over eens zijn dat een basis­school waar dage­lijks cate­chis­mus is, een weke­lijkse school­mis en maan­de­lijks klassikaal biechten, in de Neder­landse situatie niet haal­baar en niet wen­se­lijk is. Is dit wel het type school waar de katho­lie­ke Kerk naar streeft? Een enkele keer merk ik dat een katho­lie­ke school contacten met de pa­ro­chie afhoudt, omdat de school geen “res­tau­ra­tie” van het verle­den wil. Die vrees leeft mis­schien nog bij enkele oudere katho­lie­ke leraren (en mis­schien soms ook bij anderen), maar dat is dan beslist een misverstand of zou dat in ieder geval moeten zijn.

Er zijn katho­lie­ke scholen in heel veel ver­schil­lende lan­den, waar­on­der vele lan­den met een over­we­gend Islami­tische, Boeddhis­tische of Hindoeïstische bevol­king. Deze onder­wijsin­stel­lingen zijn er niet op gericht om mensen te bekeren of om een ‘gesloten’ katho­lie­ke iden­ti­teit uit te stralen, ook al waren er zeker in het nabije verle­den - en in een heel aantal lan­den ook vandaag de dag - veel reli­gi­euzen in werk­zaam. Er zijn in het alge­meen niet veel leer­lin­gen van deze katho­lie­ke scholen - in Arabische lan­den bij­voor­beeld - die katho­liek zijn gewor­den, maar het katho­liek onder­wijs leidde wél tot meer begrip van mensen van ver­schil­lende ach­ter­gron­den voor elkaar en het onder­wijs gaf een goede oplei­ding en vor­ming (de katho­lie­ke scholen ston­den en staan meestal zeer goed bekend), zodat vele lei­ders van het volk uit katho­lie­ke scholen zijn voort­ge­ko­men. Zo droeg en draagt de katho­lie­ke school bij aan een vreedzame samen­le­ving. Het ver­dwij­nen van katho­lie­ke scholen is dan ook op bepaalde plaatsen een groot verlies voor de samen­le­ving.

Wat is een school? De dominante neo-liberale visie

De vraag die hier achter en onder zit is heel be­lang­rijk: “Wat versta je onder een school?”. Voor veel mensen in onze maat­schap­pij zal het ant­woord dui­de­lijk zijn: een school is er om goed onder­wijs te geven. Een school moet je van alles bij brengen op gebied van taal, rekenen, expressie, cultuur, ge­schie­de­nis en aard­rijks­kun­de en vele andere vakken. De school is ervoor om onder­wijs goed te or­ga­ni­se­ren en te laten geven en zij wordt afgerekend op het sla­gingspercentage van de leer­lin­gen. Ieder jaar wor­den die lijsten ge­pu­bli­ceerd en vele ouders bestu­de­ren die gre­tig. “Meten is weten” en ie­der­een heeft graag dat zijn kind de exa­mens haalt. In­for­ma­tie van de Over­heid over het onder­wijs gaat over leerdoelen, een kennisbasis, recht op onder­wijs­be­ge­lei­ding, gelijke be­han­de­ling, enzo­voorts. Een school is primair een onder­wijsin­stel­ling. Deze visie - zo zeg ik nu maar even pinnig - is in een door neo-liberalisme getekende samen­le­ving dominant.

Iden­ti­teit als een randver­schijn­sel, een bij­ko­mend bij te voegen of weg te nemen aspect, lijkt ook de brieven van de staats­secre­taris voor onder­wijs te in­spi­re­ren als hij het heeft over het van kleur ver­schie­ten van scholen. Iden­ti­teits­vra­gen zijn dan een bijproduct in een in­stel­ling die eigen­lijk als ‘corebusiness’ alleen op goed vak­ma­tig onder­wijs is gericht. Het is een bena­dering die een leer­ling bijna ziet als een soort vat om te vullen met kennis en weetjes en een school als een leer­fa­briek.

De school: een ge­meen­schap voor mens-wor­ding, vor­ming, opvoe­ding

Na­tuur­lijk zullen we bijna allemaal wel vin­den dat deze beschrij­ving iets karikaturaals heeft, maar tege­lijk is het een bena­dering die we overal in enige mate tegen komen en die voorbijgaat aan het enorme belang dat onze jeugd en de basis- en middel­ba­re school voor ons leven hebben. Of trauma’s en angsten ons leven beheersen of niet, of we een stabiele, rus­tige, zich­zelf aan­vaar­dende persoon zijn of niet, of we leven met een gevoel niet erkend, niet aanvaard, niet gehoord te zijn of juist het tegen­deel: voor het geluk van heel ons ver­dere leven wordt de grond­slag gelegd in onze jeugd. Dit maakt dui­de­lijk waarom een school veel meer dan een onder­wijsin­stel­ling een plaats is en moet zijn van vor­ming en opvoe­ding, een plaats van mens-zijn en mens-wor­den, een plaats waar mensen leren wat ge­meen­schap is en wat het zeggen wil dat een mens een sociaal wezen is.

Een school die te zeer vak­ma­tig op leren is inge­steld, te zeer op pres­ta­tie en het halen van cijfers - zon­der dat die men­se­lijke vor­ming voldoende is ont­wik­keld - die doet de leer­lin­gen tekort, ja, die kwetst hen in feite in hun diepste wezen, in hun mens-zijn. Het is enigszins te ver­ge­lij­ken met ouders die een kind wel zeggen wat het moet doen en laten, maar niet met dat kind praten, niet in contact zijn met wat dat kind beroert en bezig houdt. Daar gaat iets mis. Je moet in gesprek blijven, helpen om te reflec­te­ren. Zoals paus Johannes Paulus I (1978*) het ooit eens uitdrukte: “Om John Latijn te onder­wij­zen, is het niet voldoende Latijn te kennen, maar is het ook nodig John te kennen en te beminnen” (Angelus, 17 sept. 1978).

Kennis in een bre­der kader

De over­dracht van waar­den, komen tot een levens­vi­sie, idealen, kan alleen langs deze weg. Een leer­ling moet de gelegen­heid krijgen de kennis die hij opdoet in een groter kader te plaatsen. Als de kennis beperkt blijft tot weetjes, niet staat in een groter kader, niet geïntegreerd is, dan wordt de dimensie van het “zijn”, van het “mens-zijn” niet bevor­derd, maar wordt juist de sfeer van het “hebben” onder­streept. Niet-geïntegreerde kennis dient het mens-zijn niet, bouwt uit­ein­delijk de samen­le­ving niet op, maar desintegreert.

Die geïntegreerde kennis - dus: een kennis die het mens-zijn dient - is in onze tijd des te be­lang­rijker nu maat­schap­pe­lijke ten­densen in de rich­ting van indi­vi­dua­lis­me gaan, op con­sump­tie en competitie gericht. Twee Ameri­kaanse psychologen, Jean M. Twnege and W. Keith Campbell publi­ceer­den in 2009 een onder­zoek onder 37.000 stu­den­ten, een herhaling van een onder­zoek dat in 1980 was gedaan. Zij con­clu­deer­den dat obesitas en narcis­tische per­soon­lijk­heidstrekken zich in die periode beide even snel had­den ont­wik­keld. Mensen moeten leren wer­ke­lijk mens en mens in ge­meen­schap te zijn.

We maken ons op dit moment allemaal zorgen over de fun­damentalis­tische Islam en de radi­ca­li­sering, vooral onder jon­ge­ren. Welke jon­ge­ren zijn vat­baar voor radi­ca­li­sering? Het zijn de jon­ge­ren die weinig per­spec­tief hebben, een mislukte school-carrière achter de rug hebben, thuis niet zo lekker in hun vel zitten en de westerse maat­schap­pij als goddeloos en verdorven zijn gaan zien.

Ruim tien jaar gele­den woonde ik een lezing bij van prof. Samir Khalil Samir (* 1938). Hij is een Jezuïet afkoms­tig uit Cairo en een groot kenner van de Islam. Hij be­klem­toonde toen al het gevaar voor radi­ca­li­sering met name van de jon­ge­ren als er in het Westen geen wer­ke­lijke inhou­de­lijke dialoog zou ontstaan tussen Moslims en andere mensen die denken en redeneren vanuit waar­den en een in­spi­ra­tie­bron. Hij betoogde dat juist de chris­te­nen in het westen daarin een be­lang­rijke rol zou­den moeten spelen, omdat zij die waar­den en een in­spi­ra­tie­bron kunnen stellen tegen­over die van de Islam.

De bijdrage die een katho­lie­ke school kan geven aan de opvoe­ding en vor­ming en aan de in­ter­cul­tu­rele dialoog is die ver­wij­zing naar de centrali­teit van de men­se­lijke persoon, die een sociaal wezen is. Een school die neutraal wil blijven, zich tot de vak­ma­tige aspecten van het onder­wijs wil beperken, houdt zich in feite afzij­dig en draagt niets bij.

Kennis-over­dracht dat in een bre­der per­spec­tief van vor­ming tot mens-zijn staat is dus hard nodig. Een visie op onder­wijs waarbij iden­ti­teit alleen een soort randje is van of een sausje over een op zich neutrale reali­teit, getuigt van een bepaald mens-beeld dat tech­nisch, intellectualis­tisch is. Waarom leer je het één wel en het andere niet? Kennis wordt pas van belang als het in een wij­dere context van mens-zijn staat. Kennis moet het hart kunnen voe­den.

Een in­spi­ra­tie­bron

De keuze voor iden­ti­teit heeft daarom alles te maken met een wereld- en mens­beeld. Als we inder­daad kiezen voor geïntegreerde vor­ming, vor­ming van de hele men­se­lijke persoon waar­bin­nen de kennis die wordt opgedaan een plaats heeft, dan is een gemeen­schap­pe­lijke in­spi­ra­tie­bron van groot belang. Want je geeft wat je bent; de waar­den van ons hart komen vanuit een in­spi­ra­tie­bron. Iets wordt pas een waarde en waarde­vol voor ons wanneer het een inner­lijk belang voor ons heeft. Daar moeten we aan werken: om vanuit die in­spi­ra­tie­bron waar­den voor ons leven te ont­dek­ken. De iden­ti­teit van de school - in de zin van een gemeen­schap­pe­lijke in­spi­ra­tie­bron, een bron waaruit je in ge­za­men­lijk­heid wilt putten - geeft aan de school een concept, een kader.

Een concept

Het lijkt me niet juist om te zeggen of te denken dat als je de iden­ti­teit wat meer los laat, de school meer een school van en voor allen kan zijn. Als het goed is, is juist het tegen­deel waar, wanneer we iden­ti­teit tenminste niet opvatten als anderen uit­slui­tend, de waar­heid in pacht hebbend. Open­heid naar de wereld, open­heid voor armen, open­heid voor wie niet tot de eigen deno­mi­na­tie behoren, staat voor een goede school bovenaan. In ieder geval staat dit centraal in het concept “katho­lie­ke school”. De chris­te­lijke gods­dienst leert mensen dat ze open moeten staan en respect moeten hebben voor ver­schil­lende culturen. Onder iden­ti­teit versta ik dan ook een eigen­heid waarin je dui­de­lijk maakt vanuit bepaalde waar­den en normen open te willen staan voor iedere mens.

Het gaat om een levensfilo­so­fie, een pe­da­go­gisch concept, een liefde­vol nabij-zijn, een ver­ster­king van het edu­ca­tief-vormend karakter van de school. Die iden­ti­teit mag wat mij betreft ver­sterkt wor­den, dat zal alleen maar bijdragen om van de school iets bij­zon­ders, iets moois te maken.

In een chris­te­lijke of katho­lie­ke school is Jezus Christus en het evan­ge­lie de basis voor die levensfilo­so­fie; we laten ons in­spi­re­ren door de waar­den die Hij heeft voor-geleefd en door Zijn mens-zijn. Die evan­ge­lische waar­den dringen niemand een bepaald geloof op, maar zij in­spi­re­ren ons tot een bepaalde levens­stijl van dialoog en weder­zijds respect, van beschik­baar­heid, van een gericht­heid op het scheppen van een klimaat van weder­zijds ver­trouwen en uit­wis­se­ling, van een open­heid voor de grote problemen en de grote idealen en belangen van de mens­heid.

Bij som­mi­ge katho­lie­ke scholen, die door reli­gi­euze ordes of con­gre­ga­ties zijn opgericht, speelt bovendien de in­spi­ra­tie mee die vanuit die orde komt. Zo baseren de oude Jezuïeten­col­leges in ons land zich vaak op de Igna­ti­aanse pedagogiek en scholen met een Salesiaanse ach­ter­grond gaan veelal terug op het preven­tief systeem van Don Bosco, de stichter van die orde. Nogmaals: dit betekent niet dat die scholen extra vroom zijn, het geloof ervan afdruipt en daar veel meer gods­dienstles is dan op andere scholen. Nee, maar het gaat wél om een in­spi­ra­tie­bron om van de school een echte ge­meen­schap te kunnen maken en vormend te kunnen zijn. Zo bena­drukte Don Bosco in zijn pedagogiek dat je als opvoe­der naast het kind of de jon­gere moest gaan staan, zijn vriend moest wor­den en hoe je pesten en ver­keerde dingen kon voor­ko­men, omdat voor­ko­men veel beter is dan straffend optre­den, enzo­voorts. Dat is iden­ti­teit. En die iden­ti­teit geeft coherentie en verleent de school een dui­de­lijk concept, waardoor die school juist ken­baar wordt als een goede school met meer waarde dan alleen goed scheikunde-onder­wijs.

Gods­dienst/levens­be­schou­wing

Na­tuur­lijk hoort het ook bij een confessionele school dat er gods­dienst/levens­be­schou­wing wordt gegeven. Ook hier hangt veel af van de wijze waarop het vak wordt gegeven.

Gods­dienst/levens­be­schou­wing is geen catechese. Bij bij­voor­beeld een eerste communievoor­be­rei­ding of vormselvoor­be­rei­ding gaat het om de ont­wik­ke­ling van het geloof van degene die wordt voor­be­reid en de per­soon­lijke band van het kind of de jon­gere. Daarvoor moet een basis zijn in de schoolbe­vol­king, anders kan die voor­be­rei­ding alleen gedeelte­lijk op school plaats­vin­den. Bij gods­dienst/levens­be­schou­wing gaat het zeker ook om kennis van chris­ten­dom en chris­te­lijk leven, van de bijbel, maar voorts en vooral gaat het om bre­dere vragen zoals delen, ver­ge­ven, lij­den, respect, naasten­liefde en allerlei andere men­se­lijke vragen en thema’s, die in de bijbel­ver­halen aan de orde komen. In som­mi­ge gevallen moet de school andere, spe­ci­fie­ke oplos­singen zoeken voor een situatie als mensen zich niet in dit vak kunnen vin­den, maar be­lang­rijk is op de eerste plaats dat het vak een open­heid ademt, waardoor ieder zich thuis kan voelen onder meer omdat het - naast de in­for­ma­tie die gegeven wordt - gaat om alge­meen-men­se­lijke waar­den en ie­der­een respect ervaart voor andere levens­over­tui­gingen.

Besluit

De iden­ti­teit geeft echter bovenal het concept aan, de visie van waaruit de vor­ming en opvoe­ding op school plaats vindt en die is onvermin­derd actueel, meer nood­za­ke­lijk zelfs dan vroe­ger. Voor het met elkaar beleven van waar­den en idealen en om een school met visie te kunnen zijn, heb je een gemeen­schap­pe­lijke in­spi­ra­tie­bron nodig. Voor een katho­lie­ke, chris­te­lijke school is dat Jezus Christus.

Een visie, een in­spi­ra­tie­bron is dus nodig. Die visie kan geen louter toevallige zijn, af­han­ke­lijk van ieder individu. Juist door een gemeen­schap­pe­lijke noemer, realiseer je een gemeen­schap­pe­lijk project. Daarom blijft iden­ti­teit onvermin­derd be­lang­rijk en een werk­woord voor allen die bij school en onder­wijs betrokken zijn.

+Jan Hendriks, Bis­schop rererent voor het onder­wijs

Terug