Arsacal
button
button
button
button


Wat ik mis in de verkiezingsrethoriek

Avondgebed van Sant’ Egidio

Nieuws - gepubliceerd: dinsdag, 17 maart 2015 - 568 woorden
Enkele vrijwillige medewerkers aan de Franciscusmaaltijd bij Sant’ Egidio
Enkele vrijwillige medewerkers aan de Franciscusmaaltijd bij Sant’ Egidio

Op dins­dag­avond 17 maart werd bij Sant’ Egidio in de Mozes en Aäron aan het Waterloo­plein in Am­ster­dam de Fran­cis­cus­maal­tijd gehou­den voor de ‘vrien­den van de straat’ zoals ze bij Sant’ Egidio hun gasten noemen. Na de maal­tijd vond het gebed van Sant’ Egidio plaats, waarbij ik de volgende over­we­ging heb gehou­den, met het oog dus op de verkie­zingen­van de dag erna...

Over­we­ging

Voor van­avond heb ik ervoor gekozen
om de tekst te nemen
die ik zou krijgen
als ik de bijbel zomaar opensloeg.
Dat werd dus Jesaja 32, 1-8.
Toen ik de tekst las
over de wel­daad
die recht­vaar­dige poli­tieke lei­ders zijn
- “Een koning die recht­vaar­dig regeert
en lei­ders die lei­den volgens het recht”-
leek het mij dat dit echt een Woord was
voor ons, voor onze tijd, voor onze situatie,
voor vandaag, aan de voor­avond van de verkie­zingen.

De bijbel­tekst stelt de wel­daad
van recht­vaar­dige lei­ders en edele mensen
tegen­over het poli­tiek gekonkel
van hen die hier ‘dwazen’ en ‘bedrie­gers’ wor­den genoemd.

Het valt me in deze tijd van verkie­zingen op
hoe leeg en inhoudsloos
de meeste slogans op de plakkaten zijn
die we overal in de stad zien opgeplakt.
Ik zal me er hier maar van ont­hou­den
de uitingen van de ver­schil­lende partijen
in concreto te gaan bespreken
om niet in partij­po­li­tieke state­ments te ver­val­len,
maar veel ver­der dan
dat het door moet gaan zoals het gaat
of dat het juist helemaal anders moet,
komen de meeste partijen niet.

Wat ik mis, is het meer principiële uitgangs­punt,
een visie op mens en maat­schap­pij,
bovenal op de men­se­lijke waar­dig­heid,
de achter­lig­gende gedachten en uitgangs­pun­ten,
die het denken en han­de­len van politici dragen,
die de basis vormen waarop
onze lei­ders han­de­len.
Wat zou ik het waar­de­ren als het steeds min­der ging
om de waan van de dag,
om het scoren en aan­dacht krijgen,
het laten stralen van de eigen ster
en steeds meer om het bouwen
aan een recht­vaar­dige maat­schap­pij
waarin iedere mens
er mag zijn
en zich in respect voor de rechten van anderen
kan ontplooien.

Wat mij betreft
zijn en blijven de grote grond­be­gin­selen
die in de katho­lie­ke sociale leer zijn ver­woord
uitgangs­punt voor de opbouw van zo’n maat­schap­pij.
De onaantast­baar­heid en gelijke waar­dig­heid
van iedere men­se­lijke persoon,
eerbie­diging van de mensen­rechten
en de zorg dat een maat­schap­pij
tot een echte samen­le­ving wordt
op basis van het alge­meen wel­zijn,
indach­tig de uni­ver­se­le bestem­ming van alle goe­de­ren,
door con­se­quente toepas­sing van het sub­si­dia­ri­teits­be­gin­sel
en het soli­da­ri­teits­be­gin­sel,
door te streven naar een samen­le­ving,
waarin ie­der­een kan participeren.
De aarde is niet van ons,
alles is een gave
aan alle mensen,
niemand uit­ge­slo­ten.

Uit­ein­de­lijk is na­tuur­lijk de kern
van ieders inzet voor de publieke zaak
een radicale geest van dienst­baar­heid,
een verlangen zich in te zetten
voor wat wáár is en goed,
voor wat vrij­heid schept en recht­vaar­dig is,
voor wat de liefde ingeeft.
Laten we daarom van­avond bid­den
dat die geest van dienst­baar­heid
allen moge bezielen
die wor­den gekozen
in Provinciale Staten, Water­schappen, Eerste kamer
en allen die zich inzetten
voor het open­baar bestuur.

Maar het gaat er van­avond na­tuur­lijk niet om
alleen of hoofd­za­ke­lijk naar anderen te wijzen.
Wijzelf wor­den uit­ge­no­digd oprecht en edel te zijn
in onze gedachten, onze plannen:
te zinnen op edele daden,
op inzet voor al wat edel is
en niet op eigen glorie
of het ‘kopen’ van vrien­den.

Dat het mag zijn
niet voor ons­zelf,
maar voor U, Heer,
en voor al die mensen
in wie wij
Uw beeld mogen herkennen
en die wij als onze vrien­den
willen zien.

Terug